De weersomstandigheden dit voorjaar laten het op veel plaatsen toe om vroeg te kunnen zaaien. Sommige telers stellen de vraag of het niet te risicovol is om nu al te zaaien, met het oog op mogelijke schietervorming later in het seizoen. Op basis van ervaringen uit het verleden kan gesteld zijn dat het risico op schietervorming vooral bij zaai vóór 10 maart reëel is.
Met de huidige verwachting voor de maximumtemperaturen in deze week, is de kans op schietervorming zodanig verlaagd, dat wachten met zaaien niet nodig is, aldus het IRS.
Welke rassen zijn meer of minder vatbaar?
Rassen met een meervoudige resistentie gaven in het verleden meer kans op schieters, al zijn daar de laatste jaren geen duidelijke aanwijzingen meer voor. Er zijn geen aparte proefvelden voor schietergevoeligheid meer, omdat de meerwaarde daarvan zeer beperkt bleek door het gebrek aan koude voorjaren. Bij het rassenonderzoek is wel nagegaan of rassen tijdens het seizoen schieters vormen. In het huidige rassenassortiment zijn de afgelopen jaren geen rassen opgevallen die een verhoogde kans op schietervorming hebben.
Wanneer ontstaan schieters?
Schietervorming ontstaat door vernalisatie. Dit is een biochemisch proces in de plant dat in gang gezet is door koude omstandigheden of andere stresscondities. Vanaf het moment dat het zaad vocht heeft opgenomen tot in juni, is de hoeveelheid koude bepalend hiervoor. De vernalisatie is het sterkst tussen drie en twaalf graden Celcius. Hoe langer een dergelijk lage temperatuur aanhoudt, hoe meer vernalisatie.
Als vuistregel is gesteld dat de kans op schieters groot is als er na het zaaien meer dan 40 dagen voorkomen waarbij de maximum dagtemperatuur lager is dan 12 °C. Andere stressfactoren die de schietervorming kunnen bevorderen zijn een trage opkomst door diep zaaien, korstvorming of veel regen of een zware herbicidebespuiting. Bietenplanten met voldoende vernalisatie gaan schieten bij een daglengte van meer dan twaalf uur.
Het proces van vernalisatie kan (deels) teruggedraaid zijn door hoge temperaturen en veel licht. Dit proces heet devernalisatie. Stijgt de temperatuur vrij snel na de koudeperiode naar waarden boven de 20 ºC, dan neemt de gevoeligheid voor schietervorming weer af. Meer informatie over schieters is te lezen in de IRS-teelthandleiding.
Bron en beeld: IRS