Er wordt dit jaar meer rhizoctonia wortelrot gevonden dan normaal. Rhizoctonia is een bodemschimmel die vooral op de lichtere gronden en sommige kleigebieden voor problemen zorgt. Dit jaar is er ook veel rhizoctonia-aantasting gezien in regio’s waar het normaal slechts incidenteel is gevonden. Een slechte bodemstructuur, veel vocht en hoge temperaturen (>18°C) bevorderen de ziekte.
Rhizoctonia komt vaak in plekken voor op het perceel, die zich bij een zware aantasting zelfs kunnen uitbreiden tot het gehele perceel. De symptomen op de biet kunnen variëren van bruine tot zwarte, ingezonken plekken op de biet tot volledig rotte bieten. Ook kunnen scheuren in de biet ontstaan ter hoogte van het grondoppervlak. De kop en het loof blijven het langst gezond. Lees meer over de symptomen en gevolgen voor de oogst in het IRS-bericht ‘Rhizoctonia veroorzaakt wortelrot’.
Rhizoctonia voorkomen
Bent u verrast door rhizoctonia-aantasting? Er zijn meerdere mogelijkheden om dit te voorkomen in de toekomst. Goede, aanvullende maatregelen zijn het zorgen voor een goede bodemstructuur, telen van de juiste groenbemesters, juiste voorvruchten en/of het vermijden van ongunstige voorvruchten, gunstige oogstomstandigheden van de voorvruchten en de keuze voor een resistent bietenras.
Goede bodemstructuur
Een slechte structuur bevordert de aantasting van de bieten door rhizoctonia. Om problemen met rotte bieten te voorkomen, is het daarom belangrijk de bodemstructuur te behouden en bij, met name, de oogst van de voorvrucht onder zo gunstig mogelijke omstandigheden te werken, aldus het IRS. Daarnaast kunt u als de sporen opgedroogd zijn deze los trekken met een woelpoot of cultivator. Probeer bij regen plasvorming te voorkomen, door bijvoorbeeld het perceel zo vlak mogelijk aan te leggen. Ook belangrijk is het op peil houden van de pH van de bodem omdat een lage pH de rhizoctonia-aantasting versterkt. Een minimale pH van 6 verkleint de kans op rhizoctonia.
Gewasrotatie en groenbemesters helpen
Maïs, gras, (was)peen, lelies, schorseneren en gladiolen zijn waardplanten. De kans op wortelrot is groter als deze het jaar voor de bieten geteeld zijn. Maïs en lelie zijn dubbel ongunstig als voorvrucht doordat mais rhizoctonia zowel vermeerdert en ook bevordert door de kans op structuurbederf bij de oogst. Betere voorvruchten zijn granen en aardappelen, het liefst in combinatie met kruisbloemige groenbemesters, zoals bladrammenas en gele mosterd. Bladrammenas vermindert de besmetting in de grond. Hierdoor is het een goede groenbemester om regelmatig in te zetten in een rotatie met suikerbieten. Let wel, het positieve effect van een goede voorvrucht kan helemaal verloren gaan door te oogsten onder slechte omstandigheden.
Onder- als oververzekeren kan opbrengst kosten
Als er rhizoctonia te verwachten is op het perceel waar volgend jaar suikerbieten geteeld gaan zijn, is het aan te bevelen om een ras met rhizoctoniaresistentie te kiezen. Neem ook geen risico en kies een resistent ras als er veel maïs, peen, schorseneren, lelies, gladiolen en/of gras voorkomt in het bouwplan. Kies echter niet automatisch voor rhizoctoniaresistentie. Als er op basis van grondsoort en teelthistorie van een perceel geen, of slechts een zeer geringe kans op rhizoctonia bestaat, dan kan er met rassen zonder rhizoctoniaresistentie vaak een hogere opbrengst gehaald worden. Zie ook het IRS-bericht ‘Zowel onder- als oververzekeren voor rhizoctonia kan opbrengst kosten’.
Niet alle rot is rhizoctonia
Naast rhizoctonia zijn er nog vele andere ziekten die wortelrot kunnen veroorzaken. Lees meer hierover in het IRS-artikel ‘Herken de diverse oorzaken van wortelrot’. Neem bij twijfel contact op met uw teeltadviseurs. Eventueel kan uw teeltadviseur diagnostiekmonsters opsturen naar het IRS om de juiste diagnose te stellen.
Meer informatie
Meer informatie over rhizoctonia kunt u lezen in de IRS-teelthandleiding.
Bron en beeld: IRS