Rassenkeuze in suikerbieten gaat steeds meer over de robuustheid van een ras. Waar het pakket met gewasbeschermingsmiddelen steeds smaller wordt, moeten resistenties een verzekering zijn tegen ziekten en plagen. Deze veredelingskeuze gaat vaak ten koste van de oude doelen met suikergehalte en financiële opbrengst, erkent salesmanager Marcel Arts van KWS Benelux.
Het klassieke segment met de hoogste financiële opbrengst blijft nog altijd het grootst in 2023. Toch is rassenkeuze steeds meer maatwerk geworden. “Per gebied kijken we welke biet er het beste past bij de problemen in die specifieke regio. Daardoor zie je een versnippering van rassen”, schetst Marcel Arts. In de 27 jaar dat hij bij KWS werkt, heeft hij een verandering in het kweekwerk gezien. “Financiële opbrengst en suikergehalte zijn als parameter nog altijd belangrijk, maar voor de veredeling is dat passé.
Het kweekwerk richt zich nu vooral op het inkruisen van resistenties. De suikerbiet is een hybride waardoor die veredelingsslag relatief eenvoudig en snel te maken valt. Via moderne technieken zoals moleculaire merkers zijn we in staat sneller resultaat te boeken bij inkruisingen vanuit de wilde biet. Hier gaat veel minder tijd overheen als de veredeling van bijvoorbeeld een tetraploïd aardappelgewas. Gelukkig hebben we bij KWS veel genetische achtergrond, die nog harder nodig zullen zijn nu er steeds minder fungiciden, insecticiden en herbiciden gebruikt mogen worden.”
Resistentie
Volgens Arts is een resistentie een soort verzekering. “Onderverzekeren is niet goed, dus wil je zoveel mogelijk vinkjes bij de resistenties hebben. Aan de andere kant is oververzekeren ook niet goed, want het gaat altijd ergens ten koste van. De sprongen die we in het verleden maakten met suikergehalten is gestabiliseerd. Een opbrengst van 102, 103 of 104 blijft constant en dat is ook prima.” Voor 2023 heeft KWS een totaalpakket aan rassen samengesteld. Met Smart Latoria KWS en Reforma KWS zijn er weer twee rassen bij gekomen met bijzondere eigenschappen. Smart Latoria is het derde KWS-ras met een herbicidetolerantie tegen Conviso One, waardoor onkruidbestrijding een stuk eenvoudiger wordt. Reforma biedt een uitzonderlijk hoge bescherming tegen cercospora en wordt als CR+-ras in de markt gezet.
Klassieke rassen
Het klassieke segment met de hoogste financiële opbrengst blijft het grootst in 2023. “Tessilia is het meest gezaaide ras en wordt in 2023 ook niet meer verslagen. Dat komt omdat we als kweekbedrijven maar een beperkt aantal rassen mogen inbrengen voor het rassenonderzoek. Als vijf kweekbedrijven gaat het om in totaal zestig rassen. Het speelveld is daarbij in beginsel gelijk. Konden we als KWS voorheen tien ballen inzetten om Tessilia op financiële opbrengst en suikergehalte te verslaan, zijn dat er nu maar twee omdat we nu ook rassen willen laten onderzoeken op bladgezondheid bijvoorbeeld.” Volgens Arts geldt voor het klassieke segment dat er blijvend wordt geïnvesteerd en gehandhaafd. “Maar we hebben niet ‘one size fits all’.”
Convisio Smart
De tweede pijler voor de rassenkeuze is Conviso Smart, waarbij wordt gekeken naar rassen die een resistentie hebben tegen de Conviso One-herbicide. “Dit is een samenwerking tussen Bayer en KWS waarbij we als kweekbedrijf hybriden hebben ontwikkeld met een specifieke tolerantie voor het op ALS-remmer gebaseerde herbicide Conviso One. Een ras uit het Conviso Smart-systeem is ook altijd geleverd met de breedwerkende herbicide, ontwikkeld door Bayer.” Inmiddels wordt er in 2023 5.500 hectare met Conviso Smart-rassen geteeld. “Dit wordt via Cosun Beet Company aangeboden en is een succes in gebieden met moeilijk te bestrijden onkruiden.
