De onderzoekers van Vertify zijn het afgelopen jaar vol goede moed begonnen om in de praktijk te onderzoeken hoe je het gewas vitaler kunt maakt, zodat je uiteindelijk met minder chemische middelen aardappelen, uien en suikerbieten kunt telen. “Maar als men een paar kilometer verderop met roeibootjes door de straten gaan, dan is het redden wat er te redden valt”, concludeert Henk de Vries, projectleider bij Vertify. “We zullen voorbereid moeten zijn op de extremen. Toch heeft ook het afgelopen seizoen voor mij bevestigd dat je chemische gewasbeschermingsmiddelen als ontsnappingsroute achter de hand moet hebben.”
Vertify is uitgegroeid tot één van de belangrijkste agrarische onderzoekscentra van Nederland op het gebied van praktijkonderzoek. Op verschillende locaties in Nederland financiert BO Akkerbouw projecten om antwoorden te zoeken voor de grote uitdagingen waar de sector voor staat. Het middelenpakket staat onder druk en daarom wordt er gekeken hoe je op een alternatieve wijze het gewas minder vatbaar maakt voor de bedreigingen van plagen in de vorm van virussen, schimmels en insecten. “Minder en gerichtere inzet van pesticiden, de inzet van biostimulanten oftewel groene middelen, meer groenbemesterteelt en minder intensieve grondbewerking”, schetst Henk de Vries.
Phytophthora-onderzoek
Voor de aardappelteelt lag de focus in het praktijkonderzoek onder andere op het onder controle krijgen van phytophthora met zo weinig mogelijk chemie. “Het eerste jaar hebben we al gekeken naar de inzet verschillende biostimulanten. Toen liep het uiteindelijk vast op knolbescherming. Bij aanvang van het afgelopen seizoen hebben we daar goed naar gekeken. In het voortraject hebben we ingezet op het denken in systemen waarin groene middelen worden aangevuld met chemische middelen. Niet om de gewasbescherming er helemaal uit te halen, maar om het aantal bespuitingen te verminderen. Van tien naar vijf, bij wijze van spreken.”
De kou in het voorjaar zorgde al voor een trage start. “Grootste probleem was echter de nattigheid en de vroege druk van phytophthora. Ik loop al een tijdje mee, maar zo’n extreme phytophthoradruk heb ik het nog nooit meegemaakt. En qua nattigheid: Op een gegeven moment was ik niet meer aan het onderzoeken, maar met een minikraan en een greppelfrees in de weer om al het water maar weg te krijgen.” Waar telers normaal gesproken baat hebben bij de Beslissingsondersteunende Systemen (BOS) in de aanpak van de aardappelziekte, stonden de seinen dit jaar continu op rood. “En we hadden te maken met zeer extreme plaatselijke buien. Het ene moment waren mensen op drie kilometer afstand met bootjes aan het varen in de straat, terwijl er bij de proef geen druppel was gevallen, op andere momenten liep juist bij ons alles in het honderd.”
Niet helemaal verloren
De onderzoekers riepen begin juli de commissie, die het project rond phytophthora initieert, om tafel. “Anders waren we na veertien dagen helemaal klaar geweest. Besloten is om met chemie rigoureus in te grijpen, de groei stop te zetten en opnieuw te beginnen. Dat is gelukt, waardoor de proef niet als geheel verloren hoeft te worden beschouwd. We zijn op dezelfde voet verder gegaan, als dat we in ons hoofd hadden. De inzet van biostimulanten veranderde niet. Aan de hand van het BOS-waarschuwingssysteem probeerden we in te schatten wanneer chemisch corrigeren nodig was.”
Volgens Henk de Vries is door de proeven niet exact vast komen te staan hoe je de Beslissingsondersteunde Systemen het beste kunt inzetten. “En wat doen we als we weer tegen zo’n jaar als 2021 aanlopen?”. In de ogen van De Vries is de combinatie belangrijk om te komen tot een reductie van chemische gewasbeschermingsmiddelen. De rassenkeuze is daarbij ook belangrijk. “Op de proeflocaties in Havelte, Zwaagdijk en Dordrecht hebben we naar drie rassen gekeken. In Dordrecht hadden we Bintje liggen. Met het oog op phytophthora was dat snel klaar. We konden dat niet in de benen houden en dan kom je op een gemiddelde opbrengst van zo’n vijftien ton per hectare. Piccobello in Zwaagdijk en Fontana in Havelte waren gezien het seizoen in die zin nog redelijk met dertig tot veertig ton per hectare.”
