Per 1 januari 2020 zijn voor klimaat- en koelinstallaties nieuwe verboden in werking, gericht op het gebruik van HFK’s en met HFK gevulde apparatuur met een broeikaseffect (GWP) van 2.500 of meer. Deze veranderende wetgeving is al eerder aangekondigd maar is dit jaar officieel van kracht.
Deze wetgeving is ook van toepassing op koelinstallaties die bij de bewaring van landbouwproducten gebruikt worden.
Tolsma-Grisnich is als erkend installateur lid van de NVKL, dé brancheorganisatie voor koudetechniek en luchtbehandeling. De NVKL heeft in samenwerking met de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) – die de koudemiddelregelgeving moet handhaven – de belangrijkste zaken op een rij gezet. Voor koelinstallaties in de landbouw zijn de volgende zaken van belang:
Nieuwbouwverboden
In de F-gassenverordening is een aantal verboden opgenomen voor het nieuw op de markt brengen van apparaten en installaties. Dit zijn met ingang van 1 januari 2020:
• Stationaire koelapparatuur die HFK’s met een GWP van 2.500 of meer bevat of nodig heeft.
Bijvulverbod
Een andere maatregel om schade door broeikasgassen te voorkomen, is het verbod op het bijvullen van koelinstallaties die gevuld zijn met een HFK met een GWP van 2.500 of meer (zoals R404A en R507A). Dit bijvulverbod ziet er als volgt uit:
• Per 1/1/2020 geldt een bijvulverbod voor installaties met een nieuw geproduceerd HFK-koudemiddel met een GWP van 2.500 of meer.
• Bijvullen is toegestaan met gerecycled HFK-koudemiddel tot 1 januari 2030, op voorwaarde dat het (overeenkomstig artikel 12, lid 6) is geëtiketteerd.
• Deze maatregel geldt niet voor installaties met een koudemiddelinhoud kleiner dan 40 ton CO?-equivalent (lees: circa 10 kg R507A/R404A).
Niet nieuw, maar wel belangrijk: reparatieplicht
Is er sprake van lekkage van een koudemiddel? Dan ben je als gebruiker verplicht die lekkage zo spoedig mogelijk te laten repareren door een gecertificeerd bedrijf. Iedere ontsnapping van koudemiddel door het bijvullen van lekkende apparatuur is namelijk verboden. Als het om apparatuur gaat waarvoor een lekcontroleverplichting geldt, vindt binnen een maand na reparatie een lekcontrole plaats. Zo wordt zeker gemaakt of het lekkageprobleem is opgelost. Mocht de installatie na reparatie bijgevuld moeten worden, dan mag dit niet plaatsvinden voordat de installatie is gecontroleerd op lekdichtheid. Ook dit moet door een gecertificeerd bedrijf worden gedaan.
Meldplicht bij grote lekkages
Komt er bij een lekkage meer dan 10 procent van de totale installatievulling vrij, waarbij de gelekte hoeveelheid ten minste 5 ton CO?-equivalent betreft? Dan moet je een melding ‘ongewoon voorval’ indienen bij het lokaal bevoegd gezag, doorgaans een omgevingsdienst. Bij drie of meer van deze lekkages binnen vier jaar moet je als eindgebruiker een lekpreventieonderzoek laten uitvoeren. Je bent hiertoe verplicht om te kunnen voldoen aan de zorgplichtbepaling voor lekpreventie. Tot slot benadrukken de NVKL en ILT dat koudemiddelen alleen bij officiële leveranciers moeten worden aangeschaft. Dit met het oog op een veilige en betrouwbare werking van koudemiddelen in installaties, maar ook om illegale handel tegen te gaan.
Heeft u vragen over deze nieuwe wetgeving met betrekking tot uw koelinstallatie? Neem contact op met een van onze adviseurs.