De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) vraagt telers en importeurs zich voor te bereiden op de mogelijke toekomstige quarantainestatus van Meloidogyne enterolobii, een tropische wortelknobbelnematode. Deze nematode zal waarschijnlijk in 2021 een Q(uarantaine)-status krijgen. Bij Q-organismen is het doel de Europese Unie vrij te houden van deze organismen of, indien deze al aanwezig zijn, verdere verspreiding te voorkomen.
Toekomstige quarantainestatus voor Meloidogyne enterolobii
Meloidogyne enterolobii heeft zeer veel waardplanten, zowel houtige als kruidachtige gewassen, en komt in veel landen verspreid over de wereld voor. Ze is zeer schadelijk op onder meer tomaat, paprika en komkommer. Bestrijding is vrijwel onmogelijk, en vernietiging van besmette planten en het groeimedium is de enige betrouwbare methode om deze nematode uit te roeien. Het is vrijwel zeker dat Meloidogyne enterolobii in de loop van 2021 een EU-quarantainestatus krijgt.
Gevolgen Meloidogyne enterolobii
De NVWA treft M. enterolobii met enige regelmaat aan in de teelt en handel van tropische potplanten (waaronder Arecaceae, Chlorophytum, Ficus, Philodendron en Zelkova). Het gaat om toevallige vondsten bij import- of exportbemonsteringen voor andere soorten nematoden. Een bedrijf kan onder meer besmet raken, zodra waardplanten geïmporteerd worden uit een gebied waar deze nematode voorkomt.
Op het moment dat de Europese Unie (EU) M. enterolobii als Q-organisme aanmerkt, zal de NVWA een met M. enterolobii besmet bevonden partij weigeren voor import in Nederland. Bij een vondst op een bedrijf zal de NVWA dan maatregelen opleggen om de besmetting uit te roeien. De NVWA adviseert bedrijven daarom nu al insleep van M. enterolobii te voorkomen.
Advies aan bedrijven
Ga na of u bewortelde planten importeert uit een gebied waar M. enterolobii voorkomt. De soort komt voor in Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Azië, en is in Nederland aangetroffen op planten die afkomstig zijn uit deze werelddelen. Raadpleeg Eppo voor alle landen waar M. enterolobii nu bekend is, ga er echter vanuit dat ze in meer landen voorkomt.
Als u bewortelde planten uit een gebied importeert waar M. enterolobii voorkomt, vraag uw leverancier dan ervoor te zorgen, dat het materiaal vrij is van deze nematode. De beste garantie vormt teelt zonder contact met de volle grond. In groeimedium dat alleen uit (schoon) anorganisch materiaal, turf en/of kokosvezel bestaat, is de kans op voorkomen van M. enterolobii vrijwel nihil.
Is er op enig moment in de productiecyclus contact met de vollegrond of mogelijk besmet irrigatiewater, dan loopt u risico. Vraag de leverancier kort voor export van de partij de wortels te controleren. Zijn er knobbels, wijs de hele partij dan af: de besmetting kan al zonder zichtbare knobbels aanwezig zijn in de andere planten.
Bron: NVWA