In Nederland werd in 2017 op 3,1 procent van de landbouwgrond aan biologische landbouw gedaan. Koplopers in de biologische landbouw in Europa zijn Oostenrijk en Estland die respectievelijk 23,4 procent en 19,6 procent van het areaal bestemd hebben voor biologische landbouw.
In 2017 beslaat de biologische teelt van gewassen 7,0 procent van de beschikbare landbouwgrond in de Europese Unie. In Nederland is dat 3,1 procent. Granen worden het meest biologisch geteeld met 13 procent van het biologische areaal. Duitsland en Frankrijk hebben met 14,5 procent en 14,2 procent het grootste aandeel in het totale areaal biologische granen.
Biologisch bebouwde landbouwgrond, 2017
Nederlandse teelt biologische groenten boven EU-gemiddelde
In Nederland liggen de aandelen groenten (13,0 procent) en aardappelen (2,9 procent) aanzienlijk boven het EU-gemiddelde van respectievelijk 1,1 procent en 0,2 procent. De aandelen granen (6,1 procent) en blijvende teelt (1,1 procent) liggen onder het EU-gemiddelde.
Biologisch geteelde gewassen, 2017
Beperkte rol biologische veehouderij
De laatste jaren neemt de biologische veeteelt in Nederland toe. Het aantal biologisch gehouden melkkoeien is in tien jaar met 82,5 procent gestegen. Toch speelt de biologische veehouderij in Nederland nog maar een geringe rol. Van alle melkkoeien in de EU-28 wordt gemiddeld 3,8 procent biologisch gehouden, in Nederland is dat 1,9 procent. In Europa gaat Oostenrijk aan kop in de biologische melkveehouderij. Meer dan een op de vijf Oostenrijkse melkkoeien wordt biologisch gehouden.
Biologische varkens, 2017
Nog geen één procent van de Nederlandse varkens wordt biologisch gehouden. Het land met de meeste biologische varkens is Denemarken. Daar is bijna 3 procent van alle varkens biologisch. Gemiddeld wordt 0,8 procent van de varkens in de EU-28 biologisch gehouden.
Biologische melkkoeien, 2017
Van alle Nederlandse melkkoeien wordt 1,9 procent biologisch gehouden.
Bron: CBS