In Limburg en Brabant heeft slechts 65,7 en 63,9 procent van de bedrijven een opvolger, blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. ‘Zorgwekkend’, vindt ZLTO-bestuurder Arno van Son. Volgens hem is er meer ruimte nodig om te ondernemen in de agrarische sector.
Slecht vooruitzicht voor Limburg
Limburg telt naar verhouding het minste aantal opvolgers. Van de 1.842 landbouwbedrijven met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder is er bij 1.211 bedrijven geen opvolger. Noord-Brabant staat op een tweede plek. Daar hebben 2.996 van de 4.689 bedrijven geen opvolger klaarstaan. Zeeland doet het relatief goed met 53,2 procent en hoeft alleen Flevoland en Friesland voor zich te dulden als het gaat om het aantal opvolgers.
Maatschappelijk draagvlak
Van Son wijt het gebrek aan opvolging deels aan het ontbreken van toekomstperspectief en het afkalvende maatschappelijk draagvlak. ‘Dat laatste geldt vooral voor de intensieve veehouderijsectoren. Het is lastig om jongeren enthousiast te krijgen en dus ook niet meer zo vanzelfsprekend dat het oudste kind de boerderij overneemt.’
Ook Van Son vindt het een zorgelijke ontwikkeling. ‘Het gaat niet alleen om voedselproductie, ook de leefbaarheid van het platteland staat op het spel. De beleidsbepalers moeten zich afvragen of ze wel op de goede weg zitten. Vooral de jonge generatie moet een langetermijnperspectief hebben met een realistische stip op de horizon. Het beleid is nu veel te wisselvallig.’
Oplossingen en toekomstperspectief
ZLTO werkt hard om het toekomstperspectief voor boeren te verbeteren, zegt Van Son. ‘Onze lobby is erop gericht om boeren voldoende ruimte te geven om te ondernemen. Je ziet nu veel opkoopregelingen, dat is voor de toekomst van de sector niet goed. Je kunt de problemen beter oplossen door innovatie te stimuleren, zodat de sector toekomstbestendig wordt.’
Maatschappelijk draagvlak
Wat maatschappelijk draagvlak betreft is Van Son optimistisch. ‘We communiceren tegenwoordig veel vanuit de sector. We laten steeds beter zien waar we als agrarische sector voor staan en wat we kunnen betekenen. Met deze coronacrisis merk je al dat burgers meer rechtstreeks bij de boer kopen en dat de waardering voor voedsel hoger is. Daar moeten we op voortborduren.’
Enthousiaste jonge ondernemers
‘Daarnaast zie ik om me heen veel enthousiaste jonge ondernemers die er zin in hebben en trots zijn op hun beroep. Jongerenorganisaties als BAJK en initiatieven als Trotse Jonge Boeren proberen op hun eigen manier te laten zien hoe waardevol de agrarische sector is. Bij ZLTO proberen we dat te faciliteren en de jeugd te betrekken bij wat we doen.
Bron: ZLTO