In een duurzame landbouw maakt monocultuur plaats voor mengteelt. Een uitgekiende combinatie van bijvoorbeeld telkens zes rijen tarwe, afgewisseld met twee rijen maïs, levert onder gunstige omstandigheden hogere opbrengsten, met minder gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, dan dezelfde gewassen in monocultuur. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Wageningen University & Research.
Eeuwenlang verbouwden boeren hun gewassen kriskras door elkaar. In Noordwest-China, waar arbeid goedkoop is, gebeurt dat nog steeds. In de westerse landbouw echter leidden mechanisatie, kunstmest en bestrijdingsmiddelen tot schaalvergroting en monocultuur. "Inmiddels lopen we tegen onze grenzen aan", zegt Wijnand Sukkel onderzoeker duurzame landbouw bij de business unit Praktijkonderzoek AGV van Wageningen University & Research. "In een monocultuur verspreiden ziekten en plagen zich razendsnel. Bovendien bederven zware machines de bodemstructuur." Op zoek naar verduurzaming experimenteert Sukkel in Lelystad met stroken van diverse gewascombinaties, in verschillende dichtheden. Lage arbeidskosten zijn cruciaal. Op den duur zullen zware machines plaatsmaken voor een reeks robotjes, die de gewassen strook voor strook verzorgen en oogsten. Ook wordt onderzocht welke rassen het meest geschikt zijn voor mengteelten.
Natuurlijke vijanden
Sukkel: "In een monocultuur breiden ziekten en plagen zich explosief uit doordat er een overvloed aan waardplanten in het veld staan. Wordt die overvloed onderbroken, dan verspreidt zo'n epidemie zich veel minder snel. Dat blijkt bijvoorbeeld bij roest in tarwe en bij de aardappelziekte phytophthora. Spinnen en torretjes spelen een grote rol bij de beheersing van bladluizen, maar hun actieradius is beperkt. Als je hectares tegelijk oogst en daarna ploegt, ben je alles kwijt. In een mengteelt kunnen nuttige beestjes bij de oogst van het eerste gewas hun toevlucht zoeken in het tweede gewas en vervolgens in stroken met groenbemester, zodat er altijd schuilgelegenheid is. Mengteelten maken gewassen weerbaarder. Voor biologische boeren, die veel minder mogelijkheden hebben om ziekten en plagen te bestrijden, is de noodzaak extra groot. Overigens worden gras en klaver nu al gemengd geteeld en samen geoogst, als veevoer. Als je gewassen apart moet oogsten, is het lastiger."
Meerwaarde van mengteelt
Mengteelten hebben ook maatschappelijke voordelen voor bijvoorbeeld landschap en biodiversiteit. Ze brengen meer organische stof in de bodem en leggen meer koolstof vast. Volgens Wopke van der Werf, onderzoeker-docent en collega van Fang Gou bij het Centre for Crop Systems Analysis, onderzoekt de mechanismen die achter de verschillen tussen monocultuur en mengteelt zitten. Van der Werf: “In een mengteelt van tarwe met maïs vooral de tarweopbrengst flink toe. Als je zomertarwe zaait in maart en maïs in mei, kunnen met name de randrijen van de tarwe zich uitbundig ontwikkelen, zolang de maïsplanten nog klein zijn. Ze maken ook een groter wortelstelsel, waarmee ze meer water en voedingsstoffen uit de grond halen. De maïsplanten staan aanvankelijk in de schaduw van de tarwe, maar zodra die geoogst is maken zij bovengronds én ondergronds een inhaalslag, vooral in een mooi, zonnig najaar. In mengteelten wordt het hele groeiseizoen beter benut. Zo kunnen we de landbouw verduurzamen!".