Het afgelopen suikerbietenseizoen 2024 stond bol van de uitdagingen. Het weerspiegelt de dynamiek waarmee de hele landbouwsector te maken heeft. De wisselende weersomstandigheden, ziekten en bodemproblematiek maakten het een jaar van uitersten voor de suikerbietenteelt in Nederland. Wim Zandvoort, salesmanager bij SESVANDERHAVE, blikt terug op de lessen van dit seizoen en deelt zijn visie op de aanpak voor 2025.
De ontwikkelingen in genetica en teeltstrategieën bieden volgens hem handvatten om ook in een veranderend klimaat succesvol te blijven.
Als we vooruitkijken naar 2025, staan telers voor belangrijke, maar ingewikkelde keuzes. De introductie van nieuwe rassen met sterke tolerantie tegen rhizomanie en bietencysteaaltjes biedt perspectief. Tegelijkertijd vraagt het vinden van een balans tussen opbrengst, ziekteresistentie en bemesting om maatwerk. “Het draait om een brede aanpak”, aldus Zandvoort.
Een seizoen van uitersten
Het jaar 2024 stelde de veelzijdigheid en veerkracht van suikerbietentelers op de proef. De omstandigheden liepen per regio uiteen. In het noorden, waar de zware kleigronden al vroeg bewerkt konden worden, waren telers rond Pasen al druk aan het zaaien. “En dat zag je terug in de resultaten”, vertelt Zandvoort. “Goede opbrengsten en hoge suikergehaltes.”
In het zuiden vertelde het suikerbietenseizoen helaas een heel ander verhaal. Het natte voorjaar hield aan en op veel plaatsen bleef de grond tot ver in het seizoen onberijdbaar. “Telers daar moesten wachten. Tegen de tijd dat er gezaaid kon worden, was het seizoen kort en kreeg de teelt te maken met een hoge ziektedruk”, vertelt Zandvoort. Vooral Aphanomyces, een gevreesde bodemschimmel, maakte het telers lastig. “Kleine bieten hebben weinig weerstand tegen deze schimmel”, vervolgt hij. “En met langdurig natte omstandigheden krijg je dunne plantenstand en misvormde wortels.”
Kun je zulke uitdagingen voorkomen? Zandvoort heeft hier helaas nog geen helpend antwoord op. “Soms is het simpelweg pech. Als het blijft regenen, ben je kwetsbaar. Maar dat betekent niet dat je helemaal machteloos bent. Een goede waterafvoer maakt al een groot verschil. En zodra je grond er klaar voor is, moet je niet meer aarzelen maar direct zaaien.”
De impact van ziekten en resistentie
Bladschimmels, met Cercospora als grootste boosdoener, zorgden in 2024 voor een onverwacht hoge ziektedruk. Zelfs regio’s die normaal gesproken weinig last hebben van deze ziekte zagen percelen met aangetaste bladeren. “Het was verrassend”, vertelt Zandvoort.
“Cercospora kan tot wel dertig procent opbrengstverlies veroorzaken als je niet ingrijpt”, zegt Zandvoort. Genetisch verbeterde rassen helpen om de druk te verlagen, maar alleen met resistentie red je het niet. “Zelfs rassen met hoge resistentiecijfers hebben chemische ondersteuning nodig. Zonder adequate inzet van chemie blijven de resultaten vaak achter bij de verwachtingen.”
Een opvallend punt van zorg is de diversiteit binnen Cercospora. “We weten dat er meerdere typen zijn”, vervolgt Zandvoort. Het ontwikkelen van effectieve strategieën tegen deze ziekte staat daarom hoog op de agenda.
Brede resistentie betekent veerkracht
Volgens SESVANDERHAVE ligt de toekomst in een brede resistentieaanpak. “Onze genetica moet op meerdere fronten sterk zijn”, benadrukt Zandvoort. “Alleen zo blijft de teelt bestand tegen onverwachte uitbraken van ziekten zoals Cercospora, meeldauw of roest.”
Deze visie staat in contrast met de CR+-technologie, die op een smalle genetische basis rust. “Dat is een gevaarlijk spel”, waarschuwt hij. “Als één gen wordt doorbroken, ben je al je bescherming kwijt. Kijk maar naar de problemen met gele roest in tarwe of phytophthora in aardappelen. Wij kiezen voor een brede genetische diversiteit om dat te voorkomen.”
Een brede resistentie-aanpak kent echter ook nadelen. Het combineren van meerdere resistenties kan ten koste gaan van het opbrengstpotentieel. “Het is een kwestie van balans”, geeft Zandvoort toe. “Je kunt kiezen voor iets lagere opbrengsten met bescherming, of voor hogere opbrengsten met het risico op een misoogst. Elke teler moet daar een bewuste keuze in maken.”
Volgens Zandvoort ligt de oplossing in maatwerk. “Sommige percelen hebben maximale bladgezondheid nodig, terwijl andere telers meer waarde hechten aan suikergehalte of snelle grondbedekking. Het gaat erom wat past bij jouw situatie en bedrijfsvoering. Denk strategisch en kijk naar het totaalplaatje.”
