Zaadfirma KWS en de Amerikaanse aardappelverwerker J.R. Simplot zijn in februari een joint venture genaamd Aardevo gestart om samen de veredeling van hybride aardappelen verder te ontwikkelen. Het bedrijf heeft als hoofdlocatie het veredelingsstation in Nagele, maar is zowel in Europa als de Verenigde Staten actief.
In de rubriek ‘Vijf vragen aan…’ komt Aardevo general manager Paul van den Wijngaard aan het woord en daarin wordt duidelijk dat de oprichting van de joint venture slechts het begin is.
1. Vertel eens wat meer over jezelf?
“Ik ben sinds een jaar in dienst van KWS en sinds 1 februari qua functie overgedaan naar Aardevo waarbij ik verantwoordelijk ben voor alles wat te maken heeft met het veredelingsproces van hybride aardappelen. Mijn achtergrond is niet rechtstreeks verbonden met de akkerbouw, maar voordat ik hier aan het werk ging heb ik voor Wageningen Research gewerkt, maar dan aan de dierlijke kant. Daarvoor heb ik negen jaar bij Syngenta gewerkt als zaadfysiologisch specialist voor groente en ook een klein beetje akkerbouwmatig. Dit is feitelijk mijn eerste akkerbouwbaan, waarbij ik mijn kennis en ervaring in de andere branches wel gebruik voor het optimaliseren van processen en het communiceren richting de markt.”
2. De communicatie over Aardevo begon vorig najaar. Is er sindsdien veel gebeurd?
“We zijn bezig met een ontwikkeling die niet direct morgen voor grote veranderingen gaat zorgen, maar wel in de toekomst. Nadat we de joint venture in oktober vorig jaar bekend hebben gemaakt is er niet ontzettend veel veranderd: we gaan gewoon door waarmee we al bezig waren. Wel is de periode tussen oktober en februari gebruikt om de start voor te bereiden. De samenwerking met Simplot is ook sterk geïntensiveerd, onlangs hebben er in de VS ook de eerste gesprekken plaatsgevonden voor het opstarten van een veredelingsprogramma in Noord-Amerika, een voor dat werelddeel volkomen nieuw en uniek project.”
“Wij richten ons voornamelijk op het ontwikkelen van robuuste rassen die niet gevoelig zijn voor bodemgesteldheid of klimatologische omstandigheden”
“Ontwikkeling om rekening mee te houden”
Van den Wijngaard vervolgt: “Vanuit de markt was er ook veel aandacht en ik denk ook dat de oprichting van Aardevo een goede gelegenheid is geweest om de ontwikkelingen op het gebied van hybride aardappelveredeling nogmaals onder de aandacht te brengen. De grootste boodschap die wij willen uitdragen richting de akkerbouw is: deze ontwikkeling is er één om rekening mee te houden.”
3. Waar staan we dan nu?
“Bij hybride veredeling worden homozygote vader- en moederlijnen gekruist. De definitieve introductie van hybride aardappelen zal naar verwachting over acht tot tien jaar plaatsvinden, zo verwachten wij. Dat betekent dat we nu in de overgang van onderzoeksproject naar ontwikkeling van een veredelingsprogramma zitten. Het onderzoeksproject is succesvol verlopen en we gaan door met het verder ontwikkelen van hybride aardappelen. Het is niet zo dat over tien jaar heel Nederland vol staat met hybride aardappelpercelen, maar dan zal ons eerste commerciële product geïntroduceerd worden. Qua schaalgrootte moet je dan denken aan het voorzichtig vullen van de eerste arealen. De hybride aardappel zal op dit moment ook concurrerend zijn met de marktstandaard in de gangbare teelt, want anders heeft introductie weinig zin. Wij denken dat we met hybride veredeling sneller toegevoegde waarde aan aardappelrassen kunnen meegeven als het gaat om kwaliteit, resistentie en opbrengst.”
4. Wat is de eerste horde die genomen dient te worden?
“Hoe dichter we bij marktintroductie komen, hoe meer proefvelden er aangelegd zullen worden. Dat betekent dat we over vijf tot zeven jaar met die proeven zullen starten. Tussentijds werken wij aan het opzetten van de productlijnen. Dat is mooi en lastig omdat we op een heel bijzonder punt staan. Denk aan de ontwikkelingen die mais en suikerbieten hebben ondergaan. Die teelten zijn ook totaal veranderd en wij zijn ook bezig met een totaal andere manier van aardappelveredeling. Het grootste voordeel van onze manier van veredeling is dat het veel efficiënter is dan de systemen die we nu kennen. Bij hybride rassen ben je namelijk niet afhankelijk van die ene kruising die gemaakt wordt, maar er kan veel gerichter geselecteerd worden uit ouderlijnen om eigenschappen samen te brengen die zorgen voor betere prestaties afgestemd op de wensen van de teeltomgeving en de mate van ziektedruk in dat gebied. Resistentie is dan ook een belangrijk doel voor de komende tijd, ook omdat de mogelijkheden met chemische gewasbescherming steeds geringer worden en de klimaatverandering vraagt om andere veredelingsmethoden.”
Van den Wijngaard: “Resistentie is een belangrijk doel voor de komende tijd”
“Ander teeltsysteem grootste uitdaging”
“De grootste uitdaging is niet het product op de markt brengen, maar het daarna omvormen van product naar een ander teeltsysteem. Om de akkerbouwers en de supply-chain te overtuigen om aardappelen te telen uit direct gezaaide aardappelen in plaats van pootaardappelen zal letterlijk flink wat voeten in de aarde hebben.”
5. Wat zijn de ambities richting de nabije en verre toekomst?
“We zullen enerzijds rationeel de voordelen van een dergelijk teeltsysteem moet aantonen en anderzijds bestaande stigma’s moeten doorbreken. De huidige teeltmethoden zijn niet toekomstig bestendig en dus is het logisch dat de hele landbouw openstaat voor nieuwe ontwikkelingen. Verandering gaat altijd gepaard met culturele en emotionele uitdagingen. Het klimaat wordt steeds onvoorspelbaarder. Voor zowel de lange als korte termijn richten wij ons dan ook op het ontwikkelen van robuuste rassen die niet gevoelig zijn voor bodemgesteldheid of klimatologische omstandigheden. En dat kan – relatief – gemakkelijker met de effectieve veredelingsmethoden die horen bij de overgang naar hybride en diploïde aardappelteelt.”
Meer informatie
Aardevo is een samenwerking tussen KWS en Simplot, voor meer informatie kijk op www.kwsbenelux.nl