De Boerderij van de Toekomst in Lelystad moet gaan functioneren als proeflocatie om ervaring op te doen met landbouw volgens agro-ecologische principes. In het ontwerp van deze Boerderij van de Toekomst wordt aandacht besteed aan gewasdiversiteit, technologie en verdienmodellen.
Boerderij van de Toekomst
De al bestaande proeftuin voor Agro-ecologie en Technologie van de WUR in Lelystad wordt uitgebreid en aangepast zodat onderzoekers ervaring op kunnen doen met de principes van kringlooplandbouw. Voor die aanpassing naar de Boerderij van de Toekomst is een ontwerp gemaakt. In dat ontwerp worden diverse aspecten van kringlooplandbouw uitgewerkt zoals agro-ecoologie, technologie, duurzame energie, circulariteit en verdienmodellen.
Proeflocatie
De Boerderij van de Toekomst moet duidelijk maken dat landbouw mogelijk is in harmonie met mens, maatschappij, natuur en landschap. Het biedt de boer een gezond inkomen en is gericht op langdurige continuïteit. Die landbouw moet voldoen aan doelen op gebied van herstel van natuurlijke hulpbronnen zoals bodem, water en functionele biodiversiteit.
De ervaringen op deze proeflocatie moet een weerbaar systeem opleveren dat in staat is tot minimaal gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en minimaal gebruik van kunstmest. Er wordt zoveel gewerkt met circulaire stromen om planten- en bodemvoeding mogelijk te maken. In het ontwerp gaat het om een akkerbouwbedrijf dat samenwerkt met een veebedrijf.
Technologie
In het ontwerp worden een aantal aspecten verder uitgewerkt. Zo wordt gewerkt aan gewasdiversiteit door gebruik te maken van strokenteelt. Voor versterking van de biodiversiteit wordt er gewerkt met een ecologische infrastructuur die verbonden is met landschappelijke elementen rond het bedrijf zoals hagen, boomrijen, wegbermen, slootkanten. Op het bedrijf wordt gebruik gemaakt van technologische ontwikkeling denk aan big data, algoritmen, kunstmatige intelligentie en sensoren. Ook wordt technologie toegepast om over te schakelen van de inzet van fossiele energie naar duurzame energie.
Bron: Groen Kennisnet