Drie bewaarspecialisten van Tolsma-Grisnich, inrichter van bewaarschuren, delen hun adviezen over de bewaring. Peter de Waal is werkzaam in Zeeuws-Vlaanderen en Belgisch Vlaanderen. “Wat ik hier op dit moment in de schuren zie liggen is het over algemeen goed. Alles is behoorlijk aan het drogen, maar door natrot, glaskopjes en phytophthora moet er nagedroogd worden.
Het advies is nu om de aardappelen op temperatuur te houden, het liefst richting de twaalf graden, en met regelmaat even buitenlucht te pakken. Er moet meer dan voldoende intern worden geventileerd, om het vocht goed te verdelen.” De Waal ziet een uitdaging bij de laatste aardappelen die van het land zijn gekomen in zijn regio. “Door veel nattigheid is de kwaliteit niet best en dan is de bewaring een uitdaging. Nu met de kachel aan de gang om de aardappelen snel en goed droog te krijgen. Er moet temperatuur in de aardappelen om met buitenlucht te kunnen drogen.”
Het is zaak om in een jaar als dit scherp op de bewaring te zijn, De Waal adviseert om minimaal één keer per dag naar de schuur te gaan om te controleren. “En schakel alsjeblieft een teeltbegeleider of bewaarspecialist in als er twijfels zijn,” benadrukt hij. De eerste aardappelen zijn nu aan het inkoelen en het startmoment van de kiemremming komt eraan. De Waal hoopt dat dit niet eerder dan eind deze maand of begin januari zal vallen. “Het startmoment van de kiemremming is afhankelijk van het type kiemremmer dat men gebruikt.”
Bewaarproblemen op zandgronden
De Waals collega Jasper van de Braak werkt in de provincies Noord-Brabant en Limburg. Hij ziet veel bewaarproblemen, vooral op de zandgronden in Oostelijk Brabant en Noord Limburg. “De grootste oorzaken zijn bacterierot, natrot en holle aardappelen.” De holle aardappelen ziet Van de Braak vooral bij Fontana’s, die veel worden geteeld in zijn werkgebied. Het ras is gevoelig voor holligheid bij een explosieve groei. “En dat is precies wat er dit groeiseizoen is gebeurd.”
Aantastingen met phytophthora vallen Van de Braak mee, ondanks de hoge ziektedruk die er is geweest. Hij adviseert om niet te snel terug te gaan in temperatuur, maximaal 0,2 graad per dag. “Als je nog veel droogmomenten wil hebben in een mindere partij dan is het ook belangrijk dat je niet alvast overstapt op bewaarfase.” Van de Braak sluit aan bij zijn collega rondom het intern ventileren. “En dan liever vaker ventileren met korte intervallen dan langere tijd achtereen intern ventileren. Het vocht kun je op die manier zo goed mogelijk verdelen.”
Uien blijven drogen
Ook bij de uien is De Waal niet ontevreden over de kwaliteit die er nu in de schuren ligt. De mindere kwaliteit is veelal al af land verkocht. “De uien zitten over het algemeen droog, maar blijven vocht afgeven door veel diknekken ofwel bouten. Dus de luchtvochtigheid blijft lang hoog.” Het advies is om een hoge temperatuur aan te houden, zodat je kunt blijven drogen. De Waal: “Bij voorkeur tien graden aanhouden.”
Sicco Zijlstra is bewaarspecialist voor Tolsma-Grisnich in Friesland, Groningen, Drenthe en Noord-Holland. In die provincies ziet Zijlstra veel uiteenlopende partijen, qua opbrengst en qua kwaliteit. “Ik zie partijen met fusarium, maar ook met diknekken en flesjes, van die kleine uien die uiteindelijk leeglopen. De bodem, de bemesting en de beregening heeft dit seizoen echt het verschil gemaakt in opbrengst en kwaliteit.” Nog ver in het jaar is er gerooid, vooral in delen van Noord-Holland en rond Emmen. “Qua advies sluit ik aan bij mijn collega: er moet nog veel vocht uit de partijen, dus temperatuur hoog houden.”
Ontvang de Akkerbouwkrant gratis thuis op de mat
Dit, en vele andere verhalen recht uit het veld, lees je in de Akkerbouwkrant. Wil je ook de mooiste artikelen en reportages thuis op de mat?
De Akkerbouwkrant verschijnt zes keer per jaar met elke uitgave een verdiepend thema. De Akkerbouwkrant is semi-redactioneel en brengt positieve artikelen uit de markt. Met diverse reportages en praktijkervaringen komt de akkerbouwer aan het woord.
Klik hiernaast of ga naar akkerbouwbedrijf.nl/abonneren voor alle mogelijkheden.
Tekst: Kirsten van Valkenburg
Beeld: Martin de Vries