Bram Hanse is plantenziektekundige bij IRS. De bladschimmelwaarschuwingsdienst stuurde 24 juni de eerste waarschuwing van dit groeiseizoen uit. Afgelopen week kwam daar de waarschuwing voor de Zuid-Hollandse eilanden bij. Het betrof een attentie voor stemphylium en cercospora. “Een infectie kan de bietenteler veertig procent van zijn suikeropbrengst kosten”, aldus Hanse.
Foto: IRS
Proces
Het is vrij normaal dat in deze periode van het seizoen schimmel gevonden wordt. Dat komt omdat het bietengewas in deze periode sluit, waardoor daaronder een microklimaat ontstaat. Onder de bladen blijft het langer vochtig. Als er dan sporen op het blad komen, kunnen die gemakkelijk kiemen en infecteren. “Het heeft niet zo heel veel te maken met extreem nat weer. Het moment waarop we de schimmel constateren varieert van jaar tot jaar, maar afgelopen jaren zagen we rond eind juni, begin juli de eerste bladschimmelinfecties. Als er in een regio twee of meer bietenpercelen zijn waar we bladschimmels vinden, dan geven we de waarschuwing uit. Dan wordt er een sms-bericht verstuurd waarin de telers uit die regio gewezen wordt op de aanwezigheid van een infectie. Hierin wordt geadviseerd om de percelen te controleren en als je een aantasting ziet: voer dan een bespuiting uit. De omvang verschilt ook sterk van regio tot regio. In het noordoosten bijvoorbeeld is een gebied waar we direct op een heel groot aantal percelen stemphylium hebben aangetroffen.” De actuele bladschimmelwaarschuwingen staan op www.irs.nl/bladschimmelkaart
Eerste waarneming cruciaal
Hanse benadrukt dat bespuiting sowieso een groot preventief effect heeft: wat gezond is, moet gezond blijven. “Hoe meer planten er aangetast zijn op een perceel, hoe groter het probleem is. Bij de eerste aantasting is het risico groot dat het doorzet, nieuwe sporen in de vlekjes vormt en opnieuw infecteert. Dan komt er feitelijk een cyclus op gang en dan wordt het eigenlijk een epidemie. Een infectie kan veertig procent van de suikeropbrengst kosten. Als je bij de eerste waarneming een bespuiting uitvoert, dan kan een groot deel van die schade voorkomen worden, dus het is heel belangrijk om goed te zoeken naar eventuele bladschimmels.”
Het risico van een besmetting heeft met diverse factoren te maken: grondsoort, besmettingsgraad en ziektedruk. “We hebben er in 2007 met stemphylium wel echt een probleem bij gekregen. In bepaalde regio’s is dat probleem groter dan in andere gebieden. Bij IRS zijn we uiteraard druk bezig om een pasklaar antwoord te vinden op de vraag waarom deze bladschimmel in het ene gebied vaker wordt gevonden dan in het andere. We proberen daarbij te kijken naar het totale bouwplan, dus dat maakt het ontledingsproces ook moeilijker.”
Biologische landbouw
Een goede controle en preventie is voor de biologische akkerbouwer nog belangrijker: “In de gangbare akkerbouw hebben we bestrijdingsmiddelen tot onze beschikking die ze in biologische landbouw niet kunnen gebruiken. De schade voor de biologische landbouwer is bij een aantasting dan ook vaak groter, dan bij de traditionele telers. Er kunnen nog wel bladversterkers gespoten worden, maar over het algemeen trekt de bladschimmel zich daar weinig van aan.”
Zorgen om wortelrot
Volgens Hanse hebben bietentelers niet alleen zorgen om de bladschimmelziekte, roest en stemphylium, maar zijn ze ook alert op wortelrot. “Een bron van zorg in met name het zuidoosten is het gevaar op wortelrot. Zelfs op percelen die er nu nog wel aardig bij staan, maar ik adviseer toch om ook daar af en toe een plant eruit te trekken om te kijken hoe de wortels eruitzien en dan vooral voor de rhizoctonia. Boeren schakelen ons momenteel vaak in, omdat ze worstelen met de vraag of het getroffen perceel nog wel de moeite waard is om ermee aan de slag te gaan.”