Een groenbemester kan worden ingezet om de hoeveelheid organische stof te verhogen, uitspoeling van stikstof tegen te gaan, onkruid te onderdrukken, aaltjes te reduceren of om aan de verplichting van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) te voldoen.
Eerste percelen al geoogst
De eerste percelen met vroegruimende gewassen zoals wintergerst en tulpen zijn al weer geoogst. Deze percelen, maar ook percelen met andere vroegruimende gewassen zoals plantuien, waspeen, erwten/bonen, vroege aardappelen en wintertarwe zijn zeer geschikt voor de teelt van groenbemesters.
Effect van groenbemesters
Het effect van groenbemesters is het grootst bij vroege zaai. Vroeg zaaien leidt tot een grotere massa van blad en wortels, waardoor meer organische stof geproduceerd wordt. Een gewas dat bietencysteaaltjes reduceert (resistente bladrammenas of resistente gele mosterd), zorgt bij vroeg zaaien voor de grootste afname van deze aaltjes. Een verkeerde keuze kan echter bijdragen aan de vermeerdering van bietencyste- of andere aaltjes. De beste keuze voor de beheersing van bietencysteaaltjes is bladrammenas, gele mosterd of (voor de vergroening) een mengsel van bladrammenas en gele mosterd. Deze beide groenbemesters hebben ook een positieve rol in de beheersing van rhizoctonia!
Zaai als een volwaardig gewas
Voor een goed geslaagde groenbemesters is het belangrijk een goed los zaaibed te maken. Geef dus ook aan de zaai van groenbemesters voldoende aandacht. Daar hoort ook een stikstofgift van 60-80 kg/ha bij.
Meer informatie
In de teelthandleiding kunt u meer lezen over de teelt van groenbemesters en de effecten van groenbemesters op de ziekten en plagen die voorkomen in suikerbieten.