Chloorprofam is niet meer toegelaten bij o.a. de bewaring van aardappelen als kiemremmingsmiddel. Maar kiemremming blijft nodig. Er zijn diverse alternatieven. Hoe maak je je keuze?
Hulpmiddel voor keuze kiemremming aardappelen
In opdracht van Brancheorganisatie Akkerbouw heeft Delphy een adviessysteem opgezet waarin de huidige kennis omtrent optimale bewaring en kiemremming van aardappelen bij elkaar is gezet. Hierbij is dankbaar gebruik gemaakt van inbreng vanuit Agrifirm, CZAV, DLV Advies, NAO, Nedato, Van Iperen en VAVI. Door een aantal vragen te beantwoorden geeft het systeem voor de akkerbouwer aan wat in allerlei situaties de beste keuze is. Het adviessysteem ging vandaag online en is te vinden op https://www.delphy.nl/beslisboom-kiemremming/.
Middelen kiemremming
Momenteel zijn er 4 middelen op de markt voor kiemremming of kiemregulering: 1,4SIGHT, Argos, Biox M en ethyleen (Restrain). Veel aspecten spelen een rol bij de optimale keuze. Sommige zijn heel eenvoudig, zoals het feit dat 1,4SIGHT niet toegelaten is in zetmeelaardappelen. Andere zijn complexer; voor het vluchtig middel 1,4SIGHT is veel ruimte rond de aardappelen in de bewaring negatief, omdat het middel dan verdunt. Biox M en in mindere mate Argos hebben een vervelende sterke geur die niet fijn is voor woonhuizen dicht bij de bewaarplaats. Ook de frietindustrie is niet bepaald gelukkig met aardappelen behandeld met deze producten. Restrain wordt nu alleen aanbevolen bij het ras Fontane, omdat het bij sommige andere rassen de bakkleur negatief kan beïnvloeden. De komende jaren zal Restrain toegepast gaan worden in meer rassen. De kennis en ervaring hierover zal in de toekomst in de beslisboom verwerkt worden.
Verder spelen o.a. een rol de gewenste bewaarduur, gevoeligheid voor inwendig kiemen, kiemlust, andere eetbare producten in dezelfde schuur, condensrisico en luchtverdeling.
Beslisboom
Door de vragen in de beslisboom door te lopen worden per antwoord scores gegeven per middel. De totaalscore geeft aan welk middel het meest geschikt lijkt. Overleg met de potentiële afnemer of met een adviseur bij de definitieve keuze is gewenst. Naast de score worden ook diverse punten benoemd om aandacht aan te besteden en kan achtergrondinformatie opgevraagd worden. Ook worden aanbevelingen gegeven om de bewaarplaats aan te passen.