Jan Willem Baas is voorzitter van Het Comité van Graanhandelaren en bestuurslid van BO Akkerbouw. “Uitdagingen maar ook zeker kansen ziet Jan Willem voor de Nederlandse akkerbouwers. Onderzoek, innovatie en samenwerking binnen de keten spelen hierbij een belangrijke rol.”
Lees hieronder het interview van BO Akkerbouw met Jan Willem Baas.
Wat doet het Comité van Graanhandelaren?
“Heel veel. Het Comité van Graanhandelaren behartigt de belangen voor een onbelemmerde handel van granen, zaden en peulvruchten. We zijn een brancheorganisatie en hebben 120 leden. Onze leden zijn bedrijven actief in de handel, op- en overslag en mengvoederproductie, maar ook bedrijven die kwaliteitscontroles uitvoeren. Naast het wegnemen van handelsbelemmeringen, zetten we ons ook in om de voedselveiligheid te waarborgen. We werken veel samen met andere organisaties. In Europa onderhouden we nauwe banden met onze koepelorganisatie COCERAL.”
“De handel in granen, zaden, peulvruchten en diervoedergrondstoffen is een vak apart. Daarom geeft Het Comité jaarlijks de cursus Graanhandel. Hierin komen alle aspecten van de grondstoffenhandel voor de agri-sector aan bod, bijvoorbeeld logistiek, producteigenschappen, markt, handelsgeschiedenis en het contractenrecht.”
Hoe gaat het nu met de graanhandel vanuit de Oekraïne?
“De coronacrisis en de oorlog in de Oekraïne zorgden voor een stijging van de graanprijs. Oekraïne behoort tot de grootste graanexporteurs ter wereld en levert jaarlijks meer dan 45 miljoen ton aan de wereldmarkt. De Graandeal maakt het mogelijk om graan uit de Oekraïne via de havens te verschepen. Hierdoor is de graanprijs iets gezakt. Het verschepen gebeurt onder toezicht van de Verenigde Naties en Turkije. Op 19 maart loopt deze Graandeal af en moet deze verlengd worden. Hiervoor moet Rusland toestemming geven.”
Hoe is de samenwerking met BO Akkerbouw?
“Samenwerken met BO Akkerbouw doen we op veel vlakken. In het bestuur, maar ook via deelname aan stuurgroepen en werkgroepen van programma’s en onderzoeksprojecten. Op dit moment staat veel in het teken van het Landbouwakkoord. BO Akkerbouw, maar ook enkele bestuursleden zijn betrokken bij de sectortafels. Daarnaast zijn we als Het Comité van Graanhandelaren nauw betrokken bij het Actieplan Plantgezondheid van BO Akkerbouw. We werken hierin samen aan de ambitie om in 2030 als akkerbouwsector koploper te zijn in duurzame teeltmethoden. En daarnaast nemen natuurlijk onze leden deel aan verschillende stuur- en werkgroepen. We praten en denken dus mee over de akkerbouw van morgen op verschillende niveaus.”
PPS Nederlandse Baktarwe
Vorig jaar is de nieuwe PPS Nederlandse Baktarwe als onderzoek goedgekeurd. Kun je daar iets over vertellen?
“Ik vind dat een heel mooi initiatief. Een mooi voorbeeld van samenwerken in de volledige keten. Met als doel een goede kwaliteit Nederlandse baktarwe te realiseren. Hard nodig, want sinds de oorlog in Oekraïne is de behoefte om meer zelfvoorzienend te zijn in de productie van baktarwe verder gegroeid. Daarnaast sluit het initiatief mooi aan op nationaal maar ook Europees beleid. Denk aan de Nationale Eiwitstrategie, die tot doel heeft om de komende jaren de zelfvoorzieningsgraad van plantaardige eiwitten te vergroten. En de Farm to Fork-strategie. De Europese aanpak voor het leveren van duurzame voeding.”
Wat is de belangrijkste uitdaging voor akkerbouwers?
“Hoe gaan we alle mooie plannen vanuit de Europese Green Deal en het Actieplan Farm to Fork in de praktijk brengen? Om klimaatneutraal te zijn in 2050 worden best wat eisen gesteld. De afhankelijkheid van chemische pesticiden moet worden verminderd en het aandeel biologische landbouw moet worden vergroot tot 25%. Hoe zorgen we voor een goed werkbaar model? Ook in relatie met andere maatschappelijke problematiek zoals bijvoorbeeld de woningnood. Hoe houden we als sector bijvoorbeeld voldoende areaal? Onze invloed laten we gelden door bijvoorbeeld gesprekken binnen Nederland maar ook op Europees niveau. Dit doen we samen met onze Europese partner COCERAL.”
Waar liggen de grootste kansen voor akkerbouwers?
“Er is meer vraag naar plantaardige voeding en biobased producten. In Nederland kunnen we deze producten maken. We kunnen dus produceren waar de markt behoefte aan heeft. Een eerlijk verdienmodel blijft hierbij een aandachtspunt. Toch ben ik van mening dat je door samenwerking in de volledige keten over dit punt goed afspraken kunt maken.”
Bron: BO Akkerbouw