Aaltjes beheersing is in de teelt van aardappelen één van de grotere uitdagingen. Het aardappelcystenaaltje (Globodera pallida en Globodera rostochiensis) komt met name in de zetmeelgebieden veel voor. Maar ook buiten dit teeltgebied komen we op zowel zandgronden als kleigronden besmettingen tegen met deze cystenaaltjes.
Daarnaast zien we andere soorten aaltjes toenemen, zoals het wortellesieaaltje (Pratylenchus penetrans), vrijlevende aaltjes (Trichodorus ssp.) en wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne chitwoodi, Meloidogyne fallax en Meloidogyne hapla). Met de huidige bouwplannen waarin we veel diverse gewassen en groenbemesters telen (en dus waardplanten voor de verschillende aaltjes), zien we ook vaker mengbesmettingen voorkomen.
Plan van aanpak
Voor een goed plan van aanpak moeten we weten welke soorten aaltjes er op perceelnivo spelen en hoe zwaar de besmetting is. Alleen recent bodemonderzoek kan deze vraag beantwoorden. Een rassenkeuzetoets is bij een besmetting met aardappelcystenaaltjes een goede eerste stap. Met het juiste ras op het juiste perceel is al veel vermeerdering te voorkomen.
Daarnaast kunnen granulaten zoals Vydate 10G worden ingezet om schade en vermeerdering te beperken. Bij een beperkte besmetting is 10 kg Vydate 10G in de rij vaak al voldoende.
Een volvelds dosering met 20 kg/ha Vydate 10G is meestal de beste keuze indien er:
- Besmettingen zijn met wortelknobbelaaltje M. chitwoodi/fallax
- Meerdere soorten aaltjes aanwezig zijn op het perceel
- Hoge besmettingen worden vastgesteld
- Sprake is van het doorgebroken G. pallida – of G. rostochiensis aaltje
Wat we afgelopen droge jaren ook hebben gezien is dat het zetmeelgehalte door aaltjes besmettingen flink kan dalen. Veel objecten in onze proefvelden kregen te maken met een malus op zetmeelgehalte. Alleen de volvelds doseringen haalden de minimale grens van 19%. De verschillen tussen de granulaten waren in het veld goed zichtbaar. In onderstaande foto halverwege juni heeft de volvelds dosering van 20 kg Vydate 10G het veld al dicht. Uiteindelijk is deze snellere beginontwikkeling ook in de opbrengsten duidelijk terug te zien.
In onderstaande grafiek zijn de financiële resultaten van dit proefveld per object per ha weergegeven. De opbrengsten liggen wel lager dan gemiddeld door de droogte.
Meer informatie over aaltjes is te vinden op www.aaltjes.net
Luizenwerking van granulaten
In 2020 is onderzoek gedaan naar de luiswerking van de twee beschikbare granulaten. Het onderzoek is uitgevoerd door Proeftuin Zwaagdijk. Na opkomst werd wekelijks het aantal luizen per 25 samengestelde bladeren geteld. Hieronder ziet u de resultaten. De opkomstdatum was 5 juni.
De conclusie was dat beide granulaten een vertraging van de luisontwikkeling gaven. Vydate 10G geeft de beste werking. Ook is in 2020 een soortgelijke kasproef uitgevoerd door PPO Lelystad. Hieruit kwamen vergelijkbare resultaten.
Coloradokevers
Mede dankzij de milde winters van de afgelopen jaren, verschijnen Coloradokevers duidelijk eerder. In onze aaltjesproeven zien we een duidelijk verschil in de werking van de granulaten tegen Coloradokevers. Mede vanwege de systemische werking zien we een sterk (neven)effect van Vydate 10G. Bij de met Vydate 10G behandelde objecten (zowel in de 20 kg volvelds als de 10 kg in de rij) kon de 1e bespuiting tegen Coloradokever worden uitgesteld. Bij de andere objecten moest wel al vroeg worden ingegrepen.
Ritnaalden
Uit diverse proefvelden blijkt dat we met de huidige granulaten een onvoldoende antwoord hebben op ritnaaldenschade. Zowel Vydate 10G als het andere granulaat hebben alleen een nevenwerking tegen ritnaalden. Deze nevenwerking ontloopt elkaar niet veel. Vanuit de praktijk horen wij dat beide soorten granulaten niet het resultaat geven wat Mocap deed in het verleden. Maar bedenk dat bij hoge druk van ritnaalden ook Mocap niet het gewenste resultaat gaf tot aan de oogst.
Kiest u voor de inzet van een granulaat, dan heeft een keuze voor Vydate de volgende voordelen:
Betere bestrijding van aaltjes en een betere nevenwerking tegen coloradokevers en luizen.
Grotere bedrijfszekerheid; ook werkzaam onder drogere omstandigheden door de betere oplosbaarheid.