De bieten en onkruiden zijn afgelopen weken hard gegroeid. Het resultaat van de chemische onkruidbestrijding is over het algemeen goed, soms wat wisselend. Door de aanvankelijke kou en droogte waren de onkruiden afgehard waardoor het niet overal goed is bestreden (‘ontsnappers’). Verder komen er laat kiemende onkruiden(‘nakiemers’), distels en veel aardappelopslag voor.
Ontsnappers
Deze onkruiden zijn al ver ontwikkeld (4 bladeren of groter). In dit stadium zijn de onkruiden niet meer met LDS-bespuitingen te bestrijden, ook niet met hogere doseringen. Mechanische onkruidbestrijding is dan het advies. Om te schoffelen zijn de droge omstandigheden ideaal.
Nakiemers
Sommige telers geven aan klaar te zijn met de chemische onkruidbestrijding. Wees er op bedacht dat er, bijvoorbeeld na een regenbui, nog een kiemgolf kan komen van onder andere meldensoorten, zware nachtschade en hanepoot. Tegen deze nakiemers heeft een aanvullende bespuiting zin als de loofbedekking van de bieten minder is dan 50% van de oppervlakte. Bij grotere bieten en onder droge omstandigheden is schoffelen een optie. Door de grond te beroeren worden er nieuwe onkruidzaden in goede kiemomstandigheden gebracht. De opkomst hiervan wordt verkleind door een bodemherbiciden als Frontier Optima of Dual Gold 960 EC toe te passen. Voor een goede werking hebben deze middelen wel wat vocht nodig.
Eén schoffelbewerking is veelal niet afdoende. Vlak voor gewassluiting is vaak een gecombineerde aanaard- en schoffelbewerking nodig. Echter, op rhizoctoniagevoelige gronden moet voorkomen worden dat er grond in het hart of tegen de kop van de bietenplant komt. Schoffelen of aanaarden vergroot namelijk de kans op rhizoctonia-aantasting.
Aardappelopslag
Op veel percelen komt aardappelopslag in meer of mindere mate voor. Alleen glyfosaat heeft een systemische werking waarmee de gehele aardappelplant wordt bestreden. Alle andere middelen hebben alleen een onderdrukkende werking, waardoor het probleem in stand blijft. Wacht met de glyfosaattoepassing tot er weer groei zit in het aardappelloof en het loof 10-20 cm hoog staat. De opname van glyfosaat is het best bij bewolkt weer en een hoge relatieve luchtvochtigheid (meer dan 60%).