Akkerbouwer Johan Emmens laat 36 varkens op drie hectare zijn aardappelopslag opvreten. Als aardappels na de oogst op het land blijven liggen, kunnen ze in het daaropvolgende groeiseizoen een bron voor aaltjes vormen. Akkervarkens inzetten bij het opruimen van aardappels, maar ook bij uien, Japanse duizendknoop en berenklauw is een mooie samenwerking tussen varkenshouders en akkerbouwers.
Het bestrijden van aardappelopslag is belangrijk om vermeerdering van aardappel cysteaaltjes (ACA) te voorkomen. Huidige methoden pakken de planten boven de grond aan, maar laten de wortels vaak deels intact. Hierdoor kunnen cysten overleven. Dit kost telers extra geld zonder voldoende resultaat. De inzet van akkervarkens kan een effectieve manier zijn om aardappelopslag te verwijderen.
Aardappels opsporen
Akkerbouwer Johan Emmens zet 36 varkens in op drie hectare waar tulpen hebben gestaan. Het jaar ervoor stonden er pootaardappels en tussen de tulpen stond hierdoor veel aardappelopslag. “De varkens zijn nu aan het werk om de aardappels van dit jaar op te vreten zodat we volgend jaar geen aardappelopslag meer krijgen,” vertelt akkerbouwer Johan Emmens.
Bestrijden aardappelopslag
Uit het onderzoek Akkervarken als bestrijder van aardappelopslag van Wageningen University & Research blijkt dat akkervarkens niet alleen de aardappelopslag verminderen, maar ook bijdragen aan de beheersing van aardappel cysten aaltjes (ACA). Om de aardappelopslag te bestrijden, is het nodig de varkens direct na de oogst in te zetten, vanaf eind oktober.
Verzorging varkens
Bij het inzetten van de varkens wordt van de akkerbouwer de dagelijkse zorg voor de varkens verwacht. “Het bedrijf waar ik ze van huur regelen de hokken, het voer en de afrastering. Voor de rest is het eens per dag in de gaten houden en voeren. Het is weinig werk en ze redden zich prima”, aldus Emmens.
Milieuvriendelijk alternatief
Het wroeten van akkervarkens, gedurende zes weken, is erg effectief. Akkervarkens helpen ook bij onkruidbeheersing en de verbetering van de bodemstructuur. Ze zijn daarmee een milieuvriendelijk alternatief voor het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen.
Bron: Groen Kennisnet