Een kipper gaat volgens Tammo Schreuder uit Swifterbant “een carrière lang mee”. Bij de investeringsbeslissing is hij niet over één nacht ijs gegaan. Daarbij hebben praktische details de doorslag gegeven. “Naar mijn idee worden er in Nederland alleen maar degelijke kippers aangeboden, daarom heb ik mij geconcentreerd op details die het gebruiksgemak vergroten” legt Schreuder uit.
De Joskin Trans-SPACE van Tammo Schreuder uit Swifterbant is zeven meter lang, heeft een bakinhoud van 23 kuub en een bakhoogte van 1,50 meter (model 7000/23BC150). De kipper is geen alledaagse verschijning in Flevoland.
Opzetschot
Op de rechterzijde van de kipper is achteraf een opzetschot van 25 centimeter met een afdekzeil gemonteerd. De bordessen aan de voor- en achterzijde horen bij de standaard optielijst en zijn onmisbaar om makkelijk en veilig af te zeilen.
Laadbak
De bak is licht maar stevig uitgevoerd met een kneiterharde bodemplaat (Hardox 400) en de zijplaten uit staal zijn aan de bovenkant verstevigd en geven de bak veel stijfheid mee. De bak loopt conisch af. De onderkant is namelijk acht centimeter breder dan de bovenkant wat het lossen vergemakkelijkt. Het kijkvenster van 0,84 meter hoog en 2,25 meter breed geeft een doorkijkoppervlakte van twee vierkante meter. Dat geeft goed zicht bij het onderrijden wat relaxt werken is.
De scharnieren van de bak zijn ver naar achteren op het chassis geplaatst. Dat geeft voor Schreuder ook het voordeel dat de zijschotten van de kipper in een korte stortbak de zijwanden niet beschadigden.
Schreuder is goed te spreken over de stabiliteit van de kipper, een belangrijk element voor het rijcomfort. Hij schrijft dat toe aan de disselvering. “Wat werking betreft zijn er behoorlijke verschillen in de markt. Deze kipper heeft een bladveer die, vinden wij, een goede prijs/werking verhouding heeft”.
Werken in het donker
Ook de kleur groen is bewust gekozen. “Kleur is natuurlijk een kwestie van smaak, echter bij dit merk kan de klant de kleur kiezen. Groen geeft bij in het donker werken minder weerkaatsing van het werklicht”.
Kiepen
De hefcilinder staat ‘vrij vooraan’ op het chassis gemonteerd. Dit zorgt ervoor dat de bak direct bij het uitheffen achterover geduwd wordt. De onderste twee uitschuifelementen van de hefcilinder zijn verchroomd om roestvorming tegen te gaan, wanneer de kipper buiten staat met de bak een beetje omhoog.
Soepel lopen
Eind september is Schreuder met de kippercombinatie aan het werk in het bietentransport bij collega Jos Heeman in Biddinghuizen. De MF 6616 Dyna-6 met 160 pk basisvermogen kan het transport van de lading van ongeveer zeventien ton bieten goed aan. De constructie van het onderstel helpt een handje mee.
Meeloop-as
“De achteras is voorzien van een meeloop-as. Het ontbreken van een stuurstang maakt een scherpere bocht van de combinatie mogelijk. Voor het achteruitrijden moet de meeloop-as gefixeerd worden. Dat heeft Joskin op ons verzoek geautomatiseerd”.
Treklijn onder wielassen
“Uitzonderlijk is daarnaast het scharnierpunt van het tandemstel. Het draaipunt bevindt zich onder de as van de wielen”. Schreuder verwijst daarmee naar het effect dat door de constructie van het ‘Roll-Over Bogie’ onderstel wordt veroorzaakt.
De twee wielassen zijn door middel van veerbladen met elkaar verbonden. De wielassen zijn boven de uiteinden van de veerbladen vastgeschroefd. De veerbladen op hun beurt , zijn vastgeschroefd aan de ‘bevestigingstafel’ en via die ophanging met het chassis verbonden. Belangrijk detail is dat de veerbladen boven een dwarsgeplaatste – en in de bevestigingstafel gefixeerde as – komen te liggen.
Deze onderste as verlaagt namelijk het zwaartepunt van de kipper tot onder de wielassen en veroorzaakt daarmee een treklijn waardoor de voorste as als het ware ‘van onder af’ over een hobbel of uit een kuil getrokken wordt. “Het effect is vooral merkbaar wanneer je met een kipper band in een kuil rijdt. Met een reguliere as constructie ervaar je dan dat de band eerst dieper in het gat getrokken wordt voordat die er weer uit omhoog komt. Bij deze kipper merk je meteen een opwaartse beweging. Ook het achterwaarts oprijden van een kuilbult vergt minder duwkracht”, legt Schreuder uit.
Tekst en beeld: Jan Geert Vedelaar