Venema: “De opzet van de tarwedemo is groot: objecten van een halve tot één hectare groot”
Het speelveld in de akkerbouw is continu aan het veranderen. Minder beschikbaarheid van chemie vraagt om andere aanpakken in de teelt, teeltbegeleiding en rassenkeuze. Door deze transitie worden demovelden nog belangrijker dan ze al waren.
Nabij Swifterbant ligt een demoveld van ProfytoDSD, waar zeven soorten wintertarwe staan om te kijken welk ras het beste scoort op septoria, gele roest in combinatie met opbrengst en kwaliteit.
Jinne Venema is als teeltadviseur en coördinator zaaizaden nauw betrokken bij deze demo, die ook in Nagele, Ens en het noorden van Friesland/Groningen wordt uitgevoerd, het werkgebied van ProfytoDSD. Het perceel in Swifterbant is met een spitzaaicombinatie ingezaaid op een moment dat de omstandigheden (toevallig) ideaal waren: “De demovelden worden in eerste instantie puur voor onszelf aangelegd om het rassenpakket voortdurend te kunnen monitoren.”
Groot demoveld
“De opzet van de tarwedemo is groot, objecten van een halve tot één hectare groot. Die dorsen we apart, worden apart gewogen en worden apart bemonsterd op kwaliteit. Hierdoor kunnen wij vanuit de demo conclusies trekken over de rassen die in de demo staan.”
Venema: "De opzet van de tarwedemo is groot, objecten van een halve tot één hectare groot."
“Ziektesymptomen monitoren”
Gedurende het groeiseizoen lopen Venema en zijn collega’s meerdere malen door het veld om de diverse objecten te monitoren voor relevante data: “Als we door het veld lopen, letten we op diverse ziektesymptomen: wordt het ras zieker dan verwacht of blijft hij juist gezonder dan verwacht.”
Rasverschillen
Venema let daarbij vooral op de meest actuele ziektebeelden in de tarwe, zoals septoria, gele roest en bruine roest. “Eigenschappen en verschillen van de rassen in reactie op ziekten en plagen komen bij deze veldobservaties goed naar voren. Dat is voor ons belangrijk om technische keuzes te maken, en daardoor ook voor onze klanten.”
“Genetica wordt steeds belangrijker”
In de landbouw is een algehele trend van steeds minder chemie gaande. Dat betekend dat de focus nog meer komt te liggen op het goed omgaan met de bodem, van waaruit de gewassen moeten groeien. Hierbij is goede genetica essentieel, om met minder input dezelfde, of zelfs betere, eindproducten te krijgen. “Gezonde, sterke rassen hoef je vaak minder te bespuiten om toch goede opbrengsten te realiseren.”
Poldergraan
Het demoveld in Swifterbant is samen met Poldergraan opgezet: “Het zaaizaad wat wij leveren aan onze klanten, betrekken we via Poldergraan. De technische input komt van diverse partijen. Vanuit veredelaars als het gaat om raseigenschappen en vanuit Poldergraan als het gaat over de beschikbaarheid.”
“Zo hebben we dit keer gekozen om onder andere het nieuwe ras Extase te zaaien. De cijfers van Extase zijn veelbelovend en we hopen dat de hoge verwachtingen ook zullen uitkomen bij de wintertarwe-demo in Swifterbant. Tot nu toe staat het ras er goed op, maar of het echt een goede zaai is geweest zien we pas als de combine eroverheen is geweest.”
Voorjaarswerk
In het voorjaar gaat Venema door de wintertarwe heen om de actuele gezondheid te monitoren: “We kijken dan met name naar de verschillen waarin zaken als meeldauw, gele roest, septoria en sneeuwschimmel voorkomen. Die ziekten zijn vanaf het voorjaar al goed te zien in het gewas. Ook leggen fabrikanten fungicideproeven aan in onze demo’s. Dit jaar doen we dat op het proefveld in Ens. Zo kunnen we zien welke nieuwe fungiciden het meeste toevoegen voor de toekomst.”
ProfytoDSD houdt bij elke demo opbrengstlijsten bij. Hierin wordt over een periode van meerdere jaren bekeken welke rassen kansrijk zijn, onder meer op basis van de vatbaarheid en opbrengst. Venema: “Zo zie je bij het ras Benchmark dat de gevoeligheid voor gele roest ervoor zorgt dat het areaal omlaag gaat. Vaker spuiten tegen gele roest betekent automatisch een lager rendement.”
“Talent en Bennington scoren goed”
Venema vervolgt: “Aan de andere kant zien we dat stevige rassen als Talent en Bennington juist populairder worden, omdat die rassen minder gevoelig zijn voor ziekten en daarnaast ook nog eens goede opbrengsten hebben. Over vijf jaar is de situatie misschien weer heel anders. Maar het is wel informatie uit de demovelden die ervoor zorgt dat we blijvend kunnen inspelen op veranderingen in de markt, de klimatologische omstandigheden en de wensen van de teler.”
Venema: “Demovelden zijn heel belangrijk om onze klanten te voorzien van de juiste informatie”
Conclusies
Na afloop van de proeven wordt de balans opgemaakt en moeten er knopen worden doorgehakt. “Dat gebeurt onder andere op basis van de resultaten van onze verschillende proefvelden en hoe de praktijk het heeft gedaan. Daarnaast ook op basis van de beschikbaarheid van rassen en de informatie die we van de veredelaars krijgen.”
“Doel is maximaal rendement voor teler”
“Het uiteindelijke doel van ons is om de telers te voorzien van rassen die goed rendement opleveren, zowel vanuit de genetica als vanuit de teeltbegeleiding tijdens het groeiseizoen. Tarwe is toch vooral een rustgewas en akkerbouwers willen die teelt zo rendabel mogelijk uitvoeren. Demovelden zijn in dit kader heel belangrijk om onze klanten te voorzien van de juiste informatie. Bovendien levert het waardevolle data op voor vervolgonderzoeken.”
Meer informatie over ProfytoDSD?
Website: www.profytodsd.nl/zaden
CSAR-rassenlijst: www.rassenlijst.info/NL/Rassenlijsten