De inkomsten in de landbouwsector zijn in 2020 met 6 procent gedaald ten opzichte van 2019, ondanks de coronasteunmaatregelen van de overheid. De plantaardige en dierlijke productie lagen dit jaar beide onder het niveau van 2019. Akkerbouwers hebben een slecht jaar gehad. Met name telers van fritesaardappelen hebben een flinke klap op hun inkomen gehad.
De afzetprijzen van landbouwproducten daalden ook. Dit blijkt uit een eerste raming van de landbouwinkomsten van het CBS en Wageningen Economic Research.
Als de inkomensontwikkeling wordt gecorrigeerd voor inflatie en rekening wordt gehouden met de groei van het arbeidsvolume, daalden de (reële) landbouwinkomsten per arbeidsjaar in 2020 met bijna 7 procent. Het arbeidsvolume in de landbouw nam in 2020 af met 1,5 procent.
Daling productiewaarde van de landbouw
In 2020 lag de landbouwproductie 0,5 procent lager dan een jaar eerder. De productie van zowel de akkerbouw, de tuinbouw als de veehouderij liet een daling zien. Door gemiddeld lagere afzetprijzen, mede door corona, daalde de productiewaarde van de landbouw met 3,5 procent naar 28 miljard euro.
De inkomsten van de landbouw – de productiewaarde minus de waarde van het verbruik, afschrijvingen en belastingen, vermeerderd met het bedrag aan ontvangen subsidies – daalden in 2020 met bijna 6 procent. Daarbij daalde de waarde van het verbruik minder hard (-1 procent) dan de productie en namen de subsidies en compensaties voor omzetverliezen met 35 procent toe.
Met name de kosten van energie en zaai- en pootgoed waren dit jaar lager dan in 2019. De kosten van vooral veevoeder lagen op een hoger niveau.
Compensatie voor verliezen corona door overheid
De overheid compenseerde de sierteeltsector en de fritesaardappeltelers voor hun omzetverliezen door de coronapandemie. Daarnaast maakte een flink aantal agrariërs gebruik van de NOW-regeling. In totaal ontving de landbouw 340 miljoen euro aan coronasubsidies.
Zonder deze subsidies zouden de inkomsten in de landbouw zijn gedaald met ongeveer 11 procent in plaats van 6 procent.
Slecht jaar voor fritesaardappeltelers
De productie van de plantaardige sector daalde in 2020 met bijna 1 procent vergeleken met een jaar eerder. Akkerbouwers hebben minder graan en uien geoogst. Alleen de oogst van snijmais en suikerbieten steeg door de toename van het areaal. Het productievolume van aardappelen lag ook hoger.
De prijzen van de akkerbouwproducten lieten een wisselend beeld zien. Zo stegen de prijzen van graan, maar werden aardappelen goedkoper. Vooral de prijzen van fritesaardappelen daalden door de fors mindere vraag als gevolg van de sluiting van de horeca door de coronamaatregelen van de overheid.
De gemiddelde afzetprijs van de plantaardige sector lag dit jaar iets lager dan in 2019. De waarde van de productie daalde daardoor dit jaar naar 14 miljard euro.
Lagere inkomens akkerbouwers
Het inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje lag de laatste jaren tussen de 40.000 en 45.000 euro. In het droge jaar 2018 lag het inkomen duidelijk boven dit niveau. De raming van het inkomen voor oogstjaar 2020 bedraagt ongeveer 41.000 euro. Dit is het resultaat van achterblijvende opbrengsten bij een licht gedaald kostenniveau. Het verkoopseizoen 2019/2020 eindigde met zeer lage prijzen voor vrije consumptieaardappelen, vooral het gevolg van het wegvallen van fritesafzet naar de horeca en van exportmogelijkheden door de coronamaatregelen. Door de overheid is een compensatieregeling opgesteld voor telers met onverkoopbare fritesaardappelen in opslag.
Uien: minder productie, forse vraag
Voor uien wordt voor oogstjaar 2020 een prijsstijging van +35% geraamd ten opzichte van 2019. Een kleiner areaal met lagere productie per hectare zorgt in combinatie met een forse vraag voor deze prijsstijging.
Suikerbietenprijs lager door slechte marktomstandigheden aardappelen
Normaal wordt er op de basisprijs voor quotumsuikerbieten een plus gerealiseerd, onder andere doordat een positief resultaat van Aviko deels wordt uitgekeerd aan de Cosun-leden, de suikerbietentelers in Nederland. Door de slechte marktomstandigheden in de aardappelsector zit die plus er dit jaar niet of nauwelijks in. Er is daarom geraamd met een 5% lagere financiële opbrengst per hectare dan voor de oogst van 2019.
Grote vraag naar granen, minder productie
De vraag naar granen op de wereldmarkt is groot, terwijl de productie door droogte in diverse grote graanproducerende landen achterblijft. Dit zorgt ervoor dat de prijs voor tarwe, oogst 2020, 8% hoger wordt geraamd dan in 2019.
Lichte stijging inkomen zetmeelaardappelbedrijven
Het inkomen op zetmeelaardappelbedrijven neemt licht toe. De verwachte hoge prestatieprijs van zetmeelaardappelen leidt tot licht hogere opbrengsten voor oogstjaar 2020, de kosten blijven gelijk. Het inkomen wordt geraamd op ongeveer 30.000 euro per onbetaalde aje. Een jaar eerder was dit enkele duizenden euro’s minder.