De oogst van pootaardappelen is voor Jack Simons zonder noemenswaardige problemen verlopen. Enkel het loofdodingsproces zorgden voor vraagtekens bij de akkerbouwer uit Steenbergen: “De loofdoding voor het rooien liep niet geheel naar wens. Meestal kun je na het spuiten van het loof na twee of drie weken oogsten, mits de moederknollen voldoende vergaan zijn, maar dat lukte dit keer niet.”
Op de foto: Jack Simons
Het loof bleef terug groeien en wilde niet afsterven. Simons: “Het is nog niet geheel duidelijk waar dat aan heeft gelegen, want de dosering was vergelijkbaar met, of zelfs hoger, dan die van andere jaren. Misschien lag de oorzaak in de doorwas of in de stikstof die laat vrij kwam. Dat zou ik wel willen onderzoeken.”
Vroeger werd bij Maatschap Simons het loof getrokken. Dat had als nadeel dat eventuele bacteriën zich konden verspreiden over de percelen. “Je versmeert dan eigenlijk bacteriën over een veel groter gebied.” Sinds enige tijd doet Simons aan precisiebemesting met fosfaat in de richels, waardoor een grotere opbrengst aan pootgoed mogelijk is. Wellicht moet daar de oorzaak gezocht worden? “Het is merkwaardig dat het nu zo stroef verliep en dat het loof bleef hergroeien. Elk jaar is het goed gegaan met loofklappen en daarna spuiten met een bestrijdingsmiddel. Het loof zou dus moeten afsterven, maar dat wilde dit jaar niet goed lukken. Het is een groot dilemma. We kunnen eventueel terugvallen op het looftrekken dat we vroeger deden, maar daaraan zijn zoals gezegd enkele risico’s – versmering – verbonden. Aan de andere kant is het wel een mechanisch proces en daar is in de huidige tijd veel voor te zeggen.”
Als oplossing voegt Simons – op de helft van de percelen – minder stikstof toe bij de bemesting. “We zitten al twintig procent onder het advies. Wij overwegen om dat naar veertig procent onder het advies te brengen. Dat betekent dat de plant eerder afsterft en de loofdoding sneller verloopt. Nadeel is dat wij dat alleen kunnen doen op de percelen die we kunnen beregenen. Dat is bij ons ongeveer de helft, dus voor de andere helft moeten we nog een andere oplossing gaan bedenken.”
Cameratechnieken implementeren
Naast het loofdodingsvraagstuk is Simons ook druk bezig enkele innovaties door te voeren op zijn bedrijf. Simons gaat dan ook als zelfbenoemd ‘programmeerboer’ door het leven. Tijdens zijn studie aan de Wageningen Universiteit leerde hij veel over het gebruik van cameratechnieken op de akkers. “Die wetenschap wil ik in de praktijk toepassen. Ik ben nu met een project bezig om vroegtijdig onkruid te herkennen in de suikerbieten. Dat moet je niet zien als iets baanbrekends, maar je kunt aan de hand van de cameragegevens mechanische bestrijding toepassen. Daar moet het in de akkerbouw toch meer en meer naar toe. Op maatschappelijk verantwoorde wijze telen. Daar staan akkerbouwers achter, maar de kosten daarvan moeten in de hand gehouden kunnen worden.”
Vroeg oogsten
Het groeiseizoen verliep in West-Brabant, ook bekend als wielrenstreek, volgens oud-wielercoureur Simons vrij soepel. Een seizoen dat volgens de jonge akkerbouwer op andere percelen bij hem in de buurt een stuk moeizamer is verlopen. Niet in de laatste plaats vanwege de lichtere zavelgrond waarop de telers in zijn regio verbouwen: “Wij hebben vrij vroeg geoogst. Eind augustus waren we al klaar met het rooien van de aardappelen. Pas daarna werden door de vele regen de omstandigheden veel lastiger.”
Maatschap Simons teelt voor de helft van de 25 à 30 hectare pootaardappelen voor HZPC. De andere helft is Bintje vrijeteelt. Naast Bintje verbouwt hij op contractbasis de rassen Felsina en Noblesse voor HZPC, het grootste handelshuis voor pootaardappelen in Nederland. “Alles kon op tijd het land op. In juni was het aan de droge kant en moesten we veel beregenen. Ook de onkruidbestrijding viel niet helemaal mee. Maar zoals gezegd konden we vroeg oogsten, vroeger dan gemiddeld. Dat was bij collega’s, waar wij mee samenwerken, wel even anders. Bij de oogst in september was het hollen en stilstaan. Maar ook dat is allemaal voor elkaar gekomen.”