Bij een aantal diagnostiekmonsters die bij de IRS-bietenkliniek zijn binnengekomen is een voor suikerbieten te lage pH van 4,5 en 4,7 gemeten. Een pH-CaCl2 beneden de 5,0 leidt tot slecht groeiende bieten waardoor de opbrengst fors achter kan blijven. Daarnaast is de kans op schade door onder andere aphanomyces, rhizoctonia en aaltjes groter.
Bovendien veroorzaken residuen van herbiciden uit een voorteelt sneller schade bij een lage pH. Met name op lichtere gronden, maar ook op (oude) kleigronden waar de laatste jaren weinig is bekalkt, is de kans op een te lage pH aanwezig. Om in volgende jaren te voorkomen dat dit tot opbrengstderving leidt, is het zaak om tijdig te bekalken. Dit kan bijvoorbeeld na de graanoogst gebeuren, maar ook na een ander gewas voor de bieten met een snelwerkende kalkmeststof als Betacal, aldus het IRS.
Variatie in percelen
Binnen percelen, zeker wanneer deze groot en/of heterogeen zijn, is vaak variatie in de pH aanwezig. Door op meerdere plaatsen de pH te bemonsteren, bijvoorbeeld op plekken waar de bieten slechter groeien, of door een bodemscan uit te laten voeren, kan deze variatie in kaart zijn gebracht en kan de kalkgift pleksgewijs aangepast zijn.
Herkenning
Een lage pH is te herkennen aan een achterblijvende groei van de bieten. Blad kleurt lichtgroen en kleurt later geel. Wortels ontwikkelen slecht en zijn regelmatig zwart. Dit beperkt onder andere de fosfaatopname, waardoor een paars-/roodachtige bladverkleuring te zien is.
De optimale pH voor uw perceel is afhankelijk van de grondsoort, het organische stofgehalte en het bouwplan. Op zavel- en kleigronden speelt ook het lutumgehalte een rol. Suikerbieten verlangen een hogere pH, terwijl aardappelen goed gedijen bij een lagere pH. Meer informatie over bekalken vindt u in de IRS-teelthandleiding.
De IRS-applicatie kalkbemesting kan u helpen om hoogte van de kalkgift voor uw perceel te bepalen.
Bron en beeld: IRS