Gewasbeschermingsmiddelenfabrikant Corteva Agriscience heeft dit jaar voor het eerst een groot proevenplatform aangelegd bij WUR Open Teelten in Lelystad. Nieuwe gewasbeschermingsmiddelen, die binnen afzienbare tijd een toelating krijgen, worden in diverse proefveldjes toegepast en aan de handel gedemonstreerd. Velen maken van deze mogelijkheid dankbaar gebruik om alvast een kennisvoorsprong op te bouwen.
Een héle week had Corteva Agriscience eind juni uitgetrokken om al haar klanten in voornamelijk de gewasbeschermingshandel een belangrijk deel van haar productgamma te laten zien. Zowel bestaande producten als producten die in de pijplijn zitten voor toelating werden in diverse proefveldjes op hun werking gedemonstreerd. Door de corona-omstandigheden gedwongen kon een dergelijke bijeenkomst niet op één dag(deel) worden ingepland. “Eerlijk gezegd werkt deze noodzakelijke extra tijdsinvestering voor ons ook helemaal niet negatief uit”, aldus Allard Jukema, product & marketing manager bij Corteva. “We gaan nu met hele kleine groepjes rond waardoor er over en weer veel meer interactie is. Dit maakt het zowel voor ons als voor onze klanten veel waardevoller. Je komt vaker en eerder tot een gesprek en kunt daardoor ook meer toelichting en aanvullende informatie geven.”
Groots uitgepakt met proevenplatform van bijna 2 hectare
Een proevenplatform van bijna 2 hectare aanleggen vraagt een behoorlijke investering. Jukema: “Voor ons is het een weloverwogen keuze. Door het samengaan van Dow, Dupont en Pioneer in Corteva hebben we nu een totaalpakket aan producten met een omvang die een dergelijke opzet rechtvaardigt. Voor onze klanten heeft dit als voordeel dat ze op één locatie veel verschillende proefvelden kunnen bezichtigen. Wat zij zien heeft bovendien veel toegevoegde waarde omdat alles in een officiële proefopzet (gewarde blokkenproef met herhalingen) is aangelegd. Resultaten zijn daarmee wetenschappelijk bewezen en uitwisselbaar met ander onderzoek.” Het totale proevenplatform ligt er prachtig bij. Door het bijzondere voorseizoen dit jaar heeft dat wel de nodige zweetdruppeltjes gekost. “De mooie grond in de Flevopolder in combinatie met de mogelijkheid om volop te kunnen beregenen was voor ons van doorslaggevende betekenis alles op alles te zetten om de huidige stand van de gewassen op het proevenplatform te realiseren”, aldus Jukema.
“Ik ben blij dat we hebben doorgezet om met veel extra energie de groei van de gewassen zo optimaal mogelijk te maken. Daardoor hebben we ook al onze geplande gewasbehandelingen op een goede manier kunnen uitvoeren.”
Aardappelen, mais, tarwe en grasklaver
Voor de bezoeker is er dan ook veel te zien. Nieuwe alternatieven voor de bladziektenbestrijding in graan als de middelen met de werkzame stof epoxiconazool volgend jaar niet meer zijn toegestaan, de effectiviteit van het insecticide Closer (tijdelijke vrijstelling in bieten) in de strijd tegen het vergelingsvirus en de veiligheid voor uien van een aantal onkruidbestrijdingsmiddelen in diverse doseringen zijn zo wat voorbeelden waar uitgebreid bij wordt stilgestaan door de specialisten van Corteva. Ook het effect van de applicatietechniek van middelen op aantasting door uienvlieg, duurwerking van phytophthoramiddelen in aardappelen en de effectiviteit van bestaande en nieuwe onkruidmiddelen in grasklaver in relatie tot het behoud van het juiste aandeel klaver in de zode komen uitgebreid aan de orde in de tour over het proevenplatform.
Investeer in driftreductie
“Wij prijzen onszelf als fabrikant gelukkig dat we verhoudingsgewijs behoorlijk wat middelen in de pijplijn hebben zitten. Dit maakt dat we op dit moment op een iets andere manier naar de toekomst kunnen kijken. Toch blijft de omvang en breedheid van het huidige gewasbeschermingsmiddelenpakket een belangrijk, zo niet het belangrijkste, zorgpunt richting die toekomst. “Ik ben de eerste om te zeggen dat we vooral in oplossingen moeten denken. Zo zijn we als bedrijf niet alleen bezig met het ontwikkelen van nieuwe werkzame stoffen op basis van conventionele chemie, maar worden er ook producten ontwikkeld op basis stoffen van een natuurlijke oorsprong.” Feit blijft dat het wel steeds lastiger wordt werkzame stoffen te registreren. Er is bijvoorbeeld een tendens dat steeds meer nieuwe, maar ook bestaande, toelatingen moeten voldoen aan hogere driftreductie-eisen. Waar nu in voorkomende gevallen een 90% driftreductie-eis wordt gehanteerd, schuift dat steeds meer op richting 95 of zelfs 97,5%. Jukema: “Heb je plannen om een andere spuitmachine te kopen, investeer dan in driftreductie. Daarmee creëer je als akkerbouwer, veehouder of loonwerker voor jezelf ruimte om zo veel mogelijk gewasbeschermingsmiddelen te kunnen blijven inzetten.”
Met een aantal weken kunnen bezoekers aan het proevenplatform een uitnodiging voor een herhalingsbezoek in de mailbox verwachten. “Op dat moment kunnen we nog meer laten zien van bijvoorbeeld de phytophthoraproeven en de ziektenproeven in uien waarvoor het nu nog eigenlijk net te vroeg was.”