De bijeenkomst ‘Notenteelt, iets voor u?’ georganiseerd door Projecten LTO-Noord en CropEye zat stampvol. Het aantal aanmeldingen (bijna tachtig) overtrof elke verwachting van de organisatie, die daarom op 22 januari een tweede, grotere bijeenkomst gaat houden.
Hoewel de meeste belangstelling vanuit de melkveesector komt (notenbomen in een weiland), is er volgens LTO-projectleider en voorzitter van de Nederlandse Notenvereniging Ton Baltissen ook interesse vanuit de akkerbouwsector en andere sectoren. “Erf BV wil op een deel van haar percelen stroken met notenbomen gaan aanplanten en een pootgoedteler in Friesland schakelt over van pootgoed naar notenteelt in combinatie met andere gewassen.”
De avond werd georganiseerd vanuit een tweetal lopende projecten ‘Noten4Gelderland’ en ‘Bufferstroken 2.0’. Volgens Baltissen is het de bedoeling dat van daaruit concepten en toepassingen ontwikkeld worden voor landbouwers die willen starten met notenteelt. “Het is vooral zoeken naar een rendabele combinatie van notenteelt en de huidige bedrijfsactiviteiten. We praten dan niet over vijftig hectare, maar een aantal hectare per bedrijf.”
Bufferstrook
Voor de akkerbouw zit de meerwaarde vooral in het project ‘bufferstroken 2.0’. “Dat zijn de stukjes grond die tussen het productieland en de sloten ligt. De niet-productieve grond die de emissie richting het oppervlaktewater van aardappel- of bietenteelt moet tegenhouden. Door het plaatsen van bijvoorbeeld notenbomen wordt die remmende functie versterkt en gaat die bufferstrook ook nog wat geld opleveren.” Daar begint een akkerbouwer natuurlijk niet zomaar aan, want bij het planten van die bomen komen direct een aantal vraagstukken naar boven: hoeveel bomen, hoe breed moet die strook worden en hoe richt je landschap zo in dat het ook echt past? Baltissen: “Daarom gaan we een pilot aanleggen bij een akkerbouwbedrijf waardoor het voor telers ook een gezicht krijgt en duidelijk wordt wat er op hun bedrijf eventueel mogelijk is.”
Agroforestry
De bijeenkomst zou eerst bij de natuurvereniging worden gehouden en daar was ruimte voor 25 personen, al snel bleek die locatie te klein. Er werd uitgeweken naar Proefboerderij De Marke in Hengelo (Gld) en daar ontving de organisatie de eerste zestig aanmelders. De mensen die akkerbouwmatig geïnteresseerd zijn, vragen zich vooral af of het planten van notenbomen in combinatie met elke teelt mogelijk is en welke voor- of nadelen eraan verbonden zijn: “Voor de akkerbouw is het Agroforestry-concept het meest interessant. Dit wordt bij de Broekema Hoeve van de WUR in Lelystad op dit moment getest in de strokenteelt-systemen. Daar wordt ook gekeken of de notenbomen een voordeel hebben op de gewassen zelf. Dus niet alleen een stukje verdiensten vanuit bijvoorbeeld de hazelnoten, die verkocht kunnen worden, maar ook een positief effect op de aangrenzende percelen met uien, aardappelen of graan.”
Geen herplantplicht
In feit schakelt de akkerbouwer voor een deel over naar fruitteelt, want noten vallen onder fruit. “Dat maakt het extra gunstig voor akkerbouwers, want als je gewoon bomen plant dan valt dat onder de bosbouwwet en daar zit een herplantplicht aan vast en dat heb je met notenbomen niet.”
Saldoberekening
Op de informatiebijeenkomst werd duidelijk dat het wel heel belangrijk is om vooraf een duidelijke perceel- en rassenkeuze te maken. “De bedrijfsstrategie moet worden aangepast dus telers moeten zich echt afvragen of het bij hun bedrijf past. Ook is het goed om te weten dat notenbomen op arme (zand)gronden minder presteren. Daar kan het wel, maar dan moet men bijbemesten. Dat moet wel worden meegenomen in de saldoberekening voor de rentabiliteit van deze aanvullende teelt. Vanuit de projecten zijn saldoberekeningen gemaakt gebaseerd op principes van de KWIN Fruitteelt. Deze worden momenteel door Wageningen UR gecontroleerd. Het verdienmodel is aanwezig.”
Klimaatgelden
Vooral voor bedrijven die dicht tegen natuur- en grondwaterbeschermingsgebieden aan liggen, is het financieel interessant, maar vanuit de doelstellingen CO2 vastlegging en de stijgende consumentenvraag naar noten (ook in het buitenland) komt het project op het juiste moment en is de belangstelling voor de bijeenkomst wel verklaarbaar. Baltissen: “Notenteelt past in het huidige tijdsbeeld. Het ministerie stelt ook klimaatgelden beschikbaar om de projecten rondom notenteelt te ondersteunen en te stimuleren. Ook vanuit bijvoorbeeld Flevoland – een akkerbouwprovincie bij uitstek – is interesse omdat notenteelt voldoet aan de vraag naar plantaardige eiwitten en het terugdringen van de CO2-footprint.”