De strijd tegen Phytophthora was dit seizoen zeer kostbaar. De aardappelziekte maakt de teelt risicovol en prijzig, waarbij het teeltrendement op het spel staat en de milieu-impact toeneemt door opbrengstverlies en middelengebruik om de ziekte te beheersen. Tegenover de zorgelijke ontwikkelingen staat het positieve signaal dat de nieuwe strategie voor beheersing effectief is. Al met al een bijzonder seizoen met een zeer wisselend beeld, zo luidde de conclusie afgelopen week bij de expertbijeenkomst van de Taskforce Phytophthora van het Actieplan Plantgezondheid.
Opmars van Phytophthora-varianten
Bij de bijeenkomst evalueerden de experts het afgelopen seizoen en blikten ze vooruit naar 2025. Om met het positieve te beginnen: de kwalijkere varianten van Phytophthora (de EU-43 en EU-46) zijn teruggedrongen in de totale Phytophthora-populatie. Dit blijkt uit de eerste monitoringsresultaten, waarbij andere varianten overheersend zijn.
Juist vanwege de snelle opmars van nieuwe varianten moest afgelopen jaar de spuitstrategie volledig op de kop: het blokkenschema maakte plaats voor combineren en afwisselen. Deze methodiek toonde zich eerder succesvol in Denemarken en blijkt dat nu ook in ons land te zijn. Volgens de experts is dat het resultaat van het collectief aanpassen van de werkwijze. Er was dan ook brede instemming dat voor 2025 combineren en afwisselen het devies moet blijven. De taskforce zal het gepubliceerde kleurenschema actualiseren op de middelen die dan beschikbaar zijn. Aanvullend advies blijft om gebruik te maken van beslissingsondersteunende systemen. Dit leidt tot bespuitingen op het moment dat het volgens de laatste wetenschappelijke inzichten het meest effectief is en in de regel leidt het tot een lagere milieu-impact.
Vroege uitbraken
Na de forse Phytophthora-problemen van teeltseizoen 2023 was dit jaar een doorwerking te verwachten. Die kwam eerder en op veel grotere schaal dan verwacht door de extreme weersomstandigheden in het voorjaar. De indruk bestaat dat (latent) besmet pootgoed uit het vorige seizoen daar slechts deels de oorzaak van is.
Met name opslagplanten lijken te hebben bijgedragen aan nieuwe besmettingsbronnen. Ook speelde mee dat aantastingen op kletsnatte percelen vaak moeilijk of te laat te beheersen waren. Ondanks noodgrepen leidde dat tot veel opbrengstverlies en zelfs volledig verloren gewas, vooral bij biologische telers.
Overstappen naar Phytophthora-resistente rassen
Hoewel in de zomer het weer gunstiger was, zagen gangbare telers zich genoodzaakt het gewas te behouden met een hoger dan gemiddeld aantal bespuitingen. Dit ging gepaard met hoge kosten en met een trendbreuk bij de jarenlange daling in het middelengebruik. Eens te meer reden om bij de afnemers van (consumptie)aardappelen extra druk te zetten op de overstap naar rassen met verbeterde resistentie.
Praktijkcijfers van Royal Avebe bevestigen onderzoeksresultaten dat met die rassen fors minder bespuitingen tegen Phytophthora nodig zijn, met positief effect op het saldo voor telers en op de milieu-impact. De afgelopen jaren maakte de biologische sector al veel werk van de introductie van rassen met verbeterde resistentie.
Kleurenschema voor rassen
Die rassen zijn niet immuun tegen Phytophthora en vereisen een aangepaste strategie. Om resistentiemanagement te stimuleren en te versterken, gaan veredelaars meewerken aan een ander type kleurenschema. Hierbij worden dit type rassen ingedeeld op basis van reactie op Phytophthora-virulentie op het veld. Dit kleurenschema zal ‘onder de vlag’ van de taskforce worden ontwikkeld en gepubliceerd, zo is bij de expertbijeenkomst aangekondigd.
Teeltvoorschriften
Rassen met verbeterde resistentie vormen een voorname bouwsteen voor een duurzamere aardappelteelt. Hygiënemaatregelen vormen een andere cruciale bouwsteen, omdat deze potentiële nieuwe Phytophthorabronnen indammen. De taskforce kondigde al eerder aan dat er een aanscherping zal komen bij de teeltvoorschriften. Inmiddels is minister Wiersma van LVVN gevraagd de data voor de ingang van de verplichte maatregelen te vervroegen en om normen voor afvalhopen en opslagplanten aan te scherpen (zie ook: ‘BO Akkerbouw verzoekt minister om aanpassing van teeltvoorschriften’). De taskforce herhaalt de oproep om de data niet af te wachten, maar om deze besmettingsbronnen al eerder aan te pakken.
Ook is er opnieuw de oproep om overtredingen te melden bij de NAK. Afgelopen seizoen is dat volop gedaan, blijkt uit de cijfers van de NAK. Met name over (vermeende) haarden was een sterke stijging te zien in de aantallen meldingen. Dat resulteerde bij dit aspect in meer controles en meer opgelegde sancties. In het algemeen was juist sprake van minder waarschuwingen, wellicht dankzij alle aandacht voor de teeltvoorschriften.
Biologisch versus gangbaar
Het overgrote deel van de meldingen over (vermeende) haarden kwam uit de Flevopolder. Daar was al vroeg in het seizoen groeiende onvrede tussen enerzijds biologische telers en anderzijds gangbare telers die elkaar verweten te weinig actie tegen Phytophthora te ondernemen. De taskforce, waar wordt samengewerkt in de strijd tegen de aardappelziekte, besteedde daar afgelopen zomer al veel aandacht aan. Dat krijgt in de komende wintermaanden een vervolg. Met de ambitie om – in afstemming met de NVWA en de NAK – in meer regio’s zogeheten zelfhandhavingsteams op te richten. Intentie is om (dreigende) conflicten in de kiem te smoren.
Taskforce Phytophthora
In de loop van de nazomer van 2023 kwamen er steeds meer signalen dat de Phytophthora-besmetting uit de hand liep en nauwelijks te beheersen viel. De stuurgroep van het Actieplan Plantgezondheid van BO Akkerbouw besloot daarop de Taskforce Phytophthora in te stellen om tijdig tot een breed gedragen en adequate aanpak te komen.
Bron: BO Akkerbouw