Het was altijd al een uitdaging om aardappelen goed voor lange tijd te bewaren. Gelukkig bood Chloorprofam of Chloor-IPC uitkomst. Maar zonder nu echt te weten of het residu, wat op aardappelen werd aangetroffen, echt schadelijk is voor de mens, heeft de politiek besloten. De kiemremmer die werd vergast in de bewaring werd verboden. En met dit verbod is de uitdaging voor het bewaren van aardappelen alleen nog maar groter geworden.
Delphy doet onderzoek naar de verschillende mogelijkheden van aardappelbewaring. Projectleider Dominique Cammaert vertelt over de uitdagingen en de vorderingen.
Hoe hard is het wegvallen van Cloor-IPC aangekomen?
“Het wegvallen van deze kiemremmer is hard aangekomen. We sparren toevallig vandaag met alle adviseurs over hun bevindingen en daaruit blijkt dat alle huidige alternatieven van Chloorprofam mitsen en maren geven die voorheen onbekend waren. Kortgezegd kunnen we stellen dat het een uitdaging wordt om aardappelen goed te bewaren tot in juni. Dat komt omdat we nu nog niet de handvatten hebben dit goed te managen. Het is zoeken naar wat de met de huidige middelen exact kunnen en hoe we deze kunnen inzetten. De aardappelbewaring start zodoende al op het veld. Is de MH-bespuiting op het goede moment gedaan en heeft de aardappel voldoende opgenomen? Vervolgens moet je kijken naar de schuur, het instellen van de bewaarcomputer. Bewaring is tegenwoordig veel meer dan alleen het kiemremmingsmiddel.”
Waarom doet delphy onderzoek naar de bewaarstrategie?
“Vorig jaar hebben we eenzelfde proef gedaan en deze is in dezelfde lijn met het doel om ervaring op te doen met het gebruik van de middelen. Als onderzoeker ben ik eens per maand aanwezig om de kwaliteit van de aardappelen te bemonsteren. Dat doen we door het aantal en de lengte van de kiemen te tellen en te meten, inwendige gebreken te onderzoeken, te bekijken of de aardappel de juiste bakkleur heeft en na het seizoen bepalen we het gewichtsverlies. Deze ervaringen doen we in algemene zin ook in de praktijk op, maar dan is er geen tijd om iedere cel volledig door te meten. Op deze manier creëren we zelf de harde cijfers en onderliggende data.”
Hoe ziet het onderzoek eruit?
“In vier afzonderlijke cellen bewaren we Fontane. Eén cel is uitgerust met mechanische koeling en in de andere drie cellen wordt gebruik gemaakt van verschillende kiemremmers. De cel met mechanische koeling mag overigens niet gebruikt worden als nulmeting. We doen daar onderzoek om te kijken of het misschien wel mogelijk is om aardappelen te bewaren zonder kiemremming.”
Wat zijn de voorlopige onderzoeksresultaten?
“Omdat deze proef net gestart is, kan ik daar nog geen uitspraken over doen. Maar uit het onderzoek van vorig jaar bleek dat je controle moet houden over het totale bewaarregime. Het gaat niet alleen om de kiemremmer maar om de centrale vraag: Hoe kan ik het beste aardappelen bewaren? Dat begint bij rassenkeuze, de schuur, het goed laten werken van de sensoren. Feitelijk allemaal kleine dingen waar de agrariër op geattendeerd kan worden.”
Wat maakt aardappelbewaring nou zo lastig?
“De aardappel is een kiemlustig gewas. In tegenstelling tot wortels en uien willen aardappelen versuikeren en spruiten met gewichtsverlies tot gevolg. Al verschilt dit weer enorm per ras. Zo waren de met MH behandelde Agria’s in de bewaring vorig jaar heel rustig terwijl de huidige Fontanes zeer kiemlustig zijn. Nu Chloorprofam niet meer istoegestaan, worden de uitdagingen alleen maar groter. Ik kan me voorstellen dat de bewaarkwaliteit bij rassenkeuze steeds meer belangrijker wordt, iets wat bij uien al erg speelt. Kijk, als ik een Fontane tot juni wil bewaren omdat deze het meeste oplevert en ik heb de beschikking over Chloorprofam, dan is de keuze snel gemaakt. Deze beslissing is nu wel heel anders geworden. Iedereen krabt zich achter de oren hoe we de aardappelen het beste kunnen bewaren.
Wat is de beste bewaarstrategie voor aardappelen?
“Hoe jammer dat ook klinkt, maar dat is niet te zeggen. Dit is afhankelijk van de partij, van de schuur, of de aardappelen behandeld zijn met MH en nog een aantal andere factoren. Onze adviseurs geven over het algemeen telerspecifiek advies. Voor iedere teler kan een ander middel en een ander regime goed werken. Vroeger was het ‘gewoon gassen’ met Chloor-IPC. Nu moet je een keuze maken tussen verschillende middelen op basis van de schuur, de bewaring, het management etcetera. Al met al is de aardappelbewaring er niet makkelijker op geworden. En juist daarom voeren wij dit onderzoek uit. Zodat we iedere agrariër, nu en in de toekomst, de ideale bewaarstrategie kunnen bieden.”
Meer informatie
Meer informatie over de onderzoeken van Delphy?
W: www.delphy.nl
Tekst: Ruben Lijzenga
Beeld: Delphy