Vertify is een onderzoeksinstelling voor bedrijven en overheidsinstellingen. Vertify verzorgt zowel GLP-onderzoek naar het effect van residuen op gewassen als GEP-onderzoek gericht op de regulering en toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Deze onderzoeken onderbouwen de effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast houdt Vertify zich bezig met onderzoek in zogenoemde Publiek-Private Samenwerking Projecten (PPS-projecten). Hierbij is in samenwerkingsverband onderzoek gedaan om uitdagingen in de akkerbouw op te lossen. De integrale gewasaanpak (ICM) vormt hierbij vaak de leidraad. Jeffrey Mul, projectleider akkerbouw bij Vertify biedt een kijkje in de meest recente onderzoeksresultaten.
Jeffrey Mul is verantwoordelijk voor samenwerkingsprojecten met onder andere BO Akkerbouw, Wageningen University & Research (WUR) en het Louis Bolk Instituut. Deze projecten lopen vaak meerdere jaren en behandelen grote vraagstukken. Belanghebbenden, zoals particulieren en distributiepartijen, financieren deze projecten samen met het ministerie van LVVN. Binnen deze samenwerkingsverbanden voert Vertify veldonderzoek uit naar een duurzame beheersing van bijvoorbeeld onkruid, aaltjes, bladschimmels en de bonenvlieg. Mul concludeert dat het een uitdaging blijft om geschikte alternatieven te vinden voor de steeds sneller verdwijnende gewasbeschermingsmiddelen. Een integrale inzet van verschillende factoren zoals rasgevoeligheid, teeltmethoden, bodemgezondheid, watermanagement, groene middelen, alternatieve spuittechnieken en een aangepast teeltplan, is daarbij nodig.
Duurzame onkruidbeheersing
Duurzame onkruidbeheersing in suikerbieten is een opgave. Maar hoe pak je gewasbescherming aan met minder of zelfs zonder chemie? In dit onderzoek ging Vertify de afgelopen vijf jaar op zoek naar alternatieven voor middelen die in de (nabije) toekomst niet meer gebruikt mogen worden. 2024 was het laatste onderzoeksjaar, wat betekent dat de resultaten nu binnenstromen.
“Tijdens dit onderzoek gingen we op zoek naar systemen die het aankunnen om minder herbiciden toe te dienen”, vertelt Mul. Schoffelen, wiedeggen, laserwieden en spotsprayen met contactherbicide of Roundup werden onderzocht als alternatieve beheersingsmethoden op de snel verdwijnende herbiciden in de suikerbietenteelt. Het laserwieden werd verzorgd door Carbon Robotics. Deze wiedrobot herkent onkruiden en brandt ze dood met een CO₂-laserstraal. In het geval van de laserwieder lijkt het resultaat in eerste instantie positief. De robot verricht goed werk en de onkruiddruk neemt af. De kosten per hectare daarentegen nemen sterk toe vanwege de hoge machinekosten. Datzelfde geldt voor wiedeggen en schoffelen. Alle opties zijn duurder dan het gebruik van een spuitmachine met herbiciden. Daarbij is herbicidengebruik ook nog eens sneller en efficiënter. Dit betekent dat een afname van toegestane herbiciden leidt tot hogere kosten voor de akkerbouwer.
Invloed van zaaiafstanden op onkruidbestrijding
Binnen dit onderzoek naar suikerbieten onderzocht Vertify ook de invloed van zaaiafstanden op onkruidbestrijding. Er werd geëxperimenteerd met kleinere rij- en zaaiafstanden van suikerbieten. Vertify vergeleek hierbij rijafstanden van vijftig centimeter met 45 centimeter en 37,5 centimeter. Het idee is dat een sneller bedekte grond door het gewas ertoe leidt dat onkruid minder de kans krijgt om te groeien. De resultaten zijn tweeledig. Enerzijds stelt Mul dat het inderdaad klopt dat de onkruiddruk afneemt. Dat lijkt op zich gunstig, maar het komt de opbrengst van suikerbieten niet ten goede. Omdat de bieten minder groeiruimte krijgen, neemt de totale opbrengst af.
