Jos Heeman teelt dit jaar 14 hectare suikerbieten. Door de noodzaak om rassen met een dubbele resistentie voor Rhizomanie in te zetten, is het rassenaanbod beperkt. Voor de bulk van de vroege levering in september heeft hij gekozen voor Leontina (11 ha).
“Dit ras is iets vroeger met de suiker dan Caprianna, het tweede ras dat ik heb gezaaid. Voor de late levering van begin december (rooien half november) heeft Heeman aanvullend nog drie hectare Caprianna gezaaid. “Rhizomanie tolerante rassen blijven doorgaans wat in suiker achter maar ik hoop met deze twee rassen de zoetste uit te kiezen”, zo verklaart Heeman zijn rassenkeuzes.
Achttien ton suiker
De monsteruitslagen zijn inmiddels binnen van de eerste acht hectare Leontina’s. Netto bieten:109 ton met 16,55 procent suiker. Dat is achttien ton suiker van de hectare. Daar is Heeman zeer tevreden mee. De start van de teelt verliep tamelijk moeizaam. “Vanwege de aanhoudende droogte had ik iets dieper gezaaid. Daarna is er toch snel regen gekomen en is door de diepe ligging de opkomst uiteindelijk wat vertraagd. De plantdichtheid is rond de 60.000 planten per hectare uitgekomen. De bieten hebben echter geen vochttekort gehad en hebben goed diep kunnen wortelen en zijn mooi doorgegroeid tijdens de zomer”.
Op het bietenperceel geeft de kleurscheiding van het loof de overgang van Leontina (donker groen) naar Caprianna (lichtgroen) aan. De bladontwikkeling van de Caprianna is minder weelderig. Een deel van de voorvrucht van de Leontina heeft wintergerst (voor de zaaizaadlevering) en bladrammenas als voorvrucht gehad. Het andere deel van de bieten is na wintertarwe en Engels raaigras gezaaid. “Op het deel waarop het jaar ervoor de wintergerst heeft gestaan hebben de bieten het bij opkomst moeilijker gehad. De gerst heeft toch een mindere beworteling dan de tarwe. Dat werkt dus nadelig op de capillaire werking van de bodemstructuur in de opvolgende teelt”, zo heeft Heeman geconstateerd.
Loonwerk
De relatie met Loonbedrijf Breure stamt al uit het begin van de jaren negentig. Het loonbedrijf biedt hem de zekerheid dat er snel en vakkundig gerooid wordt en dan ook steeds met de nieuwste techniek. Heeman vindt de Holmer een grote machine, maar is blij met de montage van de grote banden op één bar spanning. De bodem ontzien is belangrijk voor Heeman, die op zware klei boert (60 procent afslibbaar). Door de grote bunkercapaciteit van de Holmer hoeft hij met de kipper niet het land op maar kan er steeds op de kopakker gelost worden. Voorheen kwam Breure met een Vervaet 925-rijer rooier met een uitschuifbare vooras waardoor het gewicht van de hele combinatie over één wielspoor van 4,5 meter werd verdeeld. “Die liet het land helemaal vlak achter” merkt Heeman op. “Alleen is met die rooier tussentijds lossen dan wel weer nodig”.
Jos Heeman en collega akkerbouwer Tammo Schreuder helpen elkaar met het bietentransport. Beiden hebben een kipper met voldoende capaciteit om de bunkercapaciteit van de rooier bij te houden.
Uienland klaarleggen
De acht hectare van de vroege levering is het uienland voor volgend teeltseizoen. Voor een goede start van de uienteelt is het belangrijk dat er mooi geploegd kan worden onder niet al te natte omstandigheden. Na het rooien laat Heeman namelijk het bietenblad liefst enkele weken verweren om de werking van het oxaalzuur in het verse bietenblad te neutraliseren om een verstorende werking op de uien te voorkomen. De ploeg heeft hij uitgerust met een Rumpstad Furrowfighter snedemixer om alvast de voren fijn neer te leggen over de winter ter voorbereiding op de zaaibedbereiding volgend voorjaar.
Tekst en beeld: Jan Geert Vedelaar