De symptomen van rhizomanie, de zogenaamde blinkers, zijn weer te zien in de bietenpercelen. De lichtgroene, zieke planten vallen op tussen de gezonde bieten.
De komende maanden worden de rhizomaniesymptomen steeds duidelijker zichtbaar.
Symptomen rhizomanie
Bovengronds zijn de blinkers een duidelijk symptoom van rhizomanie. Deze blinkers hebben lichtgroen blad, met een langere en steille bladsteel. Hierdoor steken deze bladeren boven het gezonde gewas uit. Blinkers die verspreid over het perceel staan, vallen door de afwijkende kleur en grootte snel op. Maar als er veel blinkers bij elkaar staan, is het lastig te zien.
Ondergronds zijn de blinkers te herkennen aan een ingesnoerde wortel met wortelbaard. Het rhizomanievirus infecteert de wortels en vermeerdert en verspreidt zich daar. Hierbij sterven er steeds haarwortels af en worden er weer nieuwe gemaakt, waardoor de wortelbaard ontstaat. De wortel krijgt een insnoering en bij het doorsnijden van de wortel onder deze insnoering, zijn bruinverkleurde vaatbundels zichtbaar. De vaatbundels onderin de wortel raken verstopt door het virus en daardoor kleuren ze bruin.
Grote opbrengstverliezen
Een zware rhizomaniebesmetting kan zorgen voor grote opbrengstverliezen. Opvallend hierbij is het hele lage suikergehalte wat samen kan gaan met een verhoogd natriumgehalte. Dit is bij een zware besmetting ook te zien in de analysegegevens van geleverde bieten.
Belangrijk: rassenkeuze
Rhizomanie is vooral te beheersen met resistente rassen. Alle in Nederland verkrijgbare rassen zijn resistent tegen rhizomanie. Deze resistentie werkt niet volledig, waardoor er nog steeds blinkers gevonden kunnen worden. Dit mogen er echter niet meer zijn dan twee tot vijf procent. Als er veel meer blinkers staan of als de blinkers in plekken bij elkaar staan, kan dit erop wijzen dat de resistentie op deze plek doorbroken is. Op deze en omliggende percelen wordt het sterk aanbevolen om voortaan te kiezen voor rassen met een aanvullende rhizomanie resistentie.
Aanvullend rhizomanieresistent
Aanvullend rhizomanieresistente rassen hebben in de rassenlijst in de kolom ‘aanvullend rhizomanieresistent’ de aanduiding: ‘matig’, ‘goed’, of ‘zeer goed’. In rassen die ‘matig’ aanvullend rhizomanieresistent zijn, kunnen nog steeds redelijk veel blinkers gevonden worden. Daarom kan er op percelen met zware rhizomanie infectie beter gekozen worden voor een ras met een ‘goede’ of ‘zeer goede’ aanvullende rhizomanieresistentie. Ook met zulke rassen kunnen er nog blinkers verspreid over het perceel voorkomen, maar dat zijn er nooit meer dan 1%.
Meer informatie
Meer informatie is te vinden in de IRS-teelthandleiding ‘Rhizomanie’.
Bron en beeld: IRS