Nieuwe rassen
Met de komst van nieuwe rassen op de rassenlijst krijgen telers dit jaar meer mogelijkheden om de uitdagingen in de suikerbietenteelt aan te pakken. SESVANDERHAVE introduceert onder meer Brumby en Baltimore, rassen die zich richten op specifieke problemen zoals rhizomanie en bietencysteaaltjes (BCA). “Deze rassen combineren sterke resistentie met hoge suikergehaltes en lage tarra.” Vooral in regio’s zoals zuidwest-Nederland en de polders, waar deze problemen vaker voorkomen, verwacht hij dat deze nieuwe opties telers kunnen ontlasten.
Naast de nieuwkomers blijven enkele gevestigde namen ook populair. Yukon, bijvoorbeeld, is voor telers al jaren een betrouwbare keuze. “Dit ras presteert indrukwekkend stabiel”, vertelt Zandvoort. “Zelfs onder moeilijke omstandigheden zoals droogte en hitte levert het consistent hoge suikergehaltes. Onze genetica houdt wel van een beetje hittestress.”
Ook het ras Jewel verdient een vermelding. Dit relatief nieuwe ras wordt geroemd om zijn zoete karakter en goede prestaties, vooral op gronden waar een gladde biet gewenst is. “Jewel doet zijn naam eer aan”, zegt Zandvoort. “Het is echt een mooi ras dat de telers veel te bieden heeft.”
Met een mix van innovatieve nieuwkomers en beproefde klassiekers geeft SESVANDERHAVE telers de kans om een bewuste en strategische keuze te maken.
Welke cijfers tellen?
Bij het selecteren van een bietenras draait het om meer dan alleen de hoogste financiële opbrengst. Hoewel de rassenlijst relatief eenvoudige cijfers toont, zoals een financiële opbrengst van 101 versus 98, schuilt daarachter een complexer verhaal. “Veel telers kijken naar dat getal van 101 en zien het automatisch als beter”, vertelt Zandvoort. “Maar dat is te kort door de bocht. Die 98 kan bijvoorbeeld een hoger suikergehalte hebben, wat gunstiger is voor de fabriek en uiteindelijk ook voor de uitbetaling. Het verschil tussen deze cijfers is vaak zo klein dat telers het in de praktijk nauwelijks merken. Staar je dus niet blind op financiële opbrengsten.”
Een passend ras kiezen betekent afwegingen maken. “Als je bijvoorbeeld een ras kiest met een iets lager resistentiecijfer voor bladgezondheid, kun je er alsnog voor kiezen om dit ras vroeg te oogsten om ziekte-uitbraken voor te zijn. Of je kiest voor een ras met uitstekende resistentie, zodat je minder afhankelijk bent van chemie en de plant langer gezond blijft. Het gaat erom wat past bij jouw omstandigheden.”
Beperkt bemesten
Goed omgaan met je gewas is essentieel. Hoewel SESVANDERHAVE adviseert om stikstof zorgvuldig te doseren, blijkt dit in de praktijk een uitdaging. Veel telers blijven royaal bemesten, ondanks dat dit kan leiden tot lagere suikergehaltes en een zwakkere weerbaarheid.
“Het draait wederom om balans”, benadrukt Zandvoort. “Bieten hebben stikstof nodig om goed te groeien, maar te veel stikstof werkt averechts. Het verlaagt niet alleen de suikergehaltes, maar maakt de planten ook vatbaarder voor ziekten zoals Cercospora. Een overschot aan stikstof stimuleert namelijk overmatige bladgroei, waardoor het gewas dichter wordt en vocht langer vasthoudt, ideale omstandigheden voor bladschimmels. Door bewuster om te gaan met bemesting en beter te sturen op de specifieke behoeften van je bodem en gewas, kun je niet alleen de ziektedruk verminderen maar ook de suikeropbrengst optimaliseren.”
Innovaties en toekomstperspectieven
In 2025 blijft SESVANDERHAVE investeren in onderzoek en ontwikkeling, zoals plantversterkers en biologische stimulanten. Het doel is om bieten sterker en weerbaarder te maken tegen ziekten en extreme weersomstandigheden. “Onze planten moeten zich lekker voelen”, stelt Zandvoort. Dit vereist een combinatie van genetische vooruitgang, slimme bemesting en adaptief bodembeheer.
Tekst: Annabel Klein Woolthuis
Beeld: SESVANDERHAVE
Ontvang de Akkerbouwkrant gratis thuis op de mat
Dit, en vele andere verhalen recht uit het veld, lees je in de Akkerbouwkrant. Wil je ook de mooiste artikelen en reportages thuis op de mat?
De Akkerbouwkrant verschijnt zes keer per jaar met elke uitgave een verdiepend thema. De Akkerbouwkrant is semi-redactioneel en brengt positieve artikelen uit de markt. Met diverse reportages en praktijkervaringen komt de akkerbouwer aan het woord.
Klik hiernaast of ga naar akkerbouwbedrijf.nl/abonneren voor alle mogelijkheden.