Ten opzichte van de klassieke rassen zie je wel dat er tien procent opbrengstverlies tegenover staat, dus moet de introductie wel voorzichtig verlopen. Op de lichtere gronden zie je echter wel een flinke besparing omdat er in plaats van vijf keer bespuiten nu twee keer voldoende is. De telers moeten dus ook die paar procent verlies aan tonnen voor lief moeten nemen om op een ander vlak te kunnen besparen.” KWS heeft dankzij de introductie van Smart Latoria nu drie rassen beschikbaar voor Conviso Smart. “Ook hebben we nog één in onderzoek.” Vijf tot zes procent van het totale bieten areaal in Nederland is inmiddels Conviso Smart. In andere landen gaat dat al snel naar veertig procent. “Enerzijds komt dit omdat de suikerbietentelers in Nederland echt professionals zijn en maar een klein percentage deze rassen echt nodig heeft.
Aan de andere kant hanteert Consun ook een streng ‘Nee, tenzij’-beleid. Naar onze mening kan de eindgebruiker prima zelf bepalen welke rassen die gebruikt en waar die zelf het beste mee uit de voeten kan.”
CR+ rassen
De derde pijler voor rassenkeuze is een nieuw wapen in de strijd tegen cercospora. Dit zijn de zogenoemde CR+-rassen. “Door onderzoek van Delphy zijn wij wakker geschud”, vertelt Arts. “Delphy deed in Drenthe een onbehandeld rassenvergelijk. Daar kwamen, zoals verwacht, redelijk grote verschillen tussen de diverse rassen naar voren. Op eigen initiatief nodigden ze kwekers en chemie uit. Dat is eigenlijk best wel uniek, omdat we eigenlijk nooit zo met elkaar op het veld staan. De middelenfabrikanten hebben daar de noodklok geluid en ons als kweekbedrijven aangesproken. Uit de veredeling zouden meer wapens moeten komen voor het verduurzamen en vereenvoudigen van de bietenteelt.”
KWS is vervolgens aan de slag gegaan met het CR+-programma. “Cercospora is gewoon de schadelijkste bladschimmel, die veertig tot vijftig procent opbrengstderving kan veroorzaken. Eigenschappen uit de wilde biet zijn ingekruist zonder dat dit ten koste gaat van de gemiddelde opbrengst.” Reforma scoort qua bladgezondheid een negen op de schaal van negen en behoud een stabiele opbrengst. “Dit is echt significant. Ondanks de regen en de warmte, of te wel ideale omstandigheden voor de bladschimmel, hield het ras groen loof tot de oogst. In sommige gevallen is daardoor een fungicidenbesparing mogelijk.
Waar sprake is van zware druk valt er de meeste winst te halen: Meer dan duizend euro per hectare. Daar staat wel tegenover dat het zaad duurder is. Dus is het zaak om het ras op een plek te positioneren waar het ook echt nodig is.” Marcel Arts denkt dat met name op de zand- en dalgronden in oostelijk Nederland de CR+-rassen een uitkomst zijn. Op andere plekken, zoals bijvoorbeeld België, is de bescherming tegen cercospora minder aan de orde.
Andere veredelingsdoelen
De zoektocht naar nieuwe rassen richt zich verder op chitwoodi-resistentie. Waar SesvanderHave inmiddels zo’n commercieel ras op de lijst heeft, heeft KWS dat nog in onderzoek. “Sterk tegen aaltjes en rhizomanie en ook een hoge bladgezondheid. Overigens geen CR+.” Een andere pijler is het veredelingswerk is een ras dat resistentie heeft tegen vergelingsziekte. “Mochten we afscheid moeten nemen van Sombrero, dan moeten we er voor zorgen dat de suikerbieten op een andere manier worden beschermd tegen de insecten, die het virus overdragen. Die rassen hebben we, maar zijn nog niet succesvol tegen alle drie type virussen. Bovendien is de terugval nog te hoog. We hebben een richting, mochten de insecticiden aan banden worden gelegd, maar nog niet de oplossing.”
Arts vat de nieuwe richtingen in de veredeling en de rassenkeuze samen. “Uiteindelijk zoeken we voor de teler het beste ras voor zijn omstandigheden. De teelt moet gewoon een bietje eenvoudiger.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Martin de Vries
Beeld: KWS/Maarten Janse