Binnen de NEPG (EU-04) zijn er diverse vraagtekens voor de komende maanden. Met het oog op het huidige seizoen is natuurlijk de vraag hoe de markt zich verder zal ontwikkelen. De NEPG ontvangt van verschillende landen de geluiden dat de voorraden beperkt zijn.
Uit de laatste inventarisatie van VTA in Nederland blijkt dat de vrije voorraad 13 procent lager is dan vorig seizoen en niet minder dan 20 procent lager dan het vijfjarig gemiddelde. Dezelfde geluiden komen uit de andere NEPG landen. Met een goede vraag vanuit de industrie blijft de stemming hopelijk positief.
Vooruitkijkend naar aankomend seizoen is het de vraag hoe het areaal zich binnen de NEPG-landen zal ontwikkelen. Normaal gesproken zou de sterke stijging van de contractprijzen een directe impact op de grootte van het aardappelareaal hebben. De wispelturige graanmarkt, waar de graanprijzen enigszins getemperd zijn de laatste maanden, speelt daar ook een rol in. Een uitbreiding van het aardappelareaal , vanwege een historische stijging van de contractprijzen, van enkele procenten lijkt het meest waarschijnlijk scenario onder deze omstandigheden. Of dit ook daadwerkelijk gaat gebeuren, valt nog te bezien.
Veel ruimte lijkt er in het aardappelareaal niet te zijn voor structurele uitbreiding in Nederland en België. Met name door gebrek aan (nieuw) aardappelland, het nieuwe GLB, de vergroening afspraken gekoppeld aan de Green Deal waaraan moet zijn voldaan en de gestegen grondprijzen.
Hectareverschuiving
Uitbreiding van het consumptieaardappelareaal in Nederland moet grotendeels ten koste gaan van het zetmeel- of pootaardappelareaal. In de traditionele kleiteeltgebieden lijken telers de voorkeur te geven aan het hoogste mogelijk gecontracteerd tonnage, maar niet in een duidelijke uitbreiding.
Binnen de NEPG-zone (EU-4), liggen kansen in het noorden van Duitsland door een verschuiving van tafel- en zetmeelaardappelen tot het versnipperen van (friet)aardappelen. Het nadeel in deze regio blijft de afstand tot het epicentrum van de verwerkingscapaciteit, dat zich in het zuiden van Nederland bevindt en in België. Daarnaast moet concurrentie zijn aangegaan met andere gewassen die het afgelopen jaar goed hebben gepresteerd. Ook in Frankrijk zal de hectarewinst moeten komen van de omschakeling van poot- en consumptieaardappelen naar fritesrassen.
In Frankrijk en Duitsland zijn bovendien niet alle gebieden geschikt voor intensieve aardappelteelt door gebrek aan irrigatie-opties. Nieuwe wetgeving in België, of deze nu gekoppeld is aan het stikstofgebruik of een aardappelteeltverbod (onder andere teelten op ruggen, maïs,…) in zones met hoge erosierisico’s op duizenden hectaren land kunnen de komende jaren het aardappelareaal sterk doen afnemen.
Zorgen om zaadproductie en beschikbaarheid
De NEPG-zone, maar ook andere zaadproducerende landen zoals Denemarken en Schotland, kunnen minimaal 5.000 hectare en misschien zelfs meer areaal verliezen voor zaadproductie. Deze verlaging is voornamelijk het gevolg van een overstap van zaadproductie naar meer areaal voor verwerkingsrassen. Dit als gevolg van de lage winstgevendheid in de zaadsector. Maar ook met het oog op nieuwe beperkingen met betrekking tot strengere wetgeving bij het gebruik van pesticiden.
Zaadhandelaren maken zich zorgen over de zekerheid van de beschikbaarheid van zaden en de risico’s van hogere prijzen. De verwerkende industrie heeft meer aardappelareaal en -productie nodig, maar om de industrie te voeden is er genoeg pootgoed en zaaizaad nodig.
Lage waterreserves en droogte
Tegelijkertijd is vooral in de zuidelijke regio’s de watervoorziening een aandachtspunt van de NEPG-zone. Het droogterisico baart steeds meer zorgen. De gevolgen van de extreme droogte van afgelopen zomer zien we nog steeds terug in de watervoorraden. Er zijn grote regionale en landelijke verschillen, maar de vochtreserves zijn nog steeds laag, vooral in de gebieden meer naar het zuiden van de NEPG-zone.
De industrie meldt dat de behoefte aan grondstoffen is al grotendeels is ingevuld. Als het areaal toeneemt en de oogst bovengemiddeld is, kan dit grote gevolgen hebben voor de vrije markt. Vanwege de hoge dekkingsgraad van de industrie is een scenario denkbaar dat er weinig vraag zal zijn naar vrije aardappelen.
Bron: NEPG