Droge zomers, natte winters: de Nederlandse landbouw is er nog niet op ingericht. Boeren, waterschappen en overheden moeten samen leren hoe je droge periodes overbrugt, want daar hebben we in ons land nog geen kaas van gegeten.
Neerslagtekort
Boeren zijn grootverbruikers van zoet water, wereldwijd nemen zij 70 procent van het watergebruik voor hun rekening. Dit heeft grote invloed op de grondwaterstand en het waterpeil in rivieren, sloten en meren. Zo ook in Nederland. Met de terugkerende droge zomers die het veranderende klimaat voor ons in petto heeft, moeten we alle zeilen bijzetten. Door regenwater op te vangen bijvoorbeeld en door het zoetwater efficiënt te gebruiken en eerlijk te verdelen.
Irrigatie
Op veel plekken in Nederland werken boeren met lokale en nationale overheid samen om het watersysteem klimaatrobuust te maken. Boeren doen dat deels voor hun eigen productie, deels voor maatschappelijk doelen. Ze helpen overstromingen voorkomen en periodes van droogte overbruggen. In verschillende projecten wordt gekeken naar de mogelijkheden die er zijn om het land te irrigeren, of het nu gaat om regenwater opvangen of water toevoeren per schip.
"Het probleem is dat juist persoonlijke redeneringen niet worden meegenomen in het zoeken naar oplossingen"
Boeren als water managers
‘Aan de verscheidenheid van groot- en kleinschalige oplossingen ligt het niet’, zegt Melle Nikkels. Hij is onderzoeker bij kennis- en adviesbureau Aequator Groen & Ruimte en promoveerde eind mei 2020 met zijn proefschrift Farmers as water managers aan Wageningen University & Research. Maar boeren zijn niet altijd bereid hierin te investeren. Een boer die in een scheiding ligt of net een nieuwe stal heeft gebouwd, kan op dat moment niet investeren, hoe graag hij of zij ook wil meewerken. ‘Als je dat niet weet, dan zou je die boer misschien wel een starre vrek vinden. Het probleem is dat juist persoonlijke redeneringen niet worden meegenomen in het zoeken naar oplossingen.’
Waterproblemen
Voor zijn promotieonderzoek bezocht Nikkels verschillende Nederlandse en Australische boeren en ontdekte dat persoonlijke redenen zwaar meewegen in investeringsbeslissingen, zelfs als investeren winst op korte termijn oplevert. ‘En ze zijn ook veranderlijk. Wat een boer vijf jaar geleden vond of deed, kan nu heel anders zijn’, zegt hij. Die redenen moeten dus voortdurend worden meegenomen bij het gezamenlijk zoeken naar oplossingen voor waterproblemen.
Droogte
Dit soort samenwerking lijkt een open deur, maar in Nederland zijn we beginnelingen als het gaat om droogte. ‘We kunnen heel goed omgaan met te veel water, maar niet met te weinig’, zegt Nikkels. ‘Waterverdeling was tot een paar jaar terug geen probleem: een boer met een grote pomp, nam veel water en met een kleine pomp had je minder. Niemand had bezwaar, zo ging het gewoon.’ Inmiddels gaan we de derde droge zomer tegemoet en valt er niet genoeg regen om het grondwaterniveau aan te vullen. En dus is er plotseling noodzaak om met boeren en waterschappen na te denken over een eerlijke verdeling en te investeren in het opvangen van regenwater. ‘Boeren krijgen als vanzelf een sleutelrol in droogtebestrijding, maar die manier van werken is nieuw voor ons’, zegt Nikkels.
We kunnen heel goed omgaan met te veel water, maar niet met te weinig
Water
Waterschappen, overheden en boeren moeten dus samen leren, in de eerste plaats door elkaars beweegredenen beter te begrijpen. Vragen die erbij komen kijken zijn: Hoeveel is water waard? Hoe verdelen we water onderling? Van wie is het water? Alle partijen moeten samen een leertraject in. ‘En als een akker grenst aan een landgoed of een natuurgebied, dan moet ook de eigenaar daarvan mee om tafel’, zegt Nikkels. Daarna kun je samen zoeken naar oplossingen.
Droogteschade
Dat de landbouw moet veranderen staat volgens Nikkels buiten kijf, maar onze aanpak om met elkaar tot oplossingen te komen moet respectvoller. ‘Als je kijkt naar stikstofproblematiek, biodiversiteit en natuurbehoud wordt er snel naar boeren gewezen, want zij moeten de verandering in gang zetten’, zegt Nikkels. ‘Maar als je als overheid afhankelijk bent van boeren die investeren in waterbeheer, dan moet je je beter inleven.’ De ene boer ervaart minder stress door grootschalig regenwater op te vangen en zo de risico’s op droogteschade te verminderen. De ander krijgt er juist meer stress van, want die heeft door de investeringen een gigantische lening bij de bank. Als de oogst mislukt, gaat het bedrijf failliet. Dat is hele relevante informatie als je met boeren water wilt beheren. Dit soort perspectieven kun je niet modelleren van achter een bureau. Een open gesprek over de persoonlijke en veranderende waarde van water is volgens hem een eerste belangrijke stap in gezamenlijke droogtebestrijding.