Op een behoorlijk deel van de akkerbouwbedrijven zit het wintergraan inmiddels in de grond. De vroegst gezaaide percelen staan zelfs al groen. Toch zal ook dit jaar een deel van de geplande graanpercelen, al dan niet gedwongen door de omstandigheden, zwart blijven tot het voorjaar. Met Martijn van Overveld van Limagrain blikken we terug op afgelopen teeltseizoen en bespreken de ontwikkelingen van graan in het bouwplan en het rassensortiment.
Het afgelopen teeltseizoen was er één van grote opbrengstverschillen met name door de extreme droogte in het voorjaar. Vroeggezaaide wintertarwe haalde nog 11 à 12 ton, bij de laat gezaaide wintertarwe en veel zomertarwe was dit beduidend lager. Zeker op de percelen die niet zijn beregend. Toch ziet Van Overveld een ontwikkeling dat akkerbouwers komend jaar wel eens meer kunnen gaan kiezen voor een low-input gewas. Zeker als het vooruitzicht op een goed saldo van hoog renderende gewassen beperkt is. “Graan is dan een prima keuze; onmisbaar als rustgewas in het bouwplan, de teeltkosten zijn laag en zorgt daarmee voor een stukje financiële veiligheid.
Limagrain rassen
Daarnaast dragen resistenties tegen het gerstevergelingsvirus en tegen voornamelijk gele en bruine roest in toenemende mate bij aan de opbrengstzekerheid.“ Limagrain ziet dit ook terug in de belangstelling voor specifieke rassen. Zo is er veel vraag naar de wintergerstrassen Rafeala en haar opvolger LG Zebra. Voor de zomertarwe geldt dit voor de rassen Nobless en WPB Duncan. “Deze laatste is nieuw op de rassenlijst met een 108! voor opbrengst.
Dit betekent dat de drempel om over te gaan van wintertarwe op zomertarwe bij slechte zaaiomstandigheden van wintertarwe enorm wordt verlaagd. Het opbrengstverschil is immers een stuk kleiner”, aldus Van Overveld. Bij wintertarwe zijn de belangrijkste argumenten om voor een bepaald ras te kiezen een hoge opbrengst én de resistentie tegen gele roest. Voorbeelden zijn Chevignon (ook droogtetoleranter; vroeg ras) en LG Cambria. Door de verdere aanscherping van de inzet van gewasbeschermingsmiddelen is er ook meer belangstelling voor rassen als LG Lunaris en LG Johnson die van nature weerbaarder zijn.
Veredeling en resistenties
Limagrain zet zich bij de veredeling van tarwe in voor beproefde resistenties. Dit houdt in dat zij hun genetica gericht selecteren op resistentie, rekeninghoudend met alle varianten gele roest die in Europa voorkomen. Onder hoge infectiedruk worden de gewasreacties onderzocht en kan een realistisch beeld worden geschetst over mogelijke aantastingen en de mate waarin een aantasting doorzet bij vondst.
Van Overveld: “We kijken ook naar Duitsland waar het eiwitgehalte wordt verrekend in de uitbetaling en de regels om stikstofruimte op bedrijfsniveau te verdelen minder soepel zijn. Tarwetelers daar zijn steeds meer aangewezen op genetica met een grotere stikstofgebruiksefficiëntie. Doordat we daar steeds meer op veredelen, krijgen we ook zicht op rassen die zich hierop onder Nederlandse omstandigheden goed manifesteren.” Bij gerst zet Limagrain sterk in op het inkruisen van natuurlijke resistenties zoals bijvoorbeeld tegen bijvoorbeeld vergelingsziekte.
Veldbonen en blauwmaanzaad als low-input gewas
Naast graan zijn er meer gewassen in beeld om als low-input gewas te dienen. Van Overveld: “We zien zowel vanuit de akkerbouw als de veehouderij een toenemende belangstelling voor zomerveldbonen. Rassen als LG Cartouche en LG Banquise zijn stikstofbinders. Ze zijn dus niet afhankelijk van een bemesting, en geven een flinke stikstofnalevering aan het volggewas.” De kansen voor deze teelt liggen in de afzet voor veevoeding (ter vervanging van importsoja en raap), maar ook in de humane voeding (eiwittransitie). Akkerbouwers kunnen de veldbonen afzetten bij VLOG veehouders en er lopen inmiddels diverse pilotprojecten om de teelt verder op te schalen.
Ook blauwmaanzaad kan komend voorjaar wel eens meer in trek zijn. De prijzen zijn de afgelopen jaren gunstig geweest en het is prima enkele jaren te bewaren. “Een prima optie voor akkerbouwers die een goedkoop te telen alternatief voor aardappelen zoeken”, aldus Van Overveld.
Goede bodemgezondheid
“Welk gewas of ras je uiteindelijk kiest. Kijk altijd met een schuin oog naar de bodemgezondheidseffecten op perceels- en bouwplanniveau”, zegt Van Overveld tot besluit. “Laat groenbemesters onderdeel zijn van je bouwplan en kies deze zorgvuldig uit zodat je bijvoorbeeld niet onbedoeld schadelijke aaltjes gaat vermeerderen.” Limagrain haakt hier op in door bewuste keuzes te maken bij het aanbod en de advisering van groenbemesters binnen een bepaalde rotatie. Als voorbeeld noemt Van Overveld het bladrammenas-ras Doublet die zowel de BCA 1 als multiresistentie status heeft. Met dit ras bestrijd je én het bietencysteaaltje (voor 90%) én het Meloidogyne chitwoodi aaltje.
Tekst: Kaj Poldermeer Tekstproducties