In de eerste maanden van 2018 heeft Eurofins Agro opvallend minder stikstof in bodems gemeten dan in dezelfde periode in eerdere jaren. "In januari is het koud en erg nat geweest, februari was erg koud. Hierdoor mineraliseert weinig tot geen stikstof en als er al stikstof is, vervluchtigt dat bij natte omstandigheden. Nu er vorst aankomt gebeurt er helemaal weinig in de bodem.”, aldus Arjan Reijneveld, productmanager bij Eurofins Agro.
De stikstofcijfers vallen in de eerste periode van 2018 beduidend lager uit dan andere jaren (Figuur 1). In andere jaren werden waardes gevonden tussen de 15 en 100 kg stikstof (N) per hectare (Figuur 2). In 2018 is dat tot nu toe tussen de 2 tot 45 kg N/ha.
“In de laag tot 30 cm vinden we gemiddeld net iets meer dan 5 kg/ha. Dat is heel erg weinig. Dit hebben we andere jaren nog niet gezien”, vertelt Reijneveld.
“Koude en regen zorgen er voor dat stikstof niet mineraliseert. Het bodemleven is immers nog niet actief. Daarnaast spoelt de aanwezige stikstof uit of vervluchtigd bij neerslag/natte velden.”
Figuur 1: Stikstofgehalte in de Nederlandse bodem in januari 2018. (Bron: Eurofins Agro)
Figuur 2: Gemiddelde stikstofgehaltes in Nederlandse bodems in de periode 2009-2018. (Bron: Eurofins Agro)
Stikstof in etappes geven
Het stikstofgehalte kan op veel percelen worden bijgestuurd door een stikstofgift. Het is belangrijk dat telers daarbij goed letten op de weersomstandigheden en vochtigheid van de percelen. Reijneveld: “Als de percelen zo nat blijven als nu, is het beter om, als je het land al op kan en waar mogelijk, de stikstof in meerdere etappes te geven. Anders vervluchtigt de stikstof direct weer. Houd ook kalium (K) in de gaten, we zien dat K op de lichtere gronden is uitgespoeld, maar op de zwaardere gronden zien we meer K.”
Het lijkt erop dat een combinatie van factoren leidt tot minder beschikbaar N in het voorjaar:
- Vanggewassen consumeren N
- Door intensieve regenbuien spoelt N uit,
- In natte omstandigheden vervluchtigt N,
- Door lagere dierlijke mestgiften en meer compost verandert de kwaliteit van de bodemorganische stof waardoor deze minder makkelijk mineraliseert.
Al met wordt het steeds belangrijker de situatie in de bodem te monitoren. Dat kan onder andere met BodemCheck. In BodemCheck worden niet alleen NO3, NH4 (Nmin) gemeten, maar ook S, K, Mg, B en sporen. Alle metingen geven de direct beschikbare bodemvoorraad (wat ligt er op bord) weer. Bij het bemestingsadvies wordt tevens rekening gehouden met het soort gewas dat verbouwd gaat worden en zowel de beschikbare voorraad (bordbepaling) als de capaciteit van de bodem om nutriënten na te leveren.
Wat de bodem zelf kan naleveren, hoeft een teler aan het begin van de teelt niet door bemesting toe te dienen. Dat bespaart geld.
Meer weten?
Voor agrariërs die meer willen weten over het N-gehalte in de bodem kunnen contact opnemen met Eurofins Agro en vragen naar de BemestingsWijzer Compleet.