De Europese Unie kent sinds 1993 een wettelijke regeling voor bescherming van traditionele (streek) land- en tuinbouwproducten. Het kan gaan om een Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB), Beschermde Geografische Aanduiding (BGA) of een Gegarandeerde Traditionele Specialiteit (GTS).
De RVO voert de regeling uit voor Nederland.
Voor welke producten kan dit?
De meeste landbouwproducten en levensmiddelen komen in aanmerking voor bescherming: vlees, zuivel, wijn, vis, fruit, pasta en koekjes. Andere voorbeelden van producten die ook geregistreerd kunnen worden:
- BOB/BGA: natuurlijke gommen en harsen, hooi, etherische oliën, mosterdpasta, hooi, kurk, cochenille, bloemen en sierplanten, wol, riet en vlas.
- GTS: Kant-en-klaargerechten, bier, chocolade en afgeleide producten, brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren, dranken op basis van plantenextracten, deegwaren, zout.
Waarom die bescherming?
Het gros van de erkende Europese producten vinden we in Italië, Frankrijk en Spanje. In Nederland is de belangstelling tot op heden beperkt. Misschien heeft dat te maken met onze culinaire tradities? Het: “doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg”, zeg maar. Italianen zijn misschien trotser op hun voedsel? Wie zal het zeggen. In ieder geval, Nederlandse boeren en tuinders met een specifiek (streek) product dat op een (historisch) kenmerkende wijze wordt geproduceerd, kunnen overwegen een aanvraag te doen. Bijvoorbeeld als coöperatie.
Voordelen:
- Jouw product staat dan toch maar mooi op dat kwaliteitslijstje.
- Mogelijkheid om het Europese logo op het etiket te zetten; het geeft jouw product dat extra officiële tintje van ‘Europese erkenning’. Zie voor de logo’s: Kwaliteitsregelingen (europa.eu). Dat telt wereldwijd.
- Bescherming tegen namaak in andere landen/regio’s. In de handelsverdragen die de EU afsluit met andere landen, krijgen de beschermde producten speciale aandacht. Over dit soort zaken onderhandelt de Europese Commissie met landen als Australië, China, Mexico, India en Indonesië.
Nadelen:
- De aanvraag doen kost tijd en geld. Je bent al snel een paar jaar verder.
- Je moet je aansluiten bij een certificerende instantie, daar zijn kosten mee gemoeid.
- Als je de productspecificaties later wilt wijzigen, moet je de toelatingsprocedure opnieuw doorlopen worden.
Wie zijn er al erkend?
De Europese Commissie houdt een databank bij van alle registraties op eAmbrosia.
Een overzicht van de 15 Nederlandse producten met een Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB), Beschermde Geografische Aanduiding (BGA) of een Gegarandeerde Traditionele Specialiteit (GTS). Bekend zijn onder andere de Westlandse Druif, de Opperdoezer Ronde, Leidse Sleutelkaas maar ook de Stroopwafel. Er loopt een aanvraag voor BGA voor de Limburgse (België/Nederland) vlaai.
De procedure
Is er eenmaal een productdossier aangelegd met alle vereiste informatie, dan kan de aanvraag starten. De beoordeling is door de Adviescommissie Geografische Aanduidingen, Oorsprongsbenamingen en Gegarandeerde Traditionele Specialiteiten (AGOS), waarvan de RVO het secretariaat voert.
Als het productdossier goedgekeurd is, dan publiceert LNV de aanvraag in de Staatscourant. Als er geen bezwaren binnen komen, gaat het dossier met positief advies door naar de Europese Commissie. Die vertaalt het dossier in de 24 officiële talen van de EU en publiceert de aanvraag.
Als er na drie maanden nog geen bezwaar is ingediend, wordt het product opgenomen in het Europese register. De producent of producentenorganisatie moet zich dan aansluiten bij de controle-instantie in het register.
Bron: LTO Nederland