De aardappel is populair in Myanmar. Abishkar Subedi, onderzoeker bij Wageningen University & Research is via het Seed Money Project: ‘Improving market access for true potato seed in Myanmar’ aan de slag gegaan met de aardappelteelt in Myanmar. De nadruk ligt hierbij op de mogelijkheden voor aardappelzaad.
Lokale en oude aardappelrassen
In Myanmar zijn de boeren voor hun teelt afhankelijk van lokale en oude aardappelrassen. Het zaad van deze aardappelen is steeds weer opnieuw gebruikt om nieuwe aardappelen te telen. Maar door dit ‘recyclen’ van het zaad is de kans op ziektes en bacteriën groot met als resultaat een hoge ziektedruk in het gewas en een lage aardappelopbrengst voor de boer.
Een oplossing hiervoor is het gebruik van gezonde pootaardappelen, die men voor de teelt kan gebruiken. Myanmar heeft geen goed systeem voor het vermeerderen van pootaardappelen, dus deze moeten ingevoerd worden. Dit is erg kostbaar door de hoge afhandelingskosten in de haven, het papierwerk en vervoer over land. Hierdoor is de import van onder andere de Nederlandse pootaardappel flink gedaald.
Aardappelzaad
Nederland loopt voorop als het gaat om de ontwikkeling van True Potato Seed (TPS). Dit is een hybride aardappelras dat is geteeld uit botanisch zaad in plaats van pootaardappelen. TPS biedt grote voordelen voor telers wereldwijd. Het is ziektevrij, waardoor de basis is gelegd voor een gezond begin van de teelt. Het is compact en dus gemakkelijk te bewaren en te transporteren. Door deze eigenschappen kan TPS het hele jaar worden geplant in gebieden waar jaarrond aardappelen geteeld zijn. Voor de aardappeltelers in Myanmar kan dit zaad de perfecte oplossing zijn. Het zorgt voor schoon plantmateriaal, een betere opbrengst en lagere transpostkosten.
Interessante afzetmarkt
Ook voor de Nederlandse aardappelzaadbedrijven is Myanmar een interessante afzetmarkt. De consumptiepatronen in Azië veranderen snel en de vraag naar (poot)aardappelen stijgt. Niet alleen voor de verse consumptie, maar ook voor de productie van chips, friet en ander snackvoedsel.
De Nederlandse zaadveredelaars Bejo en Solenta hebben hun hybride aardappelrassen beschikbaar gesteld en delen hun technologische kennis. Resilience BV ondersteunt bij het onderzoek naar de markttoegang en juridische haalbaarheid. Het Wageningen Centre for Development Innovation, onderdeel van Wageningen U&R, doet de overall coördinatie van het project.’
Haalbaarheidsstudie
Het project loopt nog bijna twee maanden, waarin de haalbaarheidsstudie afgerond moet worden Abishkar hoopt dat het via dit project mogelijk wordt om hybride aardappelzaad in Myanmar te importeren. ‘Dit is niet alleen handig voor de twee deelnemende bedrijven, maar voor alle andere aardappelzaadbedrijven die de markt van Myanmar willen betreden. Met TPS zorgen we ervoor dat de boeren in Myanmar toegang krijgen tot gezond zaad van superieure rassen en versterken we de internationale positie van de Nederlandse aardappelzaadsector.’