Stichting Proefboerderij Noordelijke Akkerbouw onderzoekt de effecten van verzilting op akkerbouwteelten, zo maakte de SPNA bekend tijdens de kennisdeler 2018 op proefboerderij Kollumerwaard. Volgens akkerbouwer en Delphy-adviseur Sigrid Arends, die haar akkerbouwbedrijf naast de proefboerderij runt, is het probleem groter dan gedacht: “Veel mensen, ik ook, denken dat het probleem zich alleen voordoet vlak langs de kust. Maar de kweldruk strekt zich over een veel groter gebied uit.”
Op de foto: Delphy-adviseur Arends toont tijdens een veldproef van Delphy de groei-effecten van efficiënte drip-irrigatie in pootgoed. Een aanpak die volgens haar in verziltingsgebieden extra aandacht verdient.
Arends baseert haar uitspraak op metingen die afgelopen jaar door Acacia Water zijn uitgevoerd. Daaruit bleek dat de EC-waarde (het zoutgehalte, red.) op anderhalve meter al oploopt tot 13. “En dat is voor veel akkerbouwgewassen veel te hoog”, zo vertelt ze. Pure grond heeft een EC-waarde van nul. Een te hoge EC kan ervoor zorgen dat de groei van de planten geremd wordt. Hierdoor ontstaat een lagere opbrengst, minder wortelontwikkeling en verminderde bladgroei.
“Toen wij die cijfers zagen viel bij ons het kwartje voor de mislukte spinazieoogst van 2015”, vervolgt Arends. “Er werd gewezen naar onder andere ons bemestingsplan, maar deze veel te hoge EC-waarden blijkt debet aan die mislukte oogst. Na het zaaien onder ideale omstandigheden hebben we namelijk een maand of drie geen regen meer gehad. De planten zijn dus water gaan opzuigen uit de onderste lagen van het perceel en daar is geen zoet, maar zout water. Dat is de plant uiteindelijk fataal geworden.”
Nieuw aandachtspunt
Een veranderend neerslagpatroon, bodemdaling en zeespiegelstijging zorgt in een groot deel van Noord-Nederland voor een forse toename van de zoute kwel. Het project Spaarwater onderzoekt op vier locaties in Noord-Holland, Friesland en Groningen verschillende oplossingen om verzilting tegen te gaan en duurzaam watergebruik in de agrarische sector mogelijk te maken. Opvangen van water op het eigen perceel, ondergrondse opslag van zoetwater op bedrijfsniveau, druppelirrigatie en optimalisatie van de drainage staan daarbij centraal.
Ook Arends is hiermee begonnen: “Zaken als ondergrondse wateropslag en drip-irrigatie zijn dure oplossingen, maar lijken wel te werken. De onderzoeken staan nog in de kinderschoenen, dus een echte oplossing waarvan we nu al kunnen zeggen dat het echt in alle gevallen werkt is er nog niet. Maar het wel duidelijk dat er naast aandacht voor organische stofgehalten, bodemstructuur, bemesting en vocht een nieuw aandachtspunt is bijgekomen: verzilting.”
Forse investeringen nodig
De SPNA gaat komend groeiseizoen door met het onderzoek naar de effecten van verzilting en hoopt daarin op allerlei vraagstukken rondom het probleem antwoord te krijgen. De telers uit Noord-Nederland zetten vraagtekens bij de effecten van bemesting, drainage-afstand en de kosten van irrigeren, oppompen en ondergrondse wateropslag. Arends: “Het is inderdaad een hele investering en er is nog veel niet bekend over de verziltingsproblematiek, maar er is onderzoek nodig om daarin verder te komen en daarom zijn wij er samen met SPNA ingestapt.”
Zilte teelten
Carina Rietema van Stichting Proefboerderij Noordelijke Akkerbouw onderstreept deze visie tijdens de kennisdeler meerdere malen richting de aanwezige akkerbouwers: “We werken samen met gerenommeerde partijen die verzameld zijn in het Europese Interreg project ‘Zilte teelten – SalFar’. Ook staan we in nauw contact met onze collega’s in België, waar het verziltingsonderzoek ook al wat langer loopt. Ook het onderzoek op Texel wordt nauwlettend gevolgd. Wat precies de effecten zijn op de Noordelijke klei en wat de oplossingen zijn om dit effect te bestrijden, moet in de komende tijd gaan blijken. We zijn in ieder geval op de goede weg en zoals Arends al aangaf, er zal onherroepelijk minder zoetwater beschikbaar zijn in de toekomst.”
“Nooit het besef gehad dat het hier ook speelt”
Arends – die haar akkerbouwbedrijf op ongeveer vijftien kilometer van de Waddenzee heeft staan – sluit af met de mededeling dat akkerbouwers het probleem zeker niet moeten onderschatten: “Ik heb er zelf ook nooit bij stilgestaan. Ik hoorde natuurlijk wel die verhalen van akkerbouwers op Texel en dergelijke, maar nooit het besef gehad dat het ook hier speelt. Afgelopen jaren hebben we ons vooral druk gemaakt over niet-kerende grondbewerking (NKG), het toevoegen van organische stof en nooit stilgestaan bij verzilting. Voor de akkerbouwers hier in de regio – en andere kustgebieden is het dan ook erg goed dat de SPNA hier onderzoekt naar doet, want ook vanavond blijken er ook weer veel vragen te zijn over dit onderwerp.”