Met de Toekomstvisie 2030 en het bijbehorende Uitvoeringsprogramma, zijn we een nieuwe weg ingeslagen. Een weg met kansen om gewassen op een meer duurzame manier te telen. Maar er zijn ook hobbels, zoals het verdienvermogen van agrariërs. Dit en meer is ook besproken tijdens de voorjaarsbijeenkomst van de Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging (KNPV).
Voor het eerst in decennia schreef een NGO als stakeholder mee aan de Toekomstvisie Gewasbescherming. Directeur Programma’s van Natuur & Milieu Rob van Tilburg lichtte tijdens de online KNPV‐bijeenkomst als eerste spreker de insteek van zijn organisatie toe.
Overheid aan zet
“Onze inzet is dat er in 2030 vrijwel geen emissies meer voorkomen”, zei Van Tilburg. “Om dit te bereiken moet het voor een teler financieel aantrekkelijker worden om over te schakelen naar een middelen‐arme teelt. Stevig beprijzen naar milieuschade is dus noodzakelijk. Ook moet bij toelatingen het voorzorgsbeginsel een zwaardere rol krijgen. De overheid zou hier de regie in moeten pakken.” Uit een peiling onder de 110 deelnemers van het webinar bleek dat 58% van hen beprijzen naar mate van milieuschade gewenst vindt.
Positief effect van de buren
Een van de manieren om bij te dragen aan het behalen van de doelen in 2030, is strokenteelt. Dirk van Apeldoorn, docent‐onderzoeker Farming Systems Ecology (WUR), legde uit hoe strokenteelt helpt om de biodiversiteit te vergroten. In een dergelijk weerbaarder teeltsysteem zijn meer natuurlijke vijanden te vinden die ziekten en plagen in de gewassen kunnen controleren. “Een belangrijke hobbel, die hopelijk in de komende jaren genomen kan worden, zijn de investeringen die boeren doen voor landbouwmachines. Verder moet er vooral ook geïnvesteerd worden in kennis en kunde, vertrouwen in de ‘groene vingers’ van de telers.”
Verdienvermogen ontbreekt
“De tijd van goedkope oplossingen is voorbij”, concludeert landbouweconoom Jan Buurma aan het slot van zijn presentatie. Des te opvallender is het dat in het Uitvoeringsprogramma het onderwerp ‘verdienvermogen’ compleet ontbreekt. Volgens Buurma is een eerlijke beloning door ketenpartijen cruciaal voor het verdienvermogen van de boerenondernemers. Hij verwacht dat consumenten alleen vanwege ‘duurzaamheid’ een product niet zullen kopen, aspecten als smaak en gemak zijn belangrijker. Hij komt dan ook tot de slotsom dat de handelsketen van boer‐naar‐bord vanaf nu bij de transitie moet zijn betrokken!
Consument en voorlichting
Een grote meerderheid (88%) van de deelnemers aan het webinar vindt publieksvoorlichting over resultaten van onderzoek naar en praktijkinvoering van duurzame gewasbeschermingsmethoden belangrijk. Op de vraag wie die rol op zich zou moeten nemen, zijn o.a. de overheid, supermarkten en brancheorganisaties genoemd.
Bron: KNPV