Loonwerker Jordy Van De Vliet uit het Belgische Mechelen is pas 28 jaar. De bijzondere bietenrooier van het merk Kleine waarmee hij voederbieten rooit is even oud. Vijf jaar geleden ontdekten Jordy en zijn grootvader, die samen het loonbedrijf runnen, de machine in Duitsland. “Hij stond niet ver van de Poolse grens al enkele jaren onder een boom te wachten op een nieuwe eigenaar.”
We treffen Jordy Van De Vliet terwijl hij bieten aan het rooien is in Zemst. Al van ver zien we de gele zelfrijder. Jordy vertelt met blinkende ogen het verhaal achter de aankoop. “Onze loonwerker stopte met zijn activiteiten en we zochten naar iets om onze eigen voederbieten uit te rijden. De grote machines zijn niet altijd even handig op de kleine percelen hier in de buurt. Toen zagen we deze SF 10-2 online staan. We beslisten al snel om er een daguitstap van te maken.”
Mechanisch nog redelijk goed
Van De Vliet had meerdere interessante machines op het oog en ze maakten dus een rondje langs de verschillende locaties. “Deze machine had nog niet zoveel uren op de teller, dus we wisten wel dat ze waarschijnlijk nog in redelijk goede staat zou zijn ondanks de leeftijd. De andere machines die we zagen waren een pak jonger maar hadden allemaal veel meer uren gedaan.” Het bleek effectief dat de rooier mechanisch nog redelijk goed was. De machine zag er langs buiten wel slecht uit want ze stond al enkele jaren buiten onder een boom. “Daarom hebben we ook beslist om er het eerste jaar zo mee te rijden om ze dan in de winter grondig onder handen te nemen”, aldus de jonge loonwerker.
Overname door Grimme
Het Duitse familiebedrijf Kleine werd al in 1874 opgericht. Doorheen de jaren werden er heel wat verschillende landbouwmachines geproduceerd, maar vooral zaaimachines. In de jaren vijftig en zestig werden de eerste bietenrooiers ontwikkeld met in 1960 de eerste bunkerrooier. In de jaren zeventig en tachtig werden modellen als de K6 en R6 voornamelijk naar de Benelux geëxporteerd. De jaren erna werden de eerste zelfrijdende rooiers op de markt gebracht.
In 1994 resulteerde dit in de SF 10 die zich kenmerkte door zijn lage gewicht, kleine draaicirkel en efficiëntie. De machine woog zestien ton en had een bunker van tien ton. De SF 10-2 was een doorontwikkeling van de SF 10. In de jaren die volgden, werden er vooral (over)laad- en lage gewicht, kleine draaicirkel en efficiëntie. De machine woog zestien ton en had een bunker van tien ton. De SF 10-2 was een doorontwikkeling van de SF 10. In de jaren die volgden, werden er vooral (over)laad- en reinigingsmachines ontwikkeld. In 2012 werd Franz Kleine overgenomen door Grimme maar de naam Kleine wordt nog wel gebruikt voor bepaalde producten. Grimme vulde zijn aanbod aan machines hierdoor aan, al verdwenen de grootste Kleine-bietenrooiers van de markt om niet in concurrentie te komen met de eigen machines.
Herspoten in originele kleuren
Alvorens over te gaan tot aankoop van de Kleine-bietenrooier informeerde Jordy bij Grimme of er nog wisselstukken te verkrijgen zijn. “Dat was gelukkig zo want Grimme heeft de volledige voorraad van Kleine overgenomen. Bij levering zijn er mensen van Grimme langs gekomen voor het instellen van de dieptecontrole en automatische piloot. Er was een oudere mechanieker van Grimme bij die nog bij Kleine meegelopen had. Hij kende de machine dus nog heel goed en heeft ons alles uitgelegd. We hebben dan in de winter de machine helemaal opengedaan en bijvoorbeeld alle lagers vernieuwd. Ik ken de machine nu dus ook van binnen en van buiten. Toen alles gereviseerd was, hebben we de rooier herspoten in de originele kleuren. De RAL-kleuren van Kleine waren beschikbaar via Kramp. Toen we klaar waren, waren de techniekers van Grimme danig onder de indruk van het resultaat.
Het resultaat is dat Van De Vliet nu ook zonder reclame erg herkenbaar is. “Het is zowat de kleinste bunkerrooier van België denk ik en er rijden er bij mijn weten maar twee van rond in België. Het zou zelfs kunnen dat het Waalse exemplaar te koop staat.” De tendens de laatste jaren was dat machines steeds groter werden, ook de bietenrooiers. “Maar de meeste boeren waar wij loonwerk voor doen, hebben percelen van één tot twee hectare voor hun voederbieten. Aanvankelijk was de machine voor onze eigen bieten bedoeld, maar ondertussen doen we jaarlijks toch zo’n zestig à zeventig hectare bij klanten.”
Bijna even snel als een grotere machine
Jordy Van De Vliet zit altijd zelf aan het stuur. De machine heeft dezelfde breedte als een grote machine maar is veel handiger op de kleine percelen. “Ze draait erg kort en het manoeuvreren is veel eenvoudiger.
De machine is vooraan zelfs bijna langer dan achteraan. Er kan zo’n acht ton in de bunker van vijftien kuub. Als ik goede chauffeurs heb en rijdend kan lossen, werken we bijna even snel als met een grotere machine. In totaal heeft de machine nu ongeveer vierduizend uren op de teller. Ze kan dus nog wel even mee.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Seppe Deckx