De pootaardappelacademie kijkt tevreden terug op de eerste landelijke pootaardappeldag. Een kleine 250 akkerbouwers waren naar Emmeloord afgereisd om te luisteren naar diverse sprekers en het bijwonen van kennissessies. De akkerbouwers vertegenwoordigen de vijf regio’s waar een academie is opgericht en kwamen bij elkaar onder het motto: Telers leren van telers.
Kwaliteit: een blijvende uitdaging
De themadag voor de pootgoedsector stond in het teken van kwaliteit. Nederland produceert goede kwaliteit, maar de concurrentie (buitenland) staat niet stil”, zo waarschuwde akkerbouwer Kees Gommeren bij de opening van de pootaardappeldag. “Samenwerking is cruciaal voor kwaliteitsverbetering. Het verleden kent genoeg voorbeelden van succesvolle samenwerking op het moment dat het moest. Denk hierbij aan bruinrot in 1995. Die crisis is door een gezamenlijke aanpak bezweert en ook toen de sector drie jaar geleden met ringrot te maken kreeg, werd er eensgezind gereageerd. Mede dankzij deze saamhorigheid is Nederland nog steeds de grootste exporteur van pootgoed in de wereld.”
Van Gommeren vervolgt: “Alleen door samen te blijven werken, goed te controleren kunnen we de concurrentie uit Frankrijk, Schotland, Denemarken en Canada voorblijven. Bedreigingen zoals het niet beschikbaar zijn van Vydate, hogere areaaldruk en weerinvloeden kunnen worden omgezet naar kansen. Positieve ontwikkelingen zoals nieuwe markten in Azië en Afrika dragen hieraan bij, evenals innovaties op het gebied van precisielandbouw, big-data, robotisering, verbeteringen in onderzoek- en kweekwerk, schaalvergroting waar de akkerbouwer langzaam maar zeker wordt omgeturnd tot manager en uiteraard verduurzaming versterken de noodzaak tot samenwerking. Investeringen op deze vlakken kunnen immers niet door de individuele akkerbouwer gedragen worden.”
Gezamenlijke kennis
Leon Noordam deelt die visie. Hij is één van de vier akkerbouwers die deel uit maken van Novifarm. Nadat de Rabobank en NVWA interessante inzichten gaven in import- en exportbewegingen, regelgeving en marktontwikkelingen visualiseerde door middel van tabellen, grafieken en statistieken was het de beurt aan Noordam om in zaal weer in beweging te brengen. “Al die informatie opnemen kost namelijk best veel energie”, zo gaf hij ruiterlijke toe. Noordam kreeg hiermee de lachers op zijn hand, waarna hij van de gelegenheid gebruikmaakte om uit te leggen waarom samenwerking in de akkerbouw zo belangrijk is: “We zijn in de eerste plaats met Novifarm begonnen om het werkplezier te vergroten, maar ook om onze gezamenlijke kennis toe te passen bij alle deelnemende bedrijven. Zo profiteert iedereen van elkaars expertise. Dit zorgt voor andere inzichten, maar ook voor risicospreiding.” Het gezamenlijk optrekken heeft de initiatiefnemers geen windeieren gelegd. Novifarm groeide in korte tijd van 320 hectare naar ruim 700 hectare in 2016 gesitueerd in de Hoeksche Waard. “Toen een forse regenbui een deel van onze percelen volledig onder water had gezet, hebben we dankzij de verdeling van de akkers over het gebied toch nog een redelijke opbrengst kunnen realiseren omdat de overige percelen wel intact waren gebleven.”
“Techniek is slechts hulpmiddel"
De vernieuwingen die bij Novifarm zijn doorgevoerd lijken gewaagd, maar volgens Noordam is alles gebaseerd op reeds bestaande inzichten: “Zoals onze opa’s vroeger op een klein perceel met de schop kon voelen wanneer hij te maken had met lichte of zware grond. Zo moeten wij ook weer gaan denken. In een tijd dat data, GPS, taakkaarten en sensortechnieken het nieuws beheersen komt bij innoveren vooral vakmanschap om de hoek kijken. We moeten blijven tellen, de teelt volgen en het veld in. De techniek is een prachtig hulpmiddel bij het uitoefenen van ons beroep. De indicaties van het stikstofgehalte in het gewas, die mijn Fritzmeier-plantsensor toont, zijn lastig goed te interpreteren zonder kennis, ervaring en het durven experimenteren. Het bekijken van beelden uit een sensor is niet voldoende. De achtergrond van een perceel weten is minstens zo belangrijk. Wij hebben in het begin ook veel fouten gemaakt door op basis van één of twee beelden bij te sturen, maar alleen door te blijven proberen kom je tot oplossingen.”
Streven naar kwaliteitsverbetering
Een inspirerend verhaal over een succesvolle samenwerking, maar de Nederlandse akkerbouwer zou geen Nederlandse akkerbouwer zijn als de hamvraag niet gesteld zou worden: Wat levert mij dat op? Deze vraag uit de zaal werd door Noordam simpel gepareerd: “Het is niet in euro’s uit te drukken hoeveel de samenwerking ons heeft opgebracht, maar samen streven naar kwaliteitsverbetering gaat ons uiteindelijk allemaal meer opleveren. Door de hogere kwaliteitseisen zijn we genoodzaakt te gaan sturen op zaken als grondsoort, knolinhoud en aantal stengels. Als akkerbouwer willen we graag een topproduct leveren, daarvoor moeten de telers topsport uitoefenen en in teamverband kom je sneller tot topprestaties”, aldus Noordam.