De opbrengst- en kwaliteitscijfers laten deze campagne forse uitschieters zien. De wortelopbrengst valt in de meeste gevallen mee, maar suikergehalte en winbaarheid van de bieten zijn dit jaar op veel percelen teleurstellend.
Uitschieters in kwaliteitscijfers
De verschillen tussen percelen zijn soms groot en ook binnen percelen worden zo nu en dan uitschieters gezien. Het groeiseizoen van 2020 speelt hierin een voorname rol. Het is op veel plaatsen lang droog geweest in het voorjaar en de zomer. In het najaar waren de weersomstandigheden niet gunstig voor een goede nagroei, waardoor het suikergehalte achterblijft ten opzichte van andere jaren. Andere zaken zoals rassenkeuze en bemesting kunnen eveneens een rol gespeeld hebben. In dit bericht een overzicht van de belangrijkste oorzaken van wisselende suikergehaltes en winbaarheidscijfers.
Groeistoornissen
Stressfactoren zoals droogte of een nutriëntgebrek kunnen lagere suikergehaltes veroorzaken. Bij heterogene percelen met meerdere droogteplekken binnen een perceel kan de variatie toenemen. Door de regen die vanaf september is gevallen zijn de plekken waar in de zomer droogtestress is voorgekomen veelal niet duidelijk meer zichtbaar tijdens de oogst, maar de schade is dan al wel gedaan. Door droogtestress kan zowel het suikergehalte als de wortelopbrengst sterk achterblijven. Verder zijn bij langdurige droogtestress het kalium- en aminostikstofgehalte vaak sterk verhoogd.
Bladschimmels of vergelingsziekte
Ook aantasting door vergelingsziekte en bladschimmels verlagen het suikergehalte. Afhankelijk van de mate van aantasting en het moment waarop dit is opgetreden kan het suikergehalte op deze plekken 1,5 tot 2 procentpunt lager liggen dan op gezonde plekken. Bij aantasting door vergelingsziekte kunnen natrium- en aminostikstofgehalte licht verhoogd zijn. Bij bladschimmelaantasting is het effect op de overige kwaliteitsparameters meestal niet zo duidelijk en betreft het vaak grote stukken of hele percelen.
Rhizomanie
Aantasting door rhizomanieveroorzaakt lage tot zeer lage suikergehalten. Rhizomanie is daarnaast goed te herkennen aan de vaak hogere natriumgehalten in combinatie met lage kalium- en aminostikstofgehalten.
Wortelrot
Bij wortelrot door bijvoorbeeld rhizoctonia of phoma is het suikergehalte laag. Bij rotte bieten is het invertgehalte sterk verhoogd. Hieraan kan wortelrot achteraf mogelijk herkend worden.
Laag plantaantal
Een laag plantaantal kan gevolgen hebben voor zowel het suikergehalte als de winbaarheid. Wanneer het gerooide perceel een plantbestand van 40.000 had, is het suikergehalte ongeveer 0,4% lager ten opzichte van percelen met 70.000 tot 80.000 planten. Een wisselend plantbestand binnen een perceel kan de oorzaak zijn van variatie. Op plekken waar het plantaantal laag was, hebben bieten meer nutriënten op kunnen nemen. Hierdoor kunnen het kalium-, natrium- en aminostikstofgehalte van de bieten hoger zijn.
Late zaai
Hoge kalium, natrium- en aminostikstofgehalten kunnen ook veroorzaakt worden door laat gezaaide bieten. Vanaf de groeipuntsdatum daalt het kalium- en natriumgehalte. Wanneer dit moment later valt, dalen ook deze gehalten minder. Ook suikeropbrengst is gerelateerd aan de zaaidatum en tevens aan de groeipuntsdatum.
Bodemvruchtbaarheid
Een te hoog stikstofaanbod of een hoge bodemvruchtbaarheid (veel mineralisatie, hoog K-getal) kan tot een lage WIN leiden.
Bron: IRS