Biostimulanten
Vertify heeft voor het onderzoek veel biostimulanten beschikbaar. “Van zeewierextracten tot algenpreparaten. Het lastige hierbij is dat er geen toelating is als bestrijdingsmiddel tegen phytophthora. Een toelatingsproces is een listig en glad circuit. Er zitten producten waarvan we enige bestrijdingswerking aan toe dichten. In normale jaren.” De keuze voor het juiste regime met biostimulanten en chemische gewasbescherming is voor De Vries ook een stukje ‘boerengevoel’. “Als je van de twaalf bespuitingen in de beginfase zes of zeven weg kan laten, dan ben je spekkoper. Wij hebben er dit jaar vijf gehad van het moment dat we in juli hard hebben ingegrepen.” Voor het komende onderzoeksjaar moet er een ontsnappingsroute achter de hand zijn. Toch realiseert Henk de Vries zich ook dat met water tussen de rijen er weinig meer te reden veld.
Virus in aardappelen
Op proeflocaties in Zwaagdijk en Wijster keek Vertify ook naar de inzet van groene middelen tegen virus. “Maar qua virusdruk viel het heel erg mee. Alleen in onbehandeld zagen we wat, dus dan werkt ook alles.” Wat voor Henk de Vries wel een aandachtspunt is, is de zoektocht naar een spuittechniek die werkt tegen luizen. “Er zijn best biologische middelen die effect hebben, maar je moet de luis raken. Zit die aan de onderkant van het blad, dan is mist de werking.
We maken de druk enorm hoog, waardoor de infectie op één van de drie planten is. Dan gaan we met een reguliere trekkerspuit door de percelen. Zo is er een product uit Canada op basis van katoen, dat enorm goed werkt. Kijken we naar bijvoorbeeld de groene perzikluis dan is het effect enorm goed, maar alles aan de onderkant van het blad wordt niet opgepakt. Dan zijn de uitkomsten niet zoals je dat als teler zou willen hebben.”
Suikerbieten
Voor de proeven met suikerbieten was voor Henk de Vries de conclusie ‘uithuilen en opnieuw beginnen’. Gefinancierd door BO Akkerbouw is er gekeken naar bodeminsecten en de bietenkever, maar het was te koud en te nat. “We hebben samen met Stichting IRS (het onderzoeks-en kenniscentrum voor de suikerbietenteelt in Nederland, red.) luizen uitgezet. Er is één keer geteld toen er dertig tot veertig millimeter water uit de lucht viel. Dan is het einde telling en volgende jaar maar weer opnieuw proberen.”
Meeldauw
Wat phytophthora in aardappelen is, is meeldauw in de uienteelt. Voor proefpercelen in Wieringerwerf en bij de Rusthoeve in Colijnsplaat was er een spuitschema gemaakt, dat al snel de prullenbak in kon. “Door de harde wind en de regen was er een gat in het schema ontstaan. Op sommige momenten was de interval te groot, waardoor je lastig een vergelijk kunt maken. Resultaat van de weersomstandigheden was bovendien dat de uiten binnen veertien dagen honderd procent weg waren. Aan ingrijpen zijn we niet toegekomen, we waren te laat.” Alleen bij de Rusthoeve konden wat resultaten van de proeven met de combi groen/ chemie worden opgetekend. “We hebben wel de indruk dat we een reductie van chemische gewasbeschermingsmiddelen kunnen realiseren. Insteek is in ieder geval om blik in schema te pakken.
Beslissingsondersteunende Systemen werkten niet optimaal door de omstandigheden, waardoor je geen lengtewerking kon vaststellen. Uiteindelijk moeten we wel toe naar een vast schema waarin we groen en chemie afwisselen. Daarbij moeten we altijd het boerenverstand gebruiken. Zijn de omstandigheden dusdanig goed, dan zou je ook twee keer een biostimulant kunnen inzetten. Dat zal wel een puzzel worden, want het weer laat zich lastig voorspellen.”
Vertify gaat nog om tafel met onder andere BO Akkerbouw te evalueren en te kijken in welke vorm de projecten volgend jaar worden doorgezet. Nieuw zal een project zijn waarbij gekeken wordt naar duurzame beheersing van bladschimmels in aardappelen, granen en suikerbieten worden. Ook wordt er een onderzoek opgestart naar de bestrijding van de bonenvlieg.
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Martin de Vries en Vertify