De Nederlandse land- en tuinbouw loopt wereldwijd voorop in kwaliteit en duurzaamheid bij het maken van voedsel en andere groene producten. De van-boer-tot-bord en biodiversiteitsstrategie kunnen een kans zijn om de positie van de Nederlandse boer en tuinder te versterken door de wet- en regelgeving van Europa in lijn te brengen met de Nederlandse doelstellingen. De wetenschappelijke- en sociaaleconomische onderbouwing schiet echter tekort.
“Gedeelde Europese doelstellingen kunnen ons helpen bij gezonde productie en afzet op de Europese markt. Maar we moeten niet vergeten dat verduurzaming uiteindelijk op het land, in de stal en in de kas plaatsvindt en niet vanachter een bureau in Brussel. Het is zwaar teleurstellend dat onderdelen van de van-boer-tot-bord en biodiversiteitsstrategie nog veel te ver van de realiteit af staan,” aldus Léon Faassen, bestuurslid LTO Nederland.
Kansen op de interne markt
Nederlandse boeren en tuinders willen een sterke Europese markt waar voedsel en groene producten worden gewaardeerd en ondernemers een eerlijke vergoeding krijgen voor hun investeringen in duurzaamheid. Driekwart van de export van onze agrarische producten blijft binnen de Europese grenzen. Ongelijke concurrentie door lagere standaarden in het buitenland hindert ondernemers in hun verduurzaming, net als generieke Europese regels die niet bij de situatie in Nederland passen. Het is dus noodzakelijk voor ons als Nederlandse agrariërs dat Europese wet- en regelgeving aansluit bij die van Nederland. Denk aan de doelstellingen rondom klimaat, biodiversiteit, dierenwelzijn, plantgezondheid en bodem, maar ook aan de eisen voor import van buiten de EU, die op zijn minst aan dezelfde eisen moeten voldoen. Duurzaamheidsdoelen kunnen echter niet met nog meer efficiëntie en kostprijsverlagingen betaald worden. Cruciale voorwaarde voor succes is dus dat boeren en tuinders de extra inspanningen en investeringen vergoed krijgen. Dat kan alleen als consumenten meer betalen, als er een betere verdeling van de opbrengsten in de keten komt, óf als overheden de extra inspanningen vergoeden.
Gebrekkige onderbouwing
“De Europese Commissie lijkt helaas meer te zien in van bovenop opgelegde verboden dan verduurzaming vanuit het boerenerf. Dit slaat de innovatiekracht en ambitie van boeren en tuinders helemaal dood: het is het zoveelste pakket regelgeving dat over ons uit wordt gestort,” aldus Faassen.
De nieuwe strategie richt op biologische bewerking van 25% van de landbouwgrond in 2030. Natuurlijk draagt ook biologische landbouw bij aan een integrale verduurzaming van de landbouw. LTO verwelkomt groei van de biologische land- en tuinbouw als de consument die keuze maakt en dan ook de benodigde meerprijs betaalt. Enkel een van bovenop opgelegd percentage biologische productie kan echter grote schade toebrengen aan de biologische sector en zorgt voor oneerlijke concurrentie.
Verder wordt er in de biodiversiteitsstrategie aangegeven dat er in 2030 maar liefst 50% minder chemische gewasbescherming toegepast moet worden. De wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt: kilo’s zeggen niets over de milieu-impact.
“Juist in de coronacrisis is duidelijk geworden dat kennis en wetenschap leidend moeten zijn voor overheidsbeleid. Dat de Europese Commissie nu zelf blijkbaar willekeurige doelstellingen verzint is bizar,” zegt Faassen.
De Commissie wil er met de Green Deal, waar de van-boer-tot-bord en de biodiversiteitsstrategie onder vallen, voor zorgen dat Europa in 2050 het eerste klimaatneutrale continent wordt.
Faassen: “We zijn altijd helder over de klimaatopgave: we leveren al een grote bijdrage en willen best meer doen, maar dan moet het wel kunnen – er moet goed beleid en een eerlijke vergoeding tegenover staan. Helaas bieden de Europese plannen, net als zoals de Nederlandse ambities, nog niet voldoende houvast.”
Van strategie naar praktijk
De coronacrisis heeft een grote impact op de Nederlandse land- en tuinbouw. LTO Nederland heeft de Europese Commissie verzocht om de presentatie van de nieuwe strategie uit te stellen tot de herfst: boeren en tuinders zijn nu bezig met overleven. Het is teleurstellend dat de beleidsmakers zich dat onvoldoende lijken te realiseren.
De plannen worden de komende jaren uitgewerkt tot concreet beleid. Wetsvoorstellen van de Europese Commissie worden altijd eerst besproken in de EU-ministerraden en moeten altijd worden goedgekeurd door EU-lidstaten.
LTO Nederland zal haar positie onder de aandacht brengen bij de betrokken ministers in de Den Haag en richting Tweede Kamer. De uitwerking op Europees niveau, in samenwerking met koepelorganisatie COPA-COGECA, zullen we nauwgezet blijven volgen.