Graanstoppelproef
Ook is er aandacht besteed aan de zogenoemde graanstoppelproef. Mul legt uit: “Een akkerbouwer die graan verbouwt overweegt naderhand om een groenbemester te zaaien of niets in te zaaien, bijvoorbeeld omdat hij bollen wil planten. Ter voorbereiding spuiten akkerbouwers vaak Roundup. Wij onderzochten hiervoor mechanische alternatieven.”
Op een deel van de proef werkte Vertify een groenbemester onder en op het andere deel is enkel graanstoppel ondergewerkt. Hierop testte Vertify vier machines: een frees, een biomulch, een schoffel met een rotor die het onkruid omhoog gooit, en een schijveneg met roterende schijven. Het resultaat van deze proef bleek sterk afhankelijk van de weersomstandigheden.
Mul legt uit: “Bij droog weer droogt het onkruidop het land en sterft het af. Dat is natuurlijk positief. Maar als het nat of mistig is, kan het onkruid niet drogen en beperkt het de effectiviteit met wel vijftig procent. Roundup daarentegen biedt een verzekeringspremie. Dit is in alle omstandigheden honderd procent effectief.” Bovendien zijn de kosten van mechanische bestrijding opnieuw hoger dan die van Roundup. “Wij concluderen hieruit dat het inkrimpen van het aantal toegestane middelen ervoor zorgt dat onkruidbeheersing geen handelingen meer is, maar een continue strategie”, zegt Mul.
Bollen, bodem en aaltjes
Het onderzoek ‘Bodem en aaltjes’, uitgevoerd door Vertify en WUR, onderzocht het effect van diverse waardplanten op de populatie Paratrichodorus anemones-aaltjes. Dit wortelaaltje kan schade veroorzaken aan wortels en de ontwikkeling van gewassen, zoals lelies en uien, belemmeren. Over dit aaltje is echter nog weinig bekend.
Er zijn twee fasen doorlopen om te bepalen welke waardplanten als voorteelt invloed hebben op de populatie Paratrichodorus anemones in de lelieteelt. De eerste proef startte in 2023 waar geëxperimenteerd werd met een diversiteit aan groenbemesters. Tijdens de proef bleef één perceel braak liggen. Daarnaast werden verschillende groenbemesters getest, namelijk: tagetes, een kort geteelde grasgroenbemester en een lang geteelde grasgroenbemester. In 2024 zijn verschillende gewassen overdwars geteeld, zoals suikerbieten, aardappelen, maïs, wortelen, granen en groenbemesters. Zo onderzocht Vertify samen met WUR welk effect gewassen en groenbemesters hebben op de aaltjespopulatie.
Beheersmaatregelen in lelies en uien
In de tweede proef zijn beheersmaatregelen onderzocht in lelies en uien om de aaltjespopulatie te drukken op de percelen uit proef één. Dit betreft zowel chemische bestrijding als groene bestrijding en teeltmaatregelen. Teeltmaatregelen bevatten bijvoorbeeld het toedienen van compost, het uitstellen van het zaaimoment en alternatieve bemestingsstrategieën, zoals vroeg- of laat vrijkomende meststoffen. Hiermee is onderzocht wat het effect is van beheersmaatregelen tijdens de lelie- en uienteelt en van voorvruchten op de populatie aaltjes. “Komend jaar worden lelies geteeld, waarna meer bekend zal worden over het effect van de voorvruchten en beheersmaatregelen op deze teelt.”
Duurzame beheersing bladschimmels
Binnenkort volgt deel twee over duurzame beheersing in bladschimmels en de bonenvlieg in boontjes.
Tekst: Annabel Klein Woolthuis
Beeld: Vertify