Tijdens het jaarcongres van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) in Nijkerk passeerde diverse nieuwe ontwikkelingen de revue. Het meest opvallende onderwerp op de agenda was de vraag of zonneakkers financieel aantrekkelijk zijn of niet. “Er zitten veel fiscale haken en ogen aan”, zo stelt Peter van Brakel van Accon AVM.
Volgens van Brakel hebben veel akkerbouwers interesse in dit nieuwe ‘product’, maar zijn er nog ontzettend veel onduidelijkheden over de financiële kant. “Ik ga hier niet roepen dat het wel of niet rendabel is voor akkerbouwers om deze stap te zetten. Financieel gezien wordt het pas aantrekkelijk bij enorme stukken land. De aansluitkosten zijn zo hoog, dat die bij een zonnepark van twee hectare nooit terug te verdienen zijn. We praten dus over enorme percelen, die niet meer voor het verbouwen van gewassen te gebruiken zijn. Veel akkerbouwers hebben toch wel moeite om voor twintig jaar afscheid te moeten nemen van de cultuurgronden waarop ze jarenlang gewassen hebben geteeld.”
“Totaal andere manier van ondernemen”
Toch is er volgens Van Brakel een snel stijgende vraag naar dit nieuwe product dat in het kader van ‘energie-neutraal’ wel heel toekomstbestendig en duurzaam is. “Momenteel ligt de opbrengst van zonneweides een stuk hoger dan bijvoorbeeld bij het telen van granen. We weten nu natuurlijk niet of dat over tien jaar nog steeds zo is. Bovendien is het een totaal andere manier van ondernemen, waarbij de akkerbouwer transformeert van boer naar belegger die speculeert op energieprijzen.”
Oudere akkerbouwers
Opvallend zijn de demografische kenmerken van de groep telers die overwegen om over te stappen. “Qua leeftijd en sociaaleconomische status zijn dit vooral de wat oudere akkerbouwers. Zij zien zonneakkers als een mooie manier om hun werkzame leven af te sluiten en zijn bereid om de laatste jaren als ondernemer als ‘belegger’ door te brengen.”
“Dan wordt een zonneakker al snel financieel aantrekkelijk”
Van Brakel vervolgt: “Dat wil overigens niet zeggen dat jongere akkerbouwers geen interesse tonen. De akkerbouwer blijft namelijk wel grondeigenaar en bij het verhuren van cultuurgronden zien we vaak dat de opbrengsten van verhuur lager uitvallen dan de belastingclaims op huurgronden. Dan wordt een zonneakker al snel een financieel aantrekkelijke optie.”
Gunstig lange termijnperspectief
De adviseur van Accon AVM ziet dan ook veel kansen voor de ontwikkeling van zonneakkers bij akkerbouwbedrijven. “Niet eens zozeer vanuit een ideologische gedachten, maar puur financieel. Op de lange termijn zullen de rendementen van zonneparken alleen maar hoger worden. De huidige panelen zijn misschien nog niet rendabel genoeg en worden vaak door middel van subsidie aantrekkelijk gemaakt. Maar er komt een tijd dat dat niet meer nodig is, kijk maar naar de situatie in Duitsland.”
Akkerbouw grootste groep
Van Brakel benadrukt dat Accon geen voor- of tegenstander is van zonneparken, een thema dat komende tijd bij veel akkerbouwbijeenkomsten op de agenda staat. “Wij gaan puur in op de vragen vanuit de sector. Overigens komen die niet alleen van akkerbouwers, ook vanuit de veehouderij komen er steeds vaker vragen over zonneakkers bij ons binnen. De akkerbouwers zijn wel de grootste groep die bij ons komen met vragen over dit thema. Het is ook de sector die het meest met dit fenomeen te maken krijgt. Er is heel veel grond nodig om het aantrekkelijk te maken en dat maakt de akkerbouwsector het meest interessant voor dit soort projecten.”
“Eerst de daken vol en dan pas kostbare cultuurgronden volbouwen”
Maar voordat een teler in dit traject stapt, is het wel belangrijk dat de fiscale vragen beantwoord zijn, want de belastingtechnische kant is volgens van Brakel heel complex. “Persoonlijk denk ik dat zonneakkers een mooie toekomst tegemoet gaan, maar de mensen die zeggen ‘eerst de daken vol met zonnepanelen en dan pas de kostbare cultuurgronden’ hebben in mijn optiek een zeer goed punt.”