Is er een markt voor het product van de mengteelt van veldboon en tarwe? Een in 2022 gestart onderzoek van BO Akkerbouw brengt de kansen in kaart. Abco de Buck, onderzoeker en projectmanager bij het Louis Bolkinstituut: “Vier akkerbouwers telen deze mix van twee gewassen. Een leverancier van biologisch mengvoer gaat het geoogste product afzetten. Ook de levensmiddelensector toont interesse om te participeren.”
Mengteelt past bij biologische telers in Nederland
Het Louis Bolkinstituut is een kennisinstituut voor duurzame landbouw, voeding en gezondheid. Samen met Bionext, de ketenorganisatie voor biologische landbouw, is dit tweejarige project gestart.
“Een bloeiend gewas als de veldboon draagt bovendien bij aan de biodiversiteit.”
Abco: “Al jaren doen wij mee aan onderzoek naar mengteelten in Europa. Bij de biologische telers en in Nederlandse omstandigheden past de mix van veldboon en tarwe. Beworteling is bij deze mengteelt intensiever en dieper, waardoor bijvoorbeeld fosfaat uit de bodem beter benut kan worden. De vlinderbloemige veldboon bindt stikstof uit de lucht, zodat er in de bodem meer minerale stikstof beschikbaar is voor de tarwe. Dat levert een eiwitrijke baktarwe op. Een bloeiend gewas als de veldboon draagt bovendien bij aan de biodiversiteit.”
Uitwisseling van kennis tussen vier telers
Biologische boeren kiezen vooral voor zo’n mengteelt om als biologisch veevoer in te zetten. “Dat wordt nu enkel in korte ketens gedaan. Wij onderzoeken of de afzet in langere ketens mogelijk is. En zo ja, aan welke eisen het product dan moet voldoen”, legt Abco uit.
“Het gewas stond er prachtig bij: zulke mooie veldbonen heb ik zelden gezien”
Daartoe telen vier biologische akkerbouwers op een aantal hectares deze mix van gewassen. “Het zijn telers uit het hele land: Flevoland, Groningen, Friesland en Zeeland. Op 27 juni hebben we bij Gerrit de Regt, biologische akkerbouwer in Dronten, kennis uitgewisseld. Het gewas stond er prachtig bij: zulke mooie veldbonen heb ik zelden gezien. Samen kunnen we de teelt verder optimaliseren. Enkele uitdagingen zijn de zaadhoeveelheid, de zaaitechniek en het synchroon afrijpen van zowel de veldboon als tarwe.”
Na malen of pletten inzetten als veevoer
Zodra de mengteelt geoogst kan worden, gaat biologische mengvoerleverancier Reudink onderzoeken of het mixproduct goed af te zetten is. Ook die was er op 27 juni bij. “De fabrikant was direct enthousiast om mee te doen aan het project. Na een lichte bewerking, zoals malen of pletten, gaat Reudink het product aanbieden aan bijvoorbeeld biologische pluimvee- en melkveebedrijven. Zo lokaal mogelijk, om vervoerskosten te besparen. Ook bepaalt Reudink de voerwaarde van het product en volgt het de ervaringen van klanten.”
Lokale eiwitproducten sourcen
Naast deze afzet als diervoeder zoekt het project naar toepassingen voor humane consumptie, licht Abco toe. “Verschillende bedrijven uit de levensmiddelensector hebben interesse getoond. Grondstofleveranciers van vleesvervangers willen namelijk graag lokale eiwitproducten sourcen. Ook voor eiwitrijk brood kan deze mengteelt een optie zijn. Mariët van de Noort van MFH Pulses legt voor ons die contacten en onderzoekt de mogelijkheden.”
Economische haalbaarheid
Niet alleen de teelt en de afzet zijn onderdeel van dit project. Het Louis Bolkinstituut toetst ook de economische haalbaarheid. “We voeren een saldoberekening uit, inclusief kosten voor zaaizaad, trekkeruren en transport. Zo hopen wij akkerbouwers eind 2023 een helder beeld van de mogelijkheden van deze mengteelt te schetsen”, besluit Abco.
Bron: BO Akkerbouw