VTA heeft in augustus onder een representatieve groep telers volgens een vastgelegd protocol weer een proefrooiing van aardappelen uitgevoerd. Deze opbrengstmeting vindt sinds 2001 plaats en wordt steeds op hetzelfde moment in het jaar uitgevoerd. Met de proefrooiingen worden van een groot aantal rassen verspreid over Nederland monsters gestoken. De resultaten van de meting zijn gebaseerd op monsters van een representatieve groep VTA leden verspreid over heel Nederland.
Gemiddelde opbrengst aardappelen
De gemiddelde opbrengst van de monsters is vastgesteld op 31.4 ton per hectare. In vergelijking met vorig jaar is de opbrengst per hectare 6,6 procent hoger, maar komt daarmee wel 21,2 procent onder het niveau van het gemiddelde van de afgelopen 5 jaar.
Grote onderlinge verschillen
Tussen percelen onderling bestaan er grote verschillen. De hoogste opbrengst bedraagt 58,7 ton/ha, terwijl de laagste op 5,0 ton/ha zit. Bij lagere opbrengsten stond bij diverse percelen de opmerking dat er hectares zijn ‘verzopen’, hectares opnieuw zijn geplant en op percelen veel plantuitval aan de orde is.
Verder zijn er grote verschillen tussen vroeg en laat (opnieuw) geplante percelen. Dit maakt de monsternames op dit moment mogelijk minder betrouwbaar dan voorgaande jaren. Verder worden er percelen gemeld die al afsterven, maar ook gewassen die er nog vitaal bijstaan. De kwaliteit zal in de komende maanden een belangrijke factor zijn voor ontwikkelingen in de markt.
Verschillen tussen de rassen
Voor de beeldvorming van de verschillende aardappelrassen is onderstaande tabel opgenomen. Van een aantal rassen komt maar een beperkt aantal meldingen binnen, waardoor we deze automatisch onder de overige rassen plaatsen.