Vorig jaar is in Werkendam gestart met een eerste rassenvergelijkingsdemo. Dit jaar is de demo uitgebreid naar twee locaties in Zuidwest-Nederland: Borssele en Willemstad. Teeltadviseur Frank Duijzer van Delphy is vanaf de eerste minuut betrokken bij dit initiatief: “Het doel van de demo’s is om onafhankelijke informatie te verzamelen van aardappelrassen en deze toepasbaar te maken voor de specifieke regionale situatie van de teler.”
Beperkte rassenkeuze op zware gronden
Delphy richt zich in deze demo op zware grond. Door de teler moet het goede ras gekozen kunnen worden, zodat er goede resultaten behaald worden op de Nederlandse akkers. Duijzer adviseert voornamelijk in Zuidwest-Nederland en dan met name rondom de Biesbosch. We merken dat de akkerbouwers op de zware grond het moeilijker hebben in de rassenkeuze. Op zware gronden moet je in het voorjaar wachten met planten en in het najaar liefst vroeg rooien, waardoor je beperkter in je keuze bent dan op lichtere gronden. Er zijn dus gebieden waarvoor deze demo extra interessant is.”
Interactie en kennisuitwisseling
Volgens Duijzer zagen telers vorig jaar herkenningspunten in grondsoort (zware klei), weersomstandigheden (zeer veel regen) en overige teeltomstandigheden (bemesting, poottijdsstip). Daarnaast vonden telers het goed om te zien hoe verschillende rassen het op die grondsoort doen, die ook op hun eigen bedrijf te vinden is. Dit jaar ligt het demoveld onder andere in Willemstad bij Landbouwbedrijf Knook-Maris. Duijzer en dhr. Knook hebben regelmatig contact met elkaar in het kader van teelt. Volgens Duijzer is het proces van samenwerking heel transparant: “Op een gegeven moment ging het over de phytophthora-bestrijding. Er liggen nu rassen in de demo die redelijk gevoelig hiervoor zijn. Het is natuurlijk een phytophthora-jaar geweest en het zat er in een aantal rassen in de demo nog in, terwijl het praktijkperceel schoon was. Dit terwijl de teler er wel goed tegen had gespoten. Knook had zelf ook een ras staan dat vatbaar is voor phytophthora en daar zat niets in. Voor de demo maakt het weinig verschil of het gewas daaronder lijdt, want dat is ook een ras-eigenschap, maar voor de teler mag het geen bron worden op zijn eigen perceel.” Wanneer we het demoveld achter de rug hebben, willen we ook graag dat de teler zelf er een goed gevoel aan over houd.
“Een akkerbouwbedrijf drijft vaak op een paar gewassen”
Voor de financiering heeft Delphy contact gezocht met de handelshuizen. Na vorig jaar de demo volledig zelf gefinancierd te hebben, doen ze dit jaar ook mee met het project. Dankzij de hulp van de handelshuizen en lezers van de Delphy-nieuwsbrief ‘De Varia’ kon de rassenvergelijking dit jaar volledig gefinancierd worden. Een mooi resultaat omdat rassenvergelijking in aardappelen eigenlijk niet of nauwelijks wordt gedaan: “Er worden heel veel rassenvergelijkingen met tarwe gedaan, maar met aardappelen wordt dat heel weinig gedaan. Dat gebeurt eigenlijk alleen vanuit de handelshuizen. Een akkerbouwbedrijf drijft vaak op een paar gewassen. Aardappelen en uien zijn in veel regio’s de belangrijkste inkomstenbronnen. Rassenkeuze in aardappel is wel heel specifiek. Bij uien heb je ook wel te maken met de keuze uit vroege of late rassen, hardheid en opbrengstpotentie, maar bij aardappelen komt dat helemaal nauw.”
Vraag en aanbod
Op de demovelden worden verschillende rassen geteeld: Agria, Markies, Challenger, Fontane, Divaa, Lady Anna, Maritiema en Innovator. “Het maakt ons niet uit voor welk ras een teler kiest, als er maar over nagedacht wordt. Ten eerste moet je een ras telen waar vraag naar is, maar je moet geen ras nemen omdat de markt hierom vraagt die je eigenlijk niet telen kunt. Ik merk bijvoorbeeld dat het ras Markies ook op zware gronden nog weleens wordt gekozen. Het is een heel mooi ras, zeker voor de lange bewaring. Het oogstmoment is echter zo laat en dat is voor telers op zware gronden een aandachtspunt. Je merkt dat de markt in een heel aantal jaren vraagt om een laat ras uit de lange bewaring en dat kan voor de aardappeltelers van de zware grond interessant zijn, want daar valt dan soms nog een plus te pakken. De laatste aardappelen van vorig jaar waren duur, dus dan is een ras als Markies interessant, daar deze laat in het bewaarseizoen nog een goede kwaliteit levert. Echter op zware gronden is het misschien niet verstandig om voor dit ras te kiezen. Ik zeg niet dat ze geen Markies mogen telen, maar besef wel dat het een late oogster is. Begin september heeft hij zijn onderwatergewicht nog niet, dus je kan niet zeggen ‘jongens we gaan hem even voor oktober eruit werken’ want dat wordt vaak pas eind oktober. En dat zijn dingen waar wij het met de telers, die onze demovelden bezoeken, heel graag over hebben.”
Wel of niet laat oogsten
Als Duijzer met telers in gesprek raakt over de demo, dan komen ook de actuele onderwerpen aan bod. “Knolzetting is dit groeiseizoen een gespreksonderwerp, ook de hoge ziektedruk wordt veel besproken. Je ziet daarin duidelijk dat ieder jaar zijn eigen vragen met zich meebrengt. Het gaat vanaf nu in de gesprekken ook over laat oogsten. Straks is het onderwatergewicht bekend en de bruto-opbrengst die daaronder zit; dan wordt ook het oogstmoment ingeschat.”
Komt u ook?
Op 13 en 14 september heeft Delphy een open middag gepland op het demoveld in Borssele, respectievelijk Willemstad. U bent uiteraard van harte welkom om het demoveld daar te bezoeken. Kijk te zijner tijd op de website of in het nieuws voor het exacte aanvangstijdstip. Delphy ziet u graag!