De afgelopen week is het neerslagtekort in ons land verder toegenomen omdat er bijna geen neerslag is gevallen. En naar verwachting houden we de komende weken droog weer. Dat betekent dat de afvoeren van de Rijn en de Maas dalen.
Rivierafvoeren
Vooral de afvoer in de Rijn is met ruim 1500 m3/s erg laag voor de tijd van het jaar. Normaal is dit 2100 m3/s. De afvoer van de Maas is momenteel ongeveer 70 m3/s en daalt licht. Hiermee zijn de rivierafvoeren op dit moment lager dan normaal in deze tijd van het jaar, maar wel voldoende om aan de watervraag te voldoen.
Grondwaterstanden
De dalende waterstanden hebben ook effect op het scheepvaartverkeer. Zo krijgt de scheepvaart op de Waal en de IJssel te maken met diepgangbeperkingen. Rijkswaterstaat publiceert minst gepeilde diepten zodat de scheepvaart kan anticiperen op de hoeveelheid lading die meegenomen kan worden. Op dit moment komen vooral op de hoger gelegen zandgronden zeer lage grondwaterstanden voor. Op die locaties is de aanvoer van rivierwater immers niet mogelijk en daardoor vallen er in die gebieden lokaal watergangen droog.
Opzetten waterpeilen
De waterschappen en Rijkswaterstaat monitoren de situatie nauwlettend en nemen waar mogelijk maatregelen zoals het preventief opzetten van waterpeilen en het vasthouden van water. Dit gebeurt onder meer in het IJsselmeergebied. Het IJsselmeerpeil is sinds vorige week extra opgezet. Ook in de Maas is het peil benedenstrooms van Maasbracht omhoog gebracht om de grondwaterstanden in de omgeving te ondersteunen.
Droogtemonitor
Wanneer er sprake is van een (dreigend) watertekort of droogte, stelt de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) een droogtemonitor op. Hierin worden de huidige situatie en de verwachtingen beschreven voor een eventueel watertekort of droogte. De informatie is gebaseerd op gegevens van waterschappen, KNMI en Rijkswaterstaat. In een periode van daadwerkelijke droogte verschijnt de droogtemonitor elke 2 weken of vaker als dat nodig is.
Dagelijkse monitoring droogte
Rijkswaterstaat en de waterschappen monitoren dagelijks de situatie met het oog op eventuele problemen met droogte, watertekort of waterkwaliteit. Tijdens het droogteseizoen (jaarlijks van april tot oktober) gebeurt dit intensiever, omdat door het groeiseizoen en stijgende temperaturen een grotere kans op watertekorten aanwezig is.