De akkerbouwsector wordt mede door de mestwetgeving gedwongen om meer samen te werken met andere sectoren. “Vanuit de akkerbouw wordt vooral samenwerking gezocht met de veehouderij”, zo concludeert Veldleeuwerik-directeur Hedwig Boerrigter tijdens het vorige week gehouden congres ter ere van het 15-jarig bestaan van de stichting. “Wat de één levert, kan de ander gebruiken.”
Op de foto: gastvrouw & gastheer Willy en Dick Grijssen
Toekomstvisie
Op diezelfde bijeenkomst deed voorzitter Gerard Doornbos een doekje open over de toekomst van Stichting Veldleeuwerik en daarin staat verbreding op alle vlakken centraal. Doornbos: “Veldleeuwerik mikt op een voortdurende progressie in de breedte. We werken dan ook met een integraal programma dat vanuit de telers zelf afkomstig is. Doelstellingen worden niet van bovenaf opgelegd en dat is exact de reden waarom alle onze leden geloven in wat ze doen.”
“Veldleeuwerik gelooft in een ketenaanpak en samenwerking”
Doornbos was tot zijn veertigste zelf akkerbouwer in het Flevolandse Nagele, maar velen kennen hem tot op de dag van vandaag vooral als LTO-voorzitter. Die functie is inmiddels verruild voor het voorzitterschap van Veldleeuwerik, een club met duidelijke doelstellingen: het verduurzamen van de Nederlandse akkerbouw. “De liefde voor het akkerbouwvak is altijd gebleven, mijn zoon runt nu het bedrijf in Nagele dus die verbondenheid is er altijd geweest. Vernieuwingen in de akkerbouw zorgen er vaak voor dat partijen met gevestigde belangen de deur dicht houden. Veldleeuwerik bestaat uit een groep enthousiaste ondernemers, die niet werken met afvinklijstjes. Wij geloven in een ketenaanpak en willen dit voor de toekomst nog meer versterken. Concreet betekent dit samen kennis delen met je collega’s, ketenpartners en de afzetmarkten. Combineer dit met draagvlak in de samenleving en dan heb je de kern te pakken die de kracht van Veldleeuwerik vertegenwoordigt.”
Lees verder onder afbeelding
Kopgroep
Alles samenbrengen zou in theorie ervoor kunnen zorgen dat de voorlopers positie die Veldleeuwerik-telers over het algemeen hebben verloren kan gaan. Zo vlak voor de Tour de France heeft Doornbos hierop een treffend antwoord: “De massa moet aansluiten bij Veldleeuwerik, maar we zullen blijven vernieuwen en de kopgroep blijven. Er zullen altijd dingen zijn waarvan het peloton straks gaat zeggen: ‘Zo ver waren wij toen nog niet’ en dat is en zal de meerwaarde van Veldleeuwerik blijven.”
Zelfkritisch
Toch ziet Doornbos ook voldoende reden om ook binnen de stichting vernieuwingen door te voeren: “Na vijftien jaar is het tijd om alle visies een keer te herijken. We laten onze thema’s en doelstellingen niet los, maar gaan in de regiogroepen komende werkgroepen creëren. De belangrijke thema’s zullen zij actualiseren, dat gebeurt niet vanuit het bestuur maar vanuit de telers. Een belangrijk speerpunt daarin zal zijn om de certificering te versimpelen en dit proces praktischer aan te pakken. Ook streven we naar meer beslissingsbevoegdheid voor onze regiogroepen. Zodat ze autonoom richting bijvoorbeeld de provinciale overheid een vuist kunnen maken. Alleen op die manier kunnen we Veldleeuwerik nog meer klaar maken voor de toekomst.”
“Veel meer aandacht voor de bodem en gewasbescherming”
De viering van 15-jaar Veldleeuwerik vond plaats bij Maatschap Grijssen in Zeewolde. Dick Grijssen was samen met zijn vrouw Willy de hele dag gastheer tijdens de diverse toespraken en workshops op zijn erf. Dat Veldleeuwerik zich de komende jaren nog meer wil richten op verduurzaming van bodembeheer, gewasbescherming en het verbetering van biodiversiteit klinkt de akkerbouwer als muziek in de oren. “In het begin was ik eigenlijk een beetje sceptisch over Veldleeuwerik. Ik dacht nog meer regels en verplichtingen. En daar had ik geen zin in. Toch ben ik acht jaar geleden door andere leden overgehaald om deel te nemen en inmiddels ben ik vol overtuiging een Veldleeuwerik-teler. Er is sindsdien heel veel veranderd op het bedrijf. Veel meer aandacht voor de bodem en gewasbescherming. De teelttechnieken zijn hierop aangepast, evenals het machinepark. In de praktijk betekent dat we (meestal) met lichtere machines zijn gaan werken.”
Onderdeel zijn van Veldleeuwerik betekent volgens Grijsen vooral veel dingen uitproberen: “Soms lukt het en soms ook niet en dan ga je terug naar de basis. Maar je wordt door andere teler voortdurend geprikkeld om vernieuwingen door te voeren.”
In tegenstelling tot enkele andere Veldleeuwerik-telers heeft Grijsen niet de overstap gemaakt naar biologisch. “Nee, maar ik ben wel andere gewassen gaan telen om de bodem gezond te houden. We gaan bijvoorbeeld niet mee in de trend om meer suikerbieten te gaan verbouwen.”
De viering van 15-jaar Veldleeuwerik vindt midden in het groeiseizoen plaats. Grijsen benadruk graag tijd vrij te maken voor een dergelijke bijeenkomst waar honderden mensen op af komen. Maar eigenlijk had hij zijn tijd nóg liever op het land doorgebracht: “Ik wil mijn vak graag uitdragen en ben trots op mijn bedrijf, maar ik sta ook te trappelen om het onkruid op de akkers te lijf te gaan. Ik moet de uien nog door en ook in de wortelen en aardappelen staat hier en daar nog wel wat. Dus hoe leuk het ook was om iedereen hier te mogen ontvangen, de komende tijd gaan we weer gewoon het